Water en Zon
Plaats: Lelystad
Locatie: Atol / Fjord
Kunstenaar: Nic Jonk
Materiaal: brons op hardstenen sokkel
Jaar: 1979
Beschrijving:
“Water en Zon” is een kunstwerk van Nic Jonk, dat hij in 1979 gemaakt heeft en dat de gemeente in 1980 heeft aangekocht. De kunstenaar liet zich inspireren door de Griekse mythologie. Deze verhalen gaven hem ideeën voor figuren. Een wereld waar mens en (zee)dier elkaar ontmoeten.
Bij de oude Grieken was de god Chaos, de ongeordende ruimte, de fundering van de hele schepping. Chaos bevatte alle basisbestanddelen, de vier elementen aarde, water, lucht en vuur. Daaruit verrezen Gaia (aarde), Tartarus (onderwereld) en Eros (liefde). Eros bracht Gaia ertoe zich te verbinden met het water en de lucht, en zo bracht zij de zee (Pontus) en de hemel (Uranus) voort.
In dit kunstwerk, dat 2,90 x 1,53 x 1,20 m groot is, worden de oerelementen water, aarde en vuur verenigd. Een vrouw, een waternimf met vissenstaart, komt opgerezen uit de zee. Met uitgestrekte armen houdt ze de zonneschijf, en dus het licht, omhoog. De geometrische vorm van de zon rust op de organische vormen van het waterwezen. Het beeld is een samenspel van gesloten vormen met de niet minder belangrijke ruimtes ertussen. Scherpe lijnen die in rondingen vervloeien. Al naar gelang het standpunt van de beschouwer, een steeds wisselend aanzicht. Een evenwicht tussen horizontale en verticale elementen, maar ook tussen beweging en rust. Het is een vormgeving die steeds weer in het werk van Nic. Jonk terug te vinden is en die zijn beelden heel herkenbaar maken. Gladde gepolijste, bijna wolkachtige beelden van verstrengelde lichamen die boven de sokkel lijken te zweven.
Nic. Jonk heeft een duidelijke voorliefde voor een beperkt aantal thema's uit de bijbel en mythologie. Zelden blijft een thema in zijn werk beperkt tot één kunstwerk. Van 'Water en Zon' zijn zes afgietsels gemaakt. Naast een exemplaar in Lelystad staat er ook één in 's Hertogenbosch en in Purmerend. In 1986 had Jonk in de Italiaanse plaats San Gimignano, gelegen tussen Siena en Florence, een expositie met beelden. Eén van de beelden uit de serie 'Water en Zon', kreeg na de expositie een permanente plek in dit Toscaanse stadje. Ook in het Stadspark Rheine in Duitsland en in de tuin van Vanderbilt University in Nashville, Tennessee in de Verenigde Staten staan exemplaren.
Kunstenaar
Nicolaas (Nic.) Jonk werd op 11 juli 1928 in Schermerhorn geboren. Nic Jonk was nog jong toen hij zijn vader verloor. Zijn moeder begon een kruidenierszaak in Langedijk om het gezin te onderhouden. Op 17-jarige leeftijd ging hij het reclamevak in. Direct na de Tweede Wereldoorlog, in 1945, vertrok hij naar Amsterdam om bij een oom op zijn reclamebureau te gaan werken. In 1947 ging hij werken op de reclameafdeling van V&D in Amsterdam. Vijf jaar later stapte hij over naar de reclameafdeling van de Bijenkorf. Naast zijn werk volgde Jonk van 1947-1953 in de avonduren lessen aan het instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs bij Wessel Couzijn (1912-1984), wiens plastische kracht hij bewonderde en die hem steeds zou bemoedigen. Op maandag kreeg hij van zijn werkgever de Bijenkorf vrij om lessen bij Dignum Lammers (1915-1990) aan de Rijksnormaalschool te volgen. Drie jaar lang bekwaamde hij zich daar uitsluitend in het modeltekenen. Een bezoek aan de eerste Sonsbeek tentoonstelling in 1949 deed Jonk besluiten zich geheel toe te leggen op beeldhouwen. In 1953 werd hij aangenomen aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, waar Jan Bronner en Piet Esser zijn leermeesters waren. De manier van werken van deze twee bekoorde Nic. Jonk niet. In 1956 verliet hij, zonder diploma, de Academie en vestigde zich als vrij kunstenaar in Amsterdam. Legde Esser vooral de nadruk op de stand van een eigen figuur en op het model, Jonk zou de compositie van het geheel primair gaan stellen en zodoende eerder aansluiten bij de plastische opvattingen van Wessel Couzijn. Samen met Mari Andriessen en Wessel Couzijn richtte hij Ateliers '63 in Haarlem op, een instituut waar pas afgestudeerde kunstenaars zich onder begeleiding van oudere professionals in alle vrijheid konden ontwikkelen.
Nic. Jonk is vooral bekend geworden om zijn voluptueuze beelden van vrouwen en dieren. Het water, de aarde, de zon, de vrouw, de moeder en de waterdieren zijn voor hem oerelementen van het leven, symbolen die bij de oorsprong en de kracht van het leven en in al zijn bronzen beelden steeds weer terugkomen. Jonk wilde zijn gevoel van verbondenheid met de oermens in het werk tonen en gebruikte mythologische verhalen als kader voor zijn onderwerpen. Dat is opmerkelijk want in de abstracte kunststromingen van de jaren 1950 en 1960 was klassiek niet echt gangbaar of een aanbeveling. Jonk vond zijn inspiratie, enerzijds, bij de naturalistische maar gestileerde vormen van Aristide Maillot of Pierre-Auguste Renoir, anderzijds bij de ruimtelijk uitgebalanceerde plastieken van Wessel Couzijn of Jacques Lipschitz. Zijn werk maakte een ontwikkeling door. De vormen werden steeds afgeronder, in elkaar grijpend, elk onderdeel werd even belangrijk in het geheel. Het afbeelden van een onderwerp maakte plaats voor het vormgeven van een idee met gebruikmaking van een reëel gegeven. Een belangrijk element is het water, dat terugkomt in de titels, waterdieren als dolfijnen maar ook in de golvende vormen die zijn werk zo kenmerken. Nic Jonk liet zich inspireren door de Griekse mythologie. Deze verhalen gaven hem ideeën voor figuren. Vooral goden van het water spraken hem aan. Geen anekdotische uitbeelding van het onderwerp maar een krachtige symbolisch geladen verbeelding van het gegeven. Zijn figuren zijn vrijwel zonder uitzondering vrouwen die er geen twijfel over laten bestaan dat zij de vruchtbaarheid symboliseren. En zo ontstonden steeds weer de (moeder) aarde, het water en de wezens van de zee. In 1965 vestigde Jonk zich in Grootschermer waar hij tot zijn overlijden woonde en werkte. In april 1994 werd bij Jonk kanker in een ver gevorderd stadium geconstateerd. De artsen gaven hem nog enkele maanden. Op 11 oktober 1994 stierf Nic. Jonk in een ziekenhuis in Alkmaar, op 66-jarige leeftijd. Hij werd in een door zijn kinderen beschilderde kist begraven op het kerkhof van Grootschermer.
Nic. Jonk maakte zijn beelden volgens een bepaald concept. Eerst maakte hij kleine krabbels op een blocnote, die voor niemand leesbaar waren. Daarna maakte hij een mini-beeldje van was. Naderhand werd het model groter uitgewerkt in klei. Met een ronde kleiknuppel maakte hij het kleimodel vervolgens rond en glad. Nic. Jonk was een boetseerder, een modeleur met gevoelige handen. Hij werkte in klei een oermengesel van aarde en water, gips lag hem niet. Hij kneedde de klei tot zachte rondingen zodat zijn godinnen en ander mythologische figuren uit het water geboren leken. In 1988 zei hij: "Van klei weet niemand meer iets af. Ik bewaar de klei niet onder een natte doek, maar laat het langzaam hard worden, zodat ik steeds meer weerstand ondervind". Wanneer de vorm was gekneed volgde het opblazen, het vergroten van het model, een arbeidsintensief proces dat Jonk zelf uitvoerde. Het geraamte voor het kunstwerk laste hij zelf en ook het gieten van het gips voor de gietmal werd door hem uitgevoerd. Alleen het bronsgieten liet hij over aan Bronsbeeldgieterij Binder in Haarlem, die de zeldzame methode van zandgieten met Brusselse aarde gebruikt. Daarna werkte Jonk de plastiek zelf af. Gietnaden werden weggevijld en oneffenheden weggewerkt. Uiteindelijk werd het kunstwerk gepatineerd.
Jonk was in 1988 de eerste kunstenaar in Nederland die door een bedrijf geadopteerd werd. Ter gelegenheid van zijn 60e verjaardag tekende hij en Nashua Nederland een sponsorcontract van 3 jaar. In ruil voor anderhalve ton per jaar kreeg het bedrijf jaarlijks een beeld van Jonk en kon het gebruik maken van een deel van de collectie van Jonks museum en beeldentuin in Schermerhorn voor tentoonstellingen in het kasteelpark Drunen-Vlijmen en andere activiteiten. Het jaarlijks beschikbare bedrag stelde Jonk in staat te leven en in vrijheid verder te werken aan zijn oevre. In zijn laatste levensjaren heeft Jonk vooral olieverfschilderijen en aquarellen gemaakt met het vrouwelijk naakt als onderwerp, aangezien de fysieke arbeid van het beeldhouwen hem zwaar viel. Hier spreekt hij eenzelfde beeldtaal als in zijn driedemensionale bronzen beelden.
Kunstwerken met de titel 'Water en Zon' vind je in de steden 's Hertogenbosch, Lelystad, Purmerend, Nashville (USA) en San Gimignano (Italië). De beelden 'Aarde en water' uit 1972 zijn te vinden in Emmeloord, Katwijk aan Zee, Den Helder en de Keukenhof in Lisse. 'Aarde en water' II uit 1976 kun je vinden in Purmerend, Heerhugowaard, Emmen, Uithoorn en Soest. In het Auxiliatrixpark in Venlo staat een kunstwerk met de titel: Land, water en vuur (1972). In Utrecht staat het zeven meter hoge beeld ‘de Wachters’. In Amsterdam-Zuidoost, Heerhugowaard en Doetinchem vind je kleinere exemplaren met dezelfde titel. In Bergen aan Zee, Amsterdam, Eindhoven, Tilburg, Heerlen, Steenwijk, Vlaardingen en in het museum Beelden aan zee in Scheveningen staat de bijbelse voorstelling: ‘Jonas en de Walvis”. Ook in Californië kan je een beeld met dit thema vinden. Verder is er in Groot Schermer een voor publiek toegankelijke beeldentuin annex museum, waar een collectie van zijn schilderijen is opgehangen.