Spelend kind

Spelend kind
Spelend kind Spelend kind Spelend kind Spelend kind Spelend kind Spelend kind Spelend kind Spelend kind

Plaats: Emmeloord

Locatie: Medemblikpad

Kunstenaar: Kees Schrikker

Materiaal: brons

Jaar: 1973


Beschrijving:

Op 27 april 1973 onthulde wethouder Berend Jan Blikman (1928-2016) op het Harmen Visserplein een bronzen beeld bij het Stadskantoor, dat de gemeente aangeboden kreeg door fa. L. Timmer B.V. uit Dordrecht, de aannemingsmaatschappij die al sedert 1942 actief was in de Noordoostpolder op het gebied van de wegenbouw. Tijdens de bijeenkomst voorafgaand aan de onthulling zei de heer J.L. Timmer, een van de directeuren: "We hebben al zolang hier iets in de grond gedaan, we wilden er nu ook eens wat opzetten". Het kunstwerk stond volgens Timmer symbool voor de jonge poldergemeenschap die zich nog ontwikkelen moest. Bron: De Noordoostpolder 1 mei 1973.

Het kunstwerk 'Spelend kind', van kunstenaar Kees Schrikker, werd op een natuurstenen sokkel in een bloembak naast de vijver voor het Stadskantoor geplaatst. 'Spelend kind' is figuratief en bezit een eigen natuurlijkheid, zonder dat het ook maar iets met een kopie van de natuur te maken heeft, typerend voor de stijl van Schrikker. Zijn werk kenmerkt zich door eerlijkheid, eenvoud en een wat ruige vorming die toch waar nodig zachtheid en ingetogenheid uitbeelden. We zien een kind dat op handen en voeten staat. Met het hoofd enigszins scheef beziet het glimlachend zijn omgeving. Voordat het kunstwerk in brons afgegoten kon worden heeft Schrikker het gemodelleerd. Als afwerking is 'Spelend kind' gepatineerd. Door het spel van licht en schaduw op het onregelmatige oppervlak wordt het beeld levendig.

In 1986 werd het stadskantoor verbouwd tot gemeentehuis. Het Harmen Visserplein werd opnieuw ingericht, de vijver verdween. Het kunstwerk 'Spelend kind' werd verplaatst naar het grasveld aan de Urkerweg naast het Muzisch Centrum waar het op een grondplaat kwam te staan. Omdat voorheen 'Spelend kind' op een sokkel stond ging alle aandacht uit naar het kunstwerk. Nu de sokkel ontbreekt gaat het kunstwerk op in de omgeving.

Het kunstwerk 'Paard', dat tot 24 januari 2013 bij fietsbrug de Overstap stond, werd zonder overleg met wijkplatform de Zuidert door de gemeente naar de Noordzijde verplaatst. Het wijkplatform wilde een nieuw kunstwerk om de lege plek op de sokkel op te vullen. De gemeente Noordoostpolder bood aan de sculptuur '1942-' van Hans Petri naar de Zuidert te verplaatsen. Dit kunstwerk werd door het wijkplatform als "niet passend" afgewezen. Ook twee andere kunstwerken die de gemeente over had en het wijkplatform aanbood, konden de goedkeuring niet wegdragen. Het wijkplatform zag het kunstwerk 'Zandkorrel' van Bert van Loo, dat aan de Amsterdamseweg staat, graag naar de lege plek verhuizen. De gemeente liet weten hier niet aan mee te werken. In maart 2014 heeft de gemeente De Zuidert vier bestaande kunstwerken aangeboden. Het wijkplatform kon kiezen uit de 'Onderduikersbank' van Wim van Doorschodt, 'Nagels' van Chris Verbeek, één van de twee 'Leeuwen' van Bart van Hove of het kunstwerk 'Spelend kind'. De vijfde keuze was een nieuw, door een lokale kunstenaar te maken kunstwerk. Op 9 oktober 2014 werd bekend dat wijkplatform De Zuidert uit de verschillende opties 'Spelend kind' had gekozen omdat het kunstwerk symbool staat voor de kinderrijke buurt. Het kunstwerk is op 20 maart 2015 verhuisd naar het Medemblikpad. De gemeente had € 2530,- begroot voor de verplaatsing. 'Spelend kind' staat niet meer op een grondplaat, maar is direct in het gras geplaatst. Op 20 maart werd 'Spelend kind' nabij de oude sokkel van het kunstwerk 'Paard' onthuld door wethouder Wiemer Haagsma. Op 24 juni 2016 werd op de lege sokkel het kunstwerk 'Vis' onthuld dat ontworpen is door Oscar Mendlik.

Bron foto 'Spelend kind' op Harmen Visserplein: N.O.P. Nostalgia

Kunstenaar

Cornelis (Kees) Schrikker werd op 16 juli 1898 in Amsterdam geboren. Hij heeft het vak van beeldhouwer vrij laat ontdekt. Aanvankelijk was hij als tabaksinkoper werkzaam in Amsterdam. Pas op zijn 28e, tijdens een kuur in Zwitserland kwam hij er achter dat hij wilde gaan beeldhouwen. "Ik zat daar wel eens met sneeuw te boetseren en dan stond er plotseling de kop van Homerus of Dante". In 1925 ging hij in de leer bij de laatste stadsbeeldhouwer van Amsterdam, Hildo Krop. Vervolgens studeerde hij van 1926 tot 1930 aan de beeldhouwafdeling van de Rijksacademie in Amsterdam. Onder leiding van professor Jan Bronner bekwaamde Schrikker zich in de inhoudelijke en technische aspecten van het vak. In 1930 vestigde hij zich, samen met zijn vrouw Liesje, in Parijs waar hij de Académie Scandinave bezocht. In 1947 keerde hij terug naar Nederland en betrok in 1948 de atelierwoning van Han Wezelaar in Laren (NH) die de beeldhouwer Joseph da Costa in 1911 had laten bouwen naar een ontwerp van architect A.J. Kropholler. In 1949 was Kees Schrikker medeoprichter van tekenclub Hamdorff. De zolder van Hotel Hamdorff bood onderdak. De leden van de Tekenclub kwamen iedere week bijeen om te tekenen naar model. Tot 1978 konden ze gebruik maken van de Hamdorffzolder. Alvorens een ruimte werd gevonden in de Gooise Academie werd er nog een paar jaar getekend in het atelier van Rie Kessel. Van 1954 tot 1972 was Schrikker werkzaam als directeur en docent op de Gooise Academie voor Beeldende Kunst waar hij onderrichtte in de boetseerkunst. 

Schrikker putte zijn inspiratie voornamelijk uit een heel jong onderwerp: kinderen in het kruipstadium. In een interview in De Telegraaf van 9 februari 1982 vertelde de toen 83-jarige beeldhouwer: "Mijn voorkeur gaat uit naar kinderen die nog niet praten, die liegen niet. Ik denk altijd aan dat mooie Chinese gezegde: Je hebt vier jaar nodig om taal te leren, zestig jaar om te leren luisteren en daarna heb je de tijd om te leren zwijgen. Ik kan echter niet zeggen dat het van toepassing is op mezelf. Ik zal nog wel heel lang moeten wachten tot ik leer te zwijgen. Maar ja het zijn dan ook Chinezen ....". Kees Schrikker was op hoge leeftijd nog creatief en ook fysiek in staat te creeëren. Hij zegt hierover: "Ik weet eigenlijk niet waarom ik nog doorga. Ik heb nog 200 onverkochte beelden en als je op deze leeftijd nog zo veel van je producten om je heen hebt, is de kans klein dat je er doorheen bent als je doodgaat. Aan de andere kant geloof ik dat je als kunstenaar boven de 60 pas goed en wel begint, met zestig jaar ben je volgens mij pas echt meerderjarig. Dan ken je de mensen pas en weet je wie je voor je hebt als je iemand in de ogen kijkt". Op 6 juni 1993 overleed Kees Schrikker op 94-jarige leeftijd in zijn woonplaats Laren.

Kees Schrikker heeft een verzetsmonument voor de begraafplaats Crooswijk in Rotterdam gemaakt en één voor de gemeente Hardinxveld. In zijn woonplaats Laren staat het kunstwerk 'Berend Gestekorrel', de dirigent van de Boerenkapel de Dorsvlegels.