zonder titel

zonder titel
zonder titel zonder titel zonder titel zonder titel zonder titel

Plaats: Emmeloord

Locatie: Prof. ter Veenstraat

Kunstenaar: Jan de Baat

Materiaal: kwartsbeton

Jaar: 1960


Beschrijving:

Op het voorplein van het Zuyderzee Lyceum (tot augustus 2016 Zuyderzee College) aan de Prof. ter Veenstraat staat een plastiek van een speels, dartel, jong paard. In 1958-1959 werd het toenmalig Prof. Ter Veen Lyceum voor een bedrag van ƒ 1.163.450,- gebouwd door N.V. Panegro uit Warmond naar ontwerp van architect Jan Wiedijk. Voor kunst aan de buiten- en binnenzijde van scholen bestond toentertijd de mogelijkheid om gebruik te maken van de landelijke percentageregeling beeldende kunst. Eén procent van door de overheid bekostigde schoolgebouwen kon aan kunst besteed worden. De opdracht voor het vervaardigen van het kunstwerk werd verstrekt aan de Amsterdamse kunstenaar Jan de Baat. In de Friese Koerier van 5 september 1959 stond onder de kop "Kunstwerken lyceum Emmeloord" het volgende te lezen: "Emmeloord - Opdracht tot het maken van een schetsontwerp voor een in edel-beton uit te voeren beeldhouwwerk voor het nieuwe gebouw van het lyceum te Emmeloord is verleend aan de heer J. de Baat te Amsterdam. Voor het aanbrengen van scrafitto's werd een opdracht in gelijke zin gegeven aan de heer L. Schatz, eveneens te Amsterdam".

De Baat heeft het kunstwerk eerst in gips gemodelleerd. Het beeld werd vervolgens bij Kunstbetonfabriek De Meteoor in Velp in artistone gegoten, een kwartsbeton van grote hardheid, destijds een innovatief materiaal. Het is een springend paard dat op twee paaltjes is geplaatst waardoor het los komt van zijn omgeving. Dit benadrukt de sprong die het dier maakt. Het kunstwerk wordt gekenmerkt door een sterke combinatie van ruimtelijkheid en plasticiteit. De uitgestrekte benen dringen in tegenovergestelde richtingen door in de ruimte. Hierdoor wordt de ruimte rondom het beeld in beslag genomen. We noemen het beeld dan ruimte-veroverend. Het is geen naturalistisch paard, de vormgeving is gestileerd. Jan de Baat heeft minder aandacht besteed aan details, de figuur is sterk vereenvoudigd. Door de hoekige, scherpe vormen krijgt het licht alle kans om de plasticiteit te accentueren. Het is overduidelijk een figuratief beeld van een springend paard, waarin de modernisering van klassieke tradities duidelijk zichtbaar is. Door het gebruik van schuine lijnen is een uitgesproken dynamische compositie ontstaan, die een buitengewone mooie contrastwerking vertoont met het onmiskenbaar horizontalisme van de architectuur. 

Een titel geeft meer informatie over het kunstwerk, de interpretatie van de beschouwer wordt erdoor beïnvloed. Vaak geeft de kunstenaar een titel aan zijn werk, maar soms is een kunstwerk untitled. In de door de Stichting A.D. van Eckfonds uitgegeven 'Kunstroute Noordoostpolder, Een halve eeuw monumentale kunst 1952-2002' staat bij het springende paard van De Baat geen titel vermeld. Hoewel het kunstwerk dus officieel geen titel heeft circuleert op internet de naam 'Paard Pegasus'. Is deze naam juist? Pegasus, het vliegend paard uit de Griekse mythologie, wordt in de kunst altijd met vleugels afgebeeld en die ontbreken bij het kunstwerk op het schoolplein van het Zuyderzee Lyceum.

Zoals we kunnen lezen in het artikeltje in de Friese Koerier werd naast een opdracht aan Jan de Baat ook opdracht voor het aanbrengen van sgraffito's verleend aan de kunstschilder Leo Schatz (1918-2014). De vier kunstwerken zijn bij een verbouwing van het schoolgevouw verdwenen.

Kunstenaar

Jan de Baat is op 7 april 1921 in Standdaarbuiten, bij Moerdijk, geboren. De beeldhouwer heeft een rijk kunstenaarsleven achter de rug. Hij was tekenleraar en leerde zichzelf na de Tweede Wereldoorlog beeldhouwen waarbij hij zich liet beïnvloeden door Marino Marini, Henry Moore en Ossip Zadkine. Maar in de loop van de tijd ontwikkelde hij een eigen beeldtaal. Ambachtelijk heeft hij zich ontwikkeld door te werken bij bronsgieters, steenhouwers en smeden. Als kunstenaar ontwikkelde hij zich door te kijken, te luisteren, te lezen en te filosoferen. Jan de Baat heeft zich tijdens zijn artistieke loopbaan nadrukkelijk geprofileerd als een kunstenaar die graag de uitdaging van opdrachtsitua­ties zoekt. 

In 1957 ontving Jan de Baat zijn eerste opdracht van overheidswege. Op voorstel van de Raad voor de Kunst verzocht het gemeentebestuur van Groningen De Baat om een schetsopdracht voor een beeld van 'ome Loeks peerd' te maken. In beeldhouwerskringen heerste ontsteltenis over deze opdracht. Jan de Baat was wegens onvoldoende artistieke prestaties zowel door de vakgroep beeldhouwers van de federatie van kunstenaarsverenigingen als voor de Nederlandse Kring van Beeldhouwers als lid afgewezen. De Raad voor de Kunst stond vierkant achter de voordracht. Begin 1959 was het kunstwerk, dat ƒ 18.500,- gekost heeft, klaar en werd het op het plein voor het station geplaatst.

Tot begin jaren zestig maakte Jan de Baat figuratieve beelden van danseressen en paarden. Maar in de loop van de jaren 60 ontwikkelt hij zich tot een abstract kunstenaar. De vorm werd belangrijker dan de voorstelling en het materiaal. Edelstaal en natuursteen kregen als beeldend materiaal meer invloed. Zijn latere werk kan gerekend worden tot het abstract-expressionisme. Jan de Baat is monumentalist. Dat betekent dat hij geen persoonlijke problematiek in zijn beelden verwerkt. Hij wil de kijker treffen met iets moois. Eind jaren tachtig werd hij benoemd aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam waar hij vijf jaar hoofddocent beeldhouwen is geweest.

Kunstenaar Jan de Baat realiseerde bijna vijftig monumentale opdrachten in de openbare ruimte. Zijn werk is o.a te vinden in Emmeloord - een betonnen paard (1960) bij het Zuyderzee Lyceum en een betonnen bloem (1965) bij het Emmelwerda College, in Harderwijk aan de Badweg bij het Nassau-Veluwe College - 'Het Paard' of 'De Droom' (1962), in Castricum in de vijver langs De Bloemen- 'Pegasus' (1979), in Zwolle bij het Thomas à Kempis College - 'de Boemerang' en in park de Wezenlanden - 'Windharp' (beide 1972), in Amsterdam aan de Apollolaan - 'een wimpel in de wind' (officieel; 'Amsterdam dankt zijn Canadezen', 1980), in het Stadspark in Eindhoven - 'de Ontmoeting' (1982), bij de kantoren van de belastingdienst in Apeldoorn - 'Boom der Wijzen' (1983), in Lelystad aan de Visarenddreef - 'Cypressen' (1996) en aan het Wold - 'Regenboog (2002) en langs de N320 bij Culemborg, - 'Zweepslag' (1999). 

Op 4 mei 2010 overleed Jan de Baat in zijn woonplaats Amsterdam. Hij is 89 jaar geworden. De Baat is op Zorgvliet begraven.