Glasappliqué 't Voorhuys

Glasappliqué 't Voorhuys
Glasappliqué 't Voorhuys Glasappliqué 't Voorhuys Glasappliqué 't Voorhuys Glasappliqué 't Voorhuys Glasappliqué 't Voorhuys Glasappliqué 't Voorhuys Glasappliqué 't Voorhuys Glasappliqué 't Voorhuys

Plaats: Emmeloord

Locatie: Harmen Visserplein 2

Kunstenaar: Lex Horn

Materiaal: glas

Jaar: 1953


Beschrijving:

Na de Tweede Wereldoorlog moest de Nederlandse samenleving fysiek en moreel herstellen van de gevolgen van de Duitse bezetting. Om mee te helpen een betere maatschappij te scheppen stelde de overheid in 1951 een rijksregeling in voor decoratieve aankleding van belangrijke en representatieve gebouwen. Hierdoor kon bij nieuwbouw 1,5% van de bouwsom aan beeldende kunst besteed worden. Deze monumentale kunstwerken bevonden zich in, aan of bij de gebouwen, was speciaal voor de architectonische setting ontworpen en vormde er een eenheid mee. De kunstwerken moesten goed passen bij de specifieke aard van het gebouw, zodat de gebruikers zich met de kunst en de architectuur konden identificeren. Bij de bouw van 't Voorhuys was de monumentale kunst dan ook een intergraal onderdeel van de architectuur. Kunstenaar Lex Horn ontwierp voor het multifunctionele gebouw een serie kleurrijke ramen die jarenlang de sfeerbepalende elementen in het theater annex beursgebouw waren. In 1995 gingen de schouwburg, bioscoop en beurszaal als zelfstandige organisaties verder. De schouwburg en beurszaal werden grondig gerenoveerd. Door de plaatsing van toiletten en een bar ging een kwart van de beurszaal verloren. Daardoor moesten de monumentale ramen wijken. Gelukkig sneuvelde niet alle ramen bij de renovatie, twee werden van de sloop gered en opgeslagen bij het Muzisch Centrum aan het Harmen Visserplein. Ook een deur verhuisde daar naar toe, maar niemand weet waar die gebleven is.

Lex Horn was de eerste kunstenaar in Nederland die de techniek van glasappliqué toepaste. Horn ontwikkelde deze nieuwe techniek onder meer in samenwerking met glazeniers van het bedrijf de Glasindustrie Van Tetterode in Amsterdam. Floris van Tetterode (1899-1985) had in 1925 de Glasindustrie Van Tetterode in Amsterdam opgericht. Na 1945 zocht hij naar nieuwe mogelijkheden voor de toepassing van decoratief glas in de architectuur. Hij experimenteerde met een nieuwe techniek waarbij stukken gekleurd glas op blank glas worden gelijmd. De primer, die de lagen goed aan elkaar hecht, werd begin jaren vijftig van de 20e eeuw door Floris van Tetterode in samenwerking met het Engelse bedrijf Pilkingron's Glaswork in St. Helens ontwikkeld. Het glasappliqué gaf de kunstenaar meer vrijheid. De techniek werd verder ontwikkeld door de kunstenaar Joop van den Broek, die bij Van Tetterode werkte, en veel glazeniers met raad en daad bijstond. Bij deze techniek hoefde in het ontwerp niet langer contouren rondom de glasdelen aangebracht te worden omdat de glazenier het glas niet in ondoorzichtige materialen als lood of beton moest vatten. Door het gebruik van kleurloze en onzichtbare lijm en het versmelten van glaslagen ontstonden meer mogelijkheden en vrijere vormen. Doordat de glasstukken deels overlappen, of juist niet helemaal op elkaar aansluiten, ontstonden donkere c.q. doorzichtige lijnen. 

De twee van de sloop geredde ramen uit 't Voorhuys hangen tegenwoordig in het Muzisch Centrum aan het Harmen Visserplein. Het eerste glasappliqué zat naast de ingang van het theatergebouw en werd voor een raam van een kantoorruimte rechts naast de ingang. Maar dit raam is ook hier verdwenen en hangt nu elders in het gebouw. In dit figuratieve raam zijn allerlei aspecten van de geschiedenis van de Noordoostpolder afgebeeld. Bovenaan zien we figuren uit de prehistorie. In de laatste ijstijd, meer dan 70.000 jaar geleden hebben, op wat nu het grondgebied van de gemeente Noordoostpolder is, mammoeten, wolharige rinocerossen en edelherten rondgezworven. Na de drooglegging van de polder zijn bij grondwerk tussen Ens en Kraggenburg resten van deze prehistorische dieren gevonden. Vondsten van prehistorische werktuigen en kampementen duiden erop dat in het gebied ook jager-verzamelaars hebben gewoond. In een latere periode was de Zuiderzee een belangrijke handelsweg en gooiden de vissersschepen hier hun netten uit. Na de drooglegging van de 48.000 ha grote Noordoostpolder was de landbouw het belangrijkste middel van bestaan. 

Het tweede raam, één van de bovenlichten in de muur tussen de foyer en de beurszaal, heeft handel als thema en refereerde aan de functie van het gebouw. Dit raam bevindt zich nu in de kunstuitleen. Bovenaan zien we een haven en schepen. Toentertijd vond de af- en aanvoer van producten over het water plaats. Het beurscomplex is van zeer groot belang geweest voor de ontwikkeling van Emmeloord en de samenleving in de gehele Noordoostpolder. De beurszaal, die plaats bood aan 1000 personen, was door middel van schotten in kleinere compartimenten onderverdeeld en de tafeltjes werden aan handelaren uit alle delen van het land verhuurd. De belangstelling voor de wekelijkse beurs was zo groot dat de kooplieden iedere donderdag in grote getale naar Emmeloord stroomden. Die dag verzamelden de boeren uit de polder zich in de beurs en deden zaken. Dat tafereel is aan de onderkant van het glasappliqué verbeeld. 

De beide ramen zijn van grote cultuurhistorische waarde omdat zij een exponent zijn van de wederopbouwperiode gekenmerkt door daadkracht en vooruitgangsoptimisme.

Kunstenaar

Alexander (Lex) Horn werd op 23 oktober 1916 in Nijmegen geboren. Hij toonde al snel beeldende aanleg en de gedrevenheid die ook te benutten. Na de HBS ging hij, op aanraden van de tekenaar Jo Spiers, studeren aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam aan de afdeling monumentale en versierende schilderkunst onder leiding van professor Heinrich Campendonck. In 1948 vertegenwoordigde Lex Horn Nederland op de Venetiaanse Biënnale en in 1949 was zijn werk prominent aanwezig op de Beneluxtentoonstelling in Den Haag. Samen met Hans van Norden richtte Horn in 1952 de Vereniging van beoefenaars der Monumentale Kunsten (VbMK) op, een vereniging die opdrachtgevers en kunstenaars met elkaar in contact bracht. De VbMK heeft er veel aan gedaan om de overheid de percentageregeling duidelijk vast te laten leggen. De adviescommissie van de VbMK gaf advies aan opdrachtgevers en architecten. Zoals over de meest geschikte techniek, de meest geschikte kunstenaar, de hoogte van honoraria en uitvoeringskosten en over goede deskundigen voor kunstcommissies van instellingen of gemeentebesturen. 
 
In de jaren vijftig is Lex Horn een veel gevraagd beeldend kunstenaar voor monumentale kunst in tal van nieuwbouwprojecten. Hij realiseerde indrukwekkende sgraffito's, glasappliqué's en wandtapijten. In 1954 ontwierp Lex Horn als eerste glasappliqué ramen voor het in 1956 in gebruik genomen station Eindhoven. Het grote publiek kon in maart 1956 op de tentoonstelling 'De Opdracht' in het Stedelijk Museum kennis maken met glasappliquéramen van Lex Horn, Dick Zwiers, Karel Appel en Joop van de Broek. 
 
Toen in de jaren zestig de abstracte kunst meer en meer in de mode kwam, raakten Lex Horn en andere figuratief werkende kunstenaars in de vergetelheid. De abstracte kunst bracht Horn aan het twijfelen, zoals hij in zijn dagboeken schreef, en weerhield hem om zonder meer door te gaan met zijn expressionistische landschapschilderkunst uit de jaren vijftig. In de laatste vier jaren van zijn leven maakte Horn dan ook robuust geschilderde doeken met een sterk symbolische lading. Lex Horn overleed op 55- jarige leeftijd plotseling op 13 juli 1968 in de Franse plaats Vannes (Bretagne) als hij daar met zijn gezin op vakantie is. Lex Horn maakte ongeveer 66 monumentale kunstwerken in zijn leven, waarvan al meer dan de helft is verdwenen. '