Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes

Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes
Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes

Plaats: Emmeloord

Locatie: Espelerlaan, begraafplaats

Kunstenaar: onbekend

Materiaal: marmer

Jaar: 2014


Beschrijving:

Op 18 december 2014 hebben wethouder Andries Poppe en Pastoor Victor Maagd van de Heilige Michaël Parochie in Emmeloord een Mariabeeld op het Rooms Katholieke gedeelte van de Algemene begraafplaats onthuld. Het kunstwerk is een geschenk van een kunstenaar uit Noordoostpolder die anoniem wil blijven. De kunstenaar benaderde de gemeente met de vraag of die belangstelling had voor een Mariabeeld. De ouders van de kunstenaar zijn beide op de begraafplaats in Emmeloord begraven. "Dan is dit Mariabeeld een mooi gebaar". De kunstenaar had meerdere Mariabeelden in de aanbieding, die bij het opruimen van zijn atelier tevoorschijn waren gekomen. De gemeente vond dit Mariabeeld het meest passend. Bron: De Stentor.

Het beeld is gemaakt van wit marmer, een steensoort die redelijk hard is maar zich toch makkelijk laat bewerken door bijvoorbeeld raspen te gebruiken. Het is een verbeelding van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Tussen 11 februari en 16 juli 1858 kreeg de 14-jarige Bernadette Soubirous, in de grot van Massabielle in de buurt van het Zuid-Franse plaatsje Lourdes, 18 verschijningen. Na de eerste verschijning vertelde Bernadette "Ik zag een dame in het wit gekleed: zij droeg een wit kleed, een witte sluier, een blauwe gordel en een gele roos op elke voet, de kleur van de ketting van haar rozenkrans". Tijdens de 16e verschijning, op 25 maart, stelde deze vrouw zich voor als "Que soy era immaculade councepciou" ("Ik ben de onbevlekte ontvangenis"). Dit verwijst naar het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis, dat Paus Pius IX  vier jaar eerder, op 8 december 1854, had afgekondigd. Het dogma bevestigt de bijzondere status van Maria door te stellen dat zij verwekt werd en ter wereld kwam zonder met de erfzonde te zijn belast. 

Op 18 januari 1862 publiceerde de bisschop van Tarbes, Monseigneur Laurence, een brief waarin hij in naam van de Kerk de echtheid van de verschijningen erkende. De gelovigen werd toegestaan naar die plek op bedevaart te gaan. De beeldhouwer Joseph-Hugues Fabisch (1812-1886) begon in 1863 met een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes dat in 1864 een plaats kreeg op de plek van de verschijningen en de grot tot op heden siert. Hij vervaardigde het beeld op aanwijzing van Bernadette Soubirous, maar maakte Maria groter en ouder dan zij hem beschreef. Naar dit beeld zijn veel kopieën gemaakt die wereldwijd verspreid zijn.

Maria is staande ten voeten uit afgebeeld, helemaal wit, helemaal puur, als teken van Gods Liefde. Zij heeft haar hoofd gebogen, de ogen gesloten en de handen gevouwen in aanbidding. Over haar lange gewaad draagt Maria een sjerp en haar hoofd is bedekt met een sluier die over haar schouders afhangt. Op haar rechter blote voet ligt een roos. Rond het rotsblok waarop zij staat is als symbool van Maria een rozentak zonder doornen weergegeven. De doornen van de roos verwijzen naar de erfzonde. Maria wordt roos zonder doornen genoemd omdat zij niet met de erfzonde belast was. Maria draagt om haar arm een rozenkrans. De naam ‘rozenkrans’’ of ‘rozenhoedje’ komt in zwang tegen het einde van de vijftiende eeuw, ofschoon het gebruik van een gebedssnoer met kralen zeker al vanaf de twaalfde eeuw bestond. Aanleiding tot deze benaming boden middeleeuwse legenden, die verhaalden dat Maria de Ave’s uit de mond van haar dienaren aanneemt, ze als rozen aan een snoer rijgt en zich ermee bekranst.

Na de onthulling is het 2 meter hoge beeld door Pastoor Maagd met de wijwaterkwast ingezegend. Volgens Maagd roept dit beeld van Maria van Lourdes op om solidair te zijn met alle zieken en armen. Sinds 2019 staat ook op de begraafplaats van Marknesse een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes.