.

Noordoostpolder

Noordoostpolder

Bouwkunst in de Noordoostpolder

De Noordoostpolder bestaat uit twee gemeenten: Noordoostpolder met het bestuurlijk centrum in Emmeloord en de gemeente Urk. De bouwkunst in de gemeente Noordoostpolder wordt beheerst door de behoudende architectuur van de 'Delftse School'. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog kreeg het Bureau Granpré Molière, Verhagen, Kok de opdracht tekeningen te maken voor een poldercentrum en zes dorpen. Dit plan was de basis voor de uiteindelijke inrichting van de Noordoostpolder. Prof. Ir. Marinus Jan Granpré Molière (1883-1972) was de voorman van de 'Delftse School'. De naam 'Delftse School' is afgeleid van de Delftse Technische Hogeschool, waar Granpré Molière van 1924 tot 1953 hoogleraar was.

De 'Delftse School' ontstond rond 1930 als reactie op het functionalisme, waarbij de economische crisis zeker een rol heeft gespeeld. De functie van een gebouw moest volgens de principes van de 'Delftse School' tot uitdrukking komen in de vorm. Dit betekende dat woningen veelal eenvoudig van vorm waren waarbij nauwelijks gebruik werd gemaakt van decoraties, terwijl openbare gebouwen juist een monumentaal en indrukwekkend karakter kregen en refereerden aan het classicisme, romaanse stijl of de Hollandse renaissance. Men zocht naar universele waarden en schoonheid door het gebruik van de ‘juiste’ verhoudingen, harmonie en licht. Kenmerkend voor de 'Delftse School' zijn het vrijwel uitsluitende gebruik van baksteen, brede kozijnen en erkers, hoge gootlijnen, groene hagen, de hoge met pannen beklede zadeldaken tussen topgevels en het gebruik van natuursteen op constructief belangrijke punten. Binnen de stroming werd veel inspiratie gehaald uit de traditionele plattelandsbouw. De dorpen in de Noordoostpolder bestaan vooral uit rijtjes woonblokken met rode baksteen en met oranjerode pannen.

In elk dorp waren drie kerken gepland van de dominante kerkgemeenschappen Rooms-Katholiek, Hervormd en Gereformeerd, die een excentrische ligging, op een markante plaats in het dorp, op enige afstand van elkaar kregen, waarbij de ene kerk de andere niet mocht overheersen. Terwijl de Directie Wieringermeer woningen, winkels en andere gebouwen in de polder ontwierp, werden de kerken in de Noordoostpolder door de kerkgenootschappen zelf gebouwd. Omdat zij vrij waren in het kiezen van een architect van hun keuze kreeg elke kerk een karakteristieke vorm, die paste bij de eigen wijze waarop zij de gemeenschappelijke leer uitdroeg.

Het 'Nieuwe Bouwen' of modernisme raakte in de jaren vijftig steeds meer in zwang en beïnvloedde de ontwerpers die bezig waren met de laatste polderdorpen. In veel dorpen zijn al kleine ingrepen te zien; op de zon georiënteerde bouw in stroken en minder formele architectuur. Nagele markeert de overgang naar de nieuwe tijd. Het is het enige dorp dat niet is ontworpen volgens de principes van de 'Delftse School', maar door een groep architecten die bekend is geworden onder de naam ‘de 8’ en 'Opbouw'. Volgens het 'Nieuwe Bouwen’ werd de vorm van een gebouw alleen bepaald door de functie en techniek. Ontwerpen werden daarom afgestemd op fabrieksmatige productiemethodes en rationele maatsystemen. Het dorpsgezicht uit 1954 is een optelsom van horizontale lijnen, veel open ruimte tussen de bebouwing en platte daken.

Klik op een plaatje om verder te gaan.

 


Plaats: Bant


Plaats: Creil


Plaats: Emmeloord


Plaats: Ens


Plaats: Espel


Plaats: Kraggenburg


Plaats: Luttelgeest


Plaats: Marknesse


Plaats: Nagele


Plaats: Rutten


Plaats: Tollebeek


Plaats: Urk