Kunst in Emmeloord
Kunst in Emmeloord
In 1942 werd Emmeloord gesticht als regionaal verzorgingscentrum voor de Noordoostpolder en ligt geografisch in het middelpunt van de polder. Het eerste stedenbouwkundig plan dateert uit 1941 en is gemaakt door het architectenbureau Granpré Molière, Verhagen en Kok. Dit plan was de basis voor een plan uit 1942 van C. Pouderoyen. De bouw van Emmeloord heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog.
Emmeloord ontleent zijn naam aan het buurtschap Emmeloord op de noordpunt van het voormalige eiland Schokland. Op de lijst der kapellen d.d. 29 mei 1132 van het Benedictijner klooster Sint Odulphus bij Stavoren treffen we de plaats aan als Emelwerth. ′Emel' komt van het Germaanse ′ami′ en duidt een natuurlijke waterloop aan. ′Werth′ komt van het Germaanse 'wurthi, dat terp of wierde betekent, een kunstmatige opgeworpen heuvel om bij hoogwater een droge plek te hebben. In vroege vermeldingen komen we ook de spellingsvariaties Emelwaerde, Emelwar en Emelwerda tegen. Vanaf 1650 zien we echter dat de naam omgezet is naar Emeloirt. Oirt betekent punt. De overgang van werth naar oirt heeft waarschijnlijk te maken met de afbrokkeling van het eiland Schokland. Daardoor was Emelwerth steeds minder een terp maar kwam steeds meer op de punt (oirt) van het eiland te liggen
Emmeloord kent een grote collectie kunst in de (semi) openbare ruimte. Een deel van deze kunstwerken zijn tijdens de wederopbouw tot stand gekomen. Het was de wens van het kabinet dat er veel aandacht zou worden besteed aan kunst. De minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschap, theoloog prof. Dr. Gerard van der Leeuw (1890- 1950), vond dat het volk moest worden opgevoed en persoonlijkheidsvorming en gemeenschapszin moest worden bijgebracht. Kunst was volgens hem haar plaats in de samenleving kwijtgeraakt. De Rijksbouwmeester Gijsbert Friedhoff (1892-1970) was ervan overtuigd dat verschillende disciplines samen moesten werken om zo een hoogwaardig product te kunnen leveren. De overheid moest kunst en samenleving weer nader tot elkaar brengen en de kunstenaar zijn maatschappelijke functie teruggeven. In 1946 werd een voorstel ingediend om een percentage van de bouwkosten van zowel particuliere- als overheidsgebouwen aan kunsttoepassingen te besteden. In 1951 werd het eerdere voorstel geformaliseerd in de vorm van de percentageregeling beeldende kunst. Deze percentageregeling heeft Emmeloord veel bijzondere kunstwerken opgeleverd.
De wederopbouwkunst zat vast aan de architectuur. De kunstenaars werden gestimuleerd om te experimenteren met materialen en nieuwe technieken door de technische ontwikkeling en de nieuwe bouwmaterialen die architecten toepasten. De kunstenaars specialiseerden zich niet, maar werkten in heel uiteenlopende technieken. Baksteenreliëfs, tegeltableaus, mozaïeken, sgraffiti en glas-appliques zijn voorbeelden van de diversiteit. Eind jaren vijftig werd duidelijk dat de relatie tussen kunst en architectuur niet was geworden wat architecten en kunstenaars ervan hadden gehoopt. Er ontstonden twijfels over de zin en het nut van kunst aan gebouwen. De overheid paste de percentageregeling aan. Een kunstwerk hoefde niet langer architectuur gebonden te zijn. Rond 1965 naderde de wederopbouw zijn voltooiing en stopten de opdrachten voor dit soort monumentale kunst. Naast de percentageregeling zijn in Emmeloord ook kunstwerken tot stand gekomen dankzij de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR), een in internationaal opzicht unieke regeling die kunstenaars die niet van hun werk konden leven een tijdelijk inkomen bood in ruil voor kunstwerken.
De kunstcollectie in de gemeente Noordoostpolder is vanaf 1964 opgebouwd door de Stichting A.D. van Eckfonds. Het A.D. van Eckfonds was een gemeentelijke stichting met als taakstelling het verwerven en beheren van monumentale beeldende kunst in de publieke ruimte van Noordoostpolder. Aanleiding tot de oprichting was de pensioenering op 1 december 1964 van de heer A.D. Van Eck (1899-1970), die als hoofd van de Bouwkundige Afdeling van de Directie Wieringermeer van 1932 tot 1964 nauw betrokken was geweest bij de inrichting en ontwikkeling van de Noordoostpolder. Met het in het leven roepen van deze stichting heeft de gemeente Noordoostpolder haar erkentelijkheid willen uitdrukken voor hetgeen de heer A.D. van Eck in de gemeente tot stand heeft gebracht. Van Eck schonk ƒ 22.000,- (€10.000,-) aan het fonds en de gemeente had tevoren een bedrag van ƒ 16.000,- (€ 7.260,-) voor het fonds bestemd. De gemeente ziet beeldende kunst als een belangrijk onderdeel van de beleving van de buitenruimte en wil haar ruimtelijke kwaliteit en het ruimtelijke karakter van Noordoostpolder accentueren met beeldende kunst in de publieke ruimte. Iedere passant wordt ermee geconfronteerd. Daarmee behoort beeldende kunst tot de meest laagdrempelige en meest toegankelijke cultuuruiting.
Op 16 december 2010 nam de gemeenteraad de beslissing om het A.D. van Eckfonds op te heffen. De taken werden in 2011 door de gemeente overgenomen. Hiervoor zou de Adviescommissie Beeldende Kunst 'A.D. van Eck' ingesteld worden, maar dat is nooit gebeurd. In april 2016 werd door de gemeenteraad het Cultuurbeleid 2016-2019 vastgesteld. Daarin werd vastgelegd dat de gemeente geen kunstwerken meer aankoopt en dat de reserve Beeldende Kunst en Cultuur (BKC) alleen nog benut zal worden voor kosten en onderhoud en verplaatsing en reparatie uit deze en voor onvoorziene uitgaven inzake het Cultuurbeleid. In juni 2021 heeft de gemeenteraad besloten de ‘verordening percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte gemeente Noordoostpolder 2013’ met terugwerkende kracht in te trekken per 1 januari 2013. Die verordening regelde dat bij sommige gemeentelijke opdrachten voor nieuwbouw of aanleg van gemeentelijke werken 2% van het begrote bedrag werd opgenomen ten behoeve van aanschaf beeldende kunst. Het moge duidelijk zijn dat na de liquidatie van het A.D. van Eckfonds de gemeente Noordoostpolder geen geld meer overheeft voor aankoop van kunstwerken om de openbare ruimte te verfraaien.
In de publieke ruimte van Emmeloord zijn ongeveer honderd kunstwerken te vinden, kunstwerken waar u misschien wel dagelijks aan voorbij komt maar die door hun vanzelfsprekendheid niet meer opvallen. Door achtergrondinformatie te geven, te schrijven over de ontstaans- en plaatsingsgeschiedenis en te wijzen op details waaraan in beschrijvingen vaak voorbij wordt gegaan, hoopt Flevoland Erfgoed de kunstwerken weer 'zichtbaar' te maken zodat u ze met andere ogen gaat bekijken. Hieronder vindt u de inventarisatie die zelfs voor iemand die Emmeloord wel denkt te kennen verrassingen op kan leveren. De kunstwerken 'Cirkels in het groen', 'Monument voor de Sterrenkindjes', 'Onderduikersbank', 'Portretreliëf A.D. van Eck', 'Portretreliëf dokter J.H. Jansen', 'Portretreliëf ds. A.S. Talma' en 'Wandreliëf Bernard Geurtzen' zijn monumenten en staan beschreven onder de categorie herinneringsmonumenten. Kunst in het interieur van (kerk)gebouwen vindt u in de beschrijving van de (kerk)gebouwen onder bouwkunst. In de loop der jaren zijn ook kunstwerken uit de publieke ruimte van Emmeloord verdwenen. De beschrijving van deze kunstwerken zijn hier te vinden.
Klik op een foto om naar de beschrijving van de kunstwerken te gaan.