Gedicht Almere

Gedicht Almere
Gedicht Almere Gedicht Almere Gedicht Almere

Plaats: Almere Buiten

Locatie: Koraalstraat

Kunstenaar: Maria van Daalen

Materiaal: letters op baksteen

Jaar: 2009


Beschrijving:

In het najaar van 2005 ging de dichteres Maria van Daalen in Almere wonen. Op 28 februari 2009 onthulde directeur Maarten Pel van de woningcorporatie Flevoland onthulde twee gedichten van Maria van Daalen op de zijgevels van twee woonblokken in de Regenboogbuurt. Op de gevel van een appartementencomplex van woningbouwvereniging Alliantie Flevoland aan de Koraalstraat is het gedicht 'Almere' geplaatst dat in 2007 gepubliceert was in de dichtbundel 'De wet van behoud en energie'. Het in opdracht van de woningcorporatie geschreven gedicht 'Thuis' is in de Sepiastraat te vinden. De gedichten zijn vormgegeven door Beedesign uit Almere en maken onderdeel uit van de Alliantie gedichtenroute langs de Evenaar in Almere Buiten die op 31 mei 2008 werd geopend. 

Almere
 
De zwanen zwemmen windstil in Almere.
Rietkragen fluisteren. Het avondlicht
schildert de grote ruime hemel dicht
met kleurig goud tussen de wolkenveren.
 
Zilveren vliegtuigen die hoog passeren,
worden elk een knipogend landingslicht,
een nieuwe ster. De nacht heeft geen gewicht.
Een vleermuis tuimelt langs de coniferen.
 
Het lijkt zo makkelijk: maak hier een stad.
Gewoon wat huizen, bomen, wegen, mensen.
Het land uit zee ligt open, krijgt een naam.
 
Op zand met schelpen groeit een tuin, langzaam.
Tussen de werkelijkheid en de wensen
maken we dagelijks ons eigen pad.

Maria van Daalen schreef dit sonnet toen zij net in Almere woonde. Een sonnet of klinkdicht is een gedicht van veertien regels. Het bestaat uit twee strofen van vier regels (kwatrijn) en twee strofen van drie regels (terzine). De twee kwatrijnen vormen samen het octaaf en de twee terzinen heten samen het sextet. Tussen het octaaf en het sextet is er een wending in het gedicht. Het rijmschema is klassiek; abba / abba / cde /edc. 

Kunstenaar

Maria van Daalen, pseudoniem van Maria Machelina de Rooij, werd op 8 juli 1950 in Voorburg geboren. Na haar eindexamen gymnasium studeerde zij van 1971 - 1983 aan de Vrije Universiteit in Amsterdam Nederlandse taal- en letterkunde met als specialisme de middeleeuwse hoofse liedkunst. Haar eerste gedichten publiceerde zij in 1985 in het tijdschrift Raster 34. Haar debuutbundel ‘Raveslag’ verscheen in mei 1989 en werd in 1990 genomineerd voor de C. Buddingh’ prijs. Van Daalen is docent poëzie bij de Rijksuniversiteit van Groningen geweest en aan de Schrijversvakschool Amsterdam.

Op 25 april 2018 staat in Almere Deze Week: "Afkomstig uit een ‘goed milieu’ kreeg Van Daalen (echte naam: De Rooij) schrijven en lezen met de paplepel ingegoten. “Ik kon op mijn vijfde al lezen en ik was altijd geïnteresseerd in literatuur en poëzie. Nee, daar liep ik op school niet mee te koop. Ik groeide op in de jaren ’50 en ’60, dan is poëzie geen gemeengoed. En zeker niet voor een vrouw. Ik debuteerde pas in 1985 en gaf mijn eerste optreden in 1987 op een Gronings dichtersfestival. Ik was de enige vrouw.” Van Daalen noemt het haar ‘coming out’. “Alhoewel universitair geschoold durfde ik me toen pas een ‘dichter’ te noemen. Die ontwikkeling ging gepaard met het einde van mijn huwelijk. Ik zat compleet vast bij de man met wie ik een dochter had gekregen. De poëzie heeft me in die periode gered. Niet dat ik mijn zielenroerselen op papier zette. Dan is het een soort zelftherapie. Daar is geen lezer in geïnteresseerd.”

Maria van Daalen heeft enkele jaren in Almere gewoond. In Almere Buiten staan twee gedichten van haar op de gevel van twee woningen. Ook in Bergen op Zoom zijn gedichten van Maria van Daalen geplaatst in de Zuivelstraat en naast de Sint Gertrudiskapel aan de Scheldelaan.