Paard

Paard
Paard Paard Paard Paard Paard Paard

Plaats: Emmeloord

Locatie: Noordzijde

Kunstenaar: Arthur Spronken

Materiaal: brons

Jaar: 1984


Beschrijving:

In februari 1981 werd in de gemeenteraad een plan besproken voor de bouw van een fiets- en voetgangersbrug over de Urkervaart bij de Cornelis Dirkszstraat. B & W van Noordoostpolder koos voor een houten brug. De totale bouwkosten daarvan werden geraamd op ƒ 770.000,-, ruim twee ton minder dan die van een moderne betonnen brug en anderhalve ton minder dan die van een traditionele betonnen brug. Beide laatste plannen vond het college te duur. Ingenieursbedrijf Oranjewoud maakte een sober en doeltreffend ontwerp voor de brugverbinding tussen Oud-Emmeloord en de nieuwe woonwijk De Zuidert, die vanaf 1970 gerealiseerd werd. In september 1981 werd de brug ondershands aanbesteed voor ƒ 656.780,-. De bouw van de brug werd voor ƒ 422.780,-. opgedragen aan aannemersbedrijf F.B. Leijnse BV uit Lemmer. Voor het maken van de beweegbare delen werd opdracht gegeven aan de firma Kuiken voor ƒ 243.000,-. De houten brug, waarvoor aan de zijde van de Cornelis Dirkszstraat de oprit van de voormalige kiepsteiger werd gebruikt, kwam in 1983 gereed. De brug kreeg de naam 'De Overstap'. De brug doet aan als een tijdelijke brug en mist de expressie die iets zegt over de plek. De uitstraling en vormgeving leggen niet de verbinding met de polderstad, zoals de andere bruggen in Emmeloord wel doen.

In verband met een eventueel te plaatsen kunstwerk bij de fietsbrug in de wijk De Zuidert kwamen er bij het A.D. van Eckfonds een aantal vragen op. Schaffen we een bestaand kunstwerk aan of wordt er gedacht aan een nieuw kunstwerk? Doen we dat via een open inschrijving, een meervoudige opdracht of selecteren we vooraf een beeldend kunstenaar? Op advies van de Culturele Raad Overijssel werd gekozen voor selectie. In november 1981 brachten enkele leden van het A.D. van Eckfonds een bezoek aan een tweetal kunstenaars. Als eerste ging men naar de kunstenaar Arthur Spronken uit Beek in Zuid-Limburg, die op dat moment een expositie had in Venlo. Het tweede bezoek voerde naar de provincie Groningen, naar de tekenaar en beeldhouwer Edy Roos uit Uithuizen. In de vergadering van 30 november 1981 besloot het A.D. van Eckfonds over te gaan tot aankoop van een kunstwerk voor de Zuidert. De heer Gerhard Boeschoten, adviseur van de Culturele Raad Overijssel, vertelde dat de keus van de leden gevallen was op een robuust bronzen paard van Arthur Spronken. Een week later was de kunstenaar te gast in Emmeloord om daar de situatie voor zijn te plaatsen kunstwerk te bekijken. 

Het kunstwerk 'Paard' werd op 8 juni 1984 bij fietsbrug 'De Overstap' onthuld door kunstschilder en illustrator Janneke Brinkman-Salentijn. Arthur Spronken liet zijn kunstwerken altijd bij bronsgieter Pie Sijen in Geverik gieten. Deze Limburgse gieterij staat erom bekend dat zij grote tot zeer grote bronzen beelden in één stuk kunnen gieten via de verloren was methode. Alle beelden uitgevoerd in deze techniek zijn unica, unieke exemplaren. Het kunstwerk is hol van binnen. Massief brons van deze afmetingen zou gaan krimpen en scheuren. Toen de paardentors voor Emmeloord gegoten werd waren Janneke Brinkman-Salentijn en haar echtgenoot, de toenmalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Eelco Brinkman, hierbij aanwezig. Daarnaast is Janneke Brinkman-Salentijn in Meppel geboren, maar opgegroeid in Emmeloord. Dit was voor de gemeente Noordoostpolder en het A.D. van Eckfonds reden genoeg om mevrouw Brinkman voor de onthulling uit te nodigen. In zijn toespraak tijdens de onthullingsplechtigheid memoreerde toenmalig wethouder Dirk de Wit dat het op de dag af exact drie jaar geleden was dat de allereerste besprekingen voor een kunstwerk in de Zuidert waren begonnen.

In tegenstelling tot alle andere paardentorso's van Spronken heeft het paard in Emmeloord een gecoupeerde staart. Bij één van de bezoeken van leden van het A.D. van Eckfonds aan Spronken in zijn atelier stond daar het in was gemodelleerde ontwerp. De paardentorso's die Spronken ontwierp kregen nooit een staart. Ook bij het Belgisch-achtig trekpaard dat de kunstenaar voor Emmeloord ontworpen had ontbrak de staart. Toen wethouder en voorzitter van het A.D. van Eckfonds Dirk de Wit dat zag vond hij dat een paard een staart behoorde te hebben. Na lang aanhouden van De Wit is Spronken gezwicht en voorzag het werk van een staart. Het paard is duidelijk een favoriet onderwerp van de kunstenaar. Maar het paard is niet realistisch weergegeven. Dit is een verbeelding van het wezenlijke van een paard. Wat Spronken heeft willen uitbeelden is de dynamiek van het lichaam. Het accent werd gelegd op waar het om ging, de rest was overbodig, werd weggelaten, geamputeerd. De torso, de kracht van de sprong, maar zonder benen. Slechts het lijf, de billen, de hals en het hoofd laat hij de toeschouwer zien. Onder zijn glanzende huid zijn botten, spieren en zenuwen zichtbaar. Spronken concentreert zich op de essentie van het beeld: de paardentorso in al zijn kracht en beleving. Omdat het paard uitsluitend via een pin met de ongeveer 1.50 m hoge sokkel verbonden is wekt het beeld de indruk vrij in de ruimte te zweven. Op 24 januari 2013 is 'Paard' door Binder Art Service B.V. van zijn sokkel aan het Medemblikpad gelicht. Het kunstwerk werd opgeknapt en met instemming van Arthur Spronken bij de vernieuwde parkeerplaats op de Paardenmarkt geplaatst.

In december 2011 startte de gemeente Noordoostpolder met de herontwikkeling van het centrum van Emmeloord. Het eerste werd de parkeerplaats aan de Noordzijde aangepakt. Het ontwerp voor het nieuwe parkeerterrein is gemaakt door landschapsarchitect Jan van Kleef van KuiperCompagnons. Hij liet zich inspireren door de streepjescode. Oud-wethouder Jan Mulder (1943-2018) was nauw betrokken bij de ontwikkelingen voor de herinrichting van het stadscentrum. Bij het opstellen van het herontwikkelingsplan stelde hij voor de parkeerplaats 'Paardenmarkt' te noemen. Op 26 juni 2012 bepaalde het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder dat het gebied tussen de Bumalaan, Faddegonstraat, Noordzijde en Sportlaan officieel de naam 'Paardenmarkt' zou gaan dragen. Tevens stelde zij een bedrag van € 25.000,- beschikbaar om deze naam met een kunstobject nog meer kracht bij te zetten. De naam Paardenmarkt verwijst naar de oorspronkelijke bestemming van het terrein. De plannen voor de inrichting van de Noordoostpolder zijn gemaakt in een tijd dat paarden nog de belangrijkste trekkracht leverden op het boerenbedrijf. Het was de bedoeling dat op de plek waar nu auto's geparkeerd worden, de handel in paarden zou plaatsvinden. Vanwege de snelle industriële ontwikkeling van de akkerbouw heeft er nooit echte paardenhandel plaatsgevonden. Al snel werd de functie van het paard overgenomen door trekkers. In 1947 telde Nederland nog 230.000 landbouwpaarden, rond 1970 zijn dat er nog maar 50.000 terwijl het aantal tractoren tussen 1950 en 1960 steeg van 18.000 naar 64.000. Dankzij de verhuizing van het 'Paard' van het Medemblikpad naar de Noordzijde is de herkenbaarheid van de Paardenmarkt vergroot. Daarnaast verwijst het kunstwerk naar de historische benaming van het plein.

De kosten voor het opknappen van het kunstwerk en de verplaatsing bedroegen € 10.314,-. Dit bedrag kon betaald worden uit de grondexploitatie en kwam dus niet ten laste van de reserve Beeldende Kunst en Cultuur (BKC). Op 26 juni 2013 is het kunstwerk op zijn nieuwe plek onthuld. Na een korte toespraak van cultuurwethouder Wouter Ruifrok trokken twee Belgische trekpaarden van Op d'n Akker het kleed weg waarmee de paardentorso van Arthur Spronken was ingepakt.

Op de sokkel aan het Medemblikpad staat sinds 24 juli 2016 het kunstwerk 'Vis' van kunstenaar Oscar Mendlik

Bron: De Noordoostpolder

Kunstenaar

Arthur Jan Elisa Spronken is op 30 juli 1930 in Beek geboren. In zijn jeugd werd hij beïnvloed door de paardenliefhebberij van zijn vader, die hengsten fokte en zijn grootvader die paardenhandelaar was. Op de 3-jarige Handelsschool in Sittard werd hij klaargestoomd voor de handel. Maar de drang om kunstenaar te worden won het reeds vroeg van een bezigheid in de handel. In 1947 vertrok hij naar België om in een bakkerij te werken. Vandaar fietste hij wekelijks 75 kilometer om bij amateur beeldhouwer Paul Schmalbach, een vriend van de familie, figuren in hout te snijden. Van 1948 tot 1952 volgde Spronken, aangemoedigd door Smalbach, een opleiding steenhouwen en tekenen aan de Middelbare Kunstnijverheidsschool (sinds 1959 Stadsacademie voor Toegepaste Kunsten) in Maastricht waar hij les kreeg van beeldhouwer Charles Vos en kunstschilder Harry Koolen.

In 1953 werd in het van Abbemuseum in Eindhoven aandacht geschonken aan het nieuwe classisisme van Italianen als Marini, Manzù en Mascherini, dat zich kenmerkt door strak gestileerde mens- en dierfiguren. Spronken was zo onder de indruk dat hij besloot zich in te schrijven voor een beurs van de Italiaanse overheid waarmee hij een jaar aan een kunstacademie in Italië mocht studeren. Dankzij de beurs van het Italiaans Cultureel Instituut kon hij in 1954 naar Milaan vertrekken om stage te lopen aan de Accademia di belle Arti di Brera (Academie voor Schone Kunsten van Brera). Daar kreeg hij onder anderen les van Marino Marini, een specialist op het gebied van paarden in de beeldhouwkunst. Eenmaal terug in Nederland hakte Spronken in eerste instantie voornamelijk religieuze figuren uit blauwe hardsteen en hout. Rond 1961 ging hij over op brons. Zijn figuratieve beelden concentreren zich rond de dynamiek van lichamen. Arthur Spronken is gefascineerd door dieren als paarden en stieren. Wat hem boeit is hun beweging, levenskracht en warme uitstraling. Het zijn deze kwaliteiten die hij in een beeld wil vangen. Deze eigenschappen ballen zich samen in het lijf en dat komt extra sterk tot uiting, doordat hij de ledematen afkapt na de eerste aanzet. 

Spronken werd eind zestiger / begin zeventiger jaren door veel overheden omarmd omdat zijn kunst het goede midden hield tussen abstract en realistisch of tussen modern en klassiek. Als jonge beeldhouwer bewoog Spronken zich al tussen traditie en experiment. Hij reduceert en speelt met vorm en houding. Tegelijkertijd weerklinkt in zijn beelden een grote passie voor de beeldhouwkunst van Renaissance en Oudheid. Zijn studie in Italië heeft hier beslist aan bijgedragen. Zo weet Spronken met een volstrekt eigen, moderne beeldtaal een sfeer op te roepen, die verwijst naar vervlogen tijden. Arthur Spronken won een aantal prestigieuze prijzen waaronder in 1963 de Prix Biennale Paris. Hij kreeg veel opdrachten, waarbij de bronzen paarden in velerlei uitvoeringen de meest voorkomende zijn. Bij de Technische Universiteit Eindhoven staat het beeld 'Vliegende Amazone', in Amsterdam, Amstelveen, Leiden, Velsen, Roermond, 's Hertogenbosch, Castricum en Emmeloord staan paardentorso's. Ook in Utrecht zijn beelden van paarden te vinden, 'Julius Sulway' (1985), 'Paardje' (1965) en 'Vlucht' (1969). In Maastricht staat op de Thermen 'Amazone te paard' (1973), dat enige jaren op het Stadhuisplein in Lelystad heeft gestaan.

Arthur Spronken is op 5 april 2018 op 87-jarige leeftijd overleden in een ziekenhuis in Sittard. De laatste jaren was hij fysiek niet meer in staat om grote bronzen beelden te maken, maar bleef als kunstenaar actief door tekeningen te maken.