Olifanten
Plaats: Almere
Locatie: Knooppunt A27/A6
Kunstenaar: Tom Claassen
Materiaal: staal, tempex, spuitbeton
Jaar: 1999
Beschrijving:
Tussen de fly-overs van het verkeersknooppunt van de A6 en A27, bij Almere, staan 5 grote grijze olifanten. Het kunstwerk werd vervaardigd in opdracht van Rijkswaterstaat in het kader van de percentageregeling beeldende kunst. Bij de voltooiing van de A27, traject Eemnes – Almere, was er 1% van de aanlegkosten beschikbaar voor kunst. De beeldhouwer Tom Claassen vertelt: “Toen me was gevraagd mee te doen aan de competitie voor die opdracht heb ik wel vijf projecten bedacht. Eerst wilde ik net zo'n hond maken als in Tilburg, maar dan vijfentwintig meter hoog en van golfplaat, want dan had ik 'm `de ijzeren hond van Almere' kunnen noemen, naar analogie van `de ijzeren man' in Den Bosch. Maar ik had al een hond, dus toen bedacht ik achtereenvolgens een middeleeuws fort van polyester, een beeld van een auto in de vangrail (dat vond Rijkswaterstaat niet zo'n goed idee) en een beeld van een karretje met een olifant erop. Pas daarna kwam ik op een groep olifanten. Dat leek me mooi, vijf van die enorme Hannibal-beesten die uitkijken over het verkeer dat door de polder raast”.
Claassen maakten modellen op schaal 1: 23, ongeveer 50 cm groot. Dankzij een door Rijkswaterstaat gemaakte computeranimatie kon hij de modellen zo schikken dat hij de meest spannende verhouding van de vijf ten opzichte van elkaar kon zoeken. Daarnaast stelde de animatie hem in de gelegenheid om een formaat voor de vijf olifanten te zoeken waardoor ze de ruimtelijke situatie konden domineren. De beelden beelden werden door Van Echtelt Metaal B.V. uit Wijk bij Duurstede uitgevoerd. Het bedrijf heeft hiervoor in samenwerking met de kunstenaar de staalconstructie geassembleerd. Daarop kwam een tempex (ook wel polystyreen genooemd) opvullaag. Het tempex werd eerst in de vorm gebracht van een olifant en vervolgens is er beton overheen gespoten als industriële interpretatie van de olifantenhuid. Ieder dier is zeven meter hoog, bijna zeven meter breed en elf meter lang en ze wegen ieder 40.000 kilo. Het zijn vijf geheel identieke olifanten. Met hun ronde vormen zien ze eruit als goeiige lobbesen. Veel voor olifanten kenmerkende details zoals de slurf en slagtanden ontbreken. Alleen de grote flaporen die aan de romp van de olifant kleven zijn te zien. Tom Claassen zoekt in zijn beelden naar de essentie van de vorm. Hij geeft de toeschouwer, door gebruik te maken van de archetypische kenmerken van het dier, net genoeg informatie om het te herkennen, Hierdoor geeft hij zichzelf de vrijheid om te stileren en te abstraheren. Over de lichamen van de olifanten lopen een soort lasnaden, alsof de dieren zijn opgebouwd uit aan elkaar genaaide lappen en later zijn opgevuld met schuimvlokken. Deze naden, die de afhangende oren en slurf aftekenen, waren technisch nodig om de kunstwerken te kunnen maken.
Het project was begroot op ƒ 800.000,-, zo’n € 365.000,-, maar dit budget werd overschreden door een brand in de werkruimte waar de beelden werden gemaakt. Het tempex waarmee de vormen werden gemaakt vloog in brand. Twee olifanten raakten ernstig beschadigd. Door dit oponthoud kon minister Tineke Netelenbos op 11 december 1999 slechts twee olifanten onthullen. In 2000 is het kunstwerk voltooid.
In het najaar van 2021 zijn de olifanten door Rijkswaterstaat schoongemaakt en voorzien van een nieuwe coating om de beelden te beschermen tegen vocht, vuil en graffiti. Omdat de fundering waarop de olifanten stonden een beetje verzakt was, werd de asfaltvloer deels verwijdert zodat deze geëgaliseerd kon worden.
Bekijk hier een aflevering van Beeldspraak over de Olifanten. In het tv programma Binnenste Buiten bespreekt kunsthistoricus Geert Pruiksma het kunstwerk. Bekijk hier de uitzending.
Kunstenaar
Thomas Johannes Franciscus (Tom) Claassen is op 4 oktober 1964 in Heerlen geboren. Na zijn middelbare schoolopleiding begon hij aan een studie psychologie maar stapte over naar de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda waar hij van 1984 tot 1989 zijn opleiding volgde. In 1992 werd hij geselecteerd voor de Prix de Rome en won in de categorie beeldhouwen/beeldende kunst de tweede prijs.
Hij is vooral bekend geworden door zijn mens- en dierfiguren, die in zeer vereenvoudigde vorm zijn weergegeven. De veelal monumentale dieren zijn niet een directe afspiegeling van hun werkelijke verschijning. Ze zijn weinig gedetailleerd en doen opgeblazen of leeggelopen aan, waardoor ze iets karikaturaals uitstralen. Alsof ze zo zijn weggelopen uit een stripverhaal. Claassens werk speelt zich vaak af op de grens van cultuur en natuur, is stevig geworteld in de beeldhouwtraditie, maar geeft daaraan tegelijk een originele, speelse en persoonlijke draai. De extreme uitvergroting, die zorgen voor een interruptie in het landschap of de stedelijke omgeving, gebruikt hij om de nadruk te leggen op bepaalde karakteristieke kenmerken van zijn mens- en dierfiguren. In een interview zei Claassen: "Je probeert het toegankelijk te maken, als de mensen er niets van begrijpen heb je je doel gemist en is het ook niet leuk. Een beetje lief, dat mag best. De omgeving is dus heel erg belangrijk en ik kan het niet nalaten om het ook leuk te maken". In het werk van Tom Claassen lijken de gebruikte materialen veelal niet wat ze zijn: gips doet zich voor als uiterst buigzaam materiaal of brons en keramiek stralen de zachtheid van textiel uit
Werk van Tom Claasen is te vinden in de openbare ruimte in geheel Nederland: Mus (1999 Utrecht); Olifanten (1999/2000 Almere); Sitting Men of The Two Incredible Sitting Snowmen (2000 Schiphol); Konijnen (2003 Rotterdam); Mannetje met losse ledematen (2003 Den Haag ); Hond (2003 Harderwijk); Nijlpaard in de sluis van IJburg (2004) en Mannetje van Hoofddorp (2006 Hoofddorp)