Zeespiegel
Plaats: Lelystad
Locatie: Agorabaan
Kunstenaar: Marius van Beek
Materiaal: graniet, staal, glas
Jaar: 1983 / 1985
Beschrijving:
Het plastiek de Zeespiegel is gemaakt door Marius van Beek, in samenwerking met architect Edo Vos, in opdracht van de Gemeente Lelystad. De opdrachtgever had het werk, in het kader van de percentageregeling beeldende kunst, gekoppeld aan de bouw van het Centrum voor Kunstzinnige Vorming.
De Zeespiegel was als ontwerp een soort landschapskunst in het klein. Tussen twee taps toelopende granieten zuilen, plaatste de kunstenaar twee 12 cm dikke glazen platen. Zo ontstond een bak die, gevuld met water, het gemiddelde peil van de oude Zuiderzee aangaf. Aan het water voegde van Beek antivries toe, wat voorkwam dat het kunstwerk iedere winter leeg gepompt moest worden, maar ook nog een mooie groene kleur aan het water gaf. De 4 meter hoge kolom water werd door een pomp in een golfachtige beweging gehouden. Een beeld in een nieuwe polder dat de oude zeespiegel laat zien. Iedereen liep er mee weg. "Een teken van deze tijd dat verwijst naar een ver verleden". Maar soms kan de techniek zo’n eenvoudige gedachte niet volgen. Nog voor de officiële opening in 1983 zat er barst in het glas aan de zuidzijde. Aanvankelijk werd gedacht aan vandalisme. Maar ook de nieuwe ruiten gingen op dezelfde wijze stuk. Tenslotte ontdekte men de oorzaak: "thermische breuk". Op deze wand scheen 's morgens vroeg de zon en verwarmde het glas net genoeg op om er grote spanning in te veroorzaken. Uiteindelijk gaven Van Beek en de Gemeente Lelystad de moed op. De binnenkant van de granieten zuilen werden in 1985 bekleed met spiegels van roestvrijstaal. De waterspiegel wordt erboven gesuggereerd door groen gesmolten glas. De roestvrijstalen platen en het groene glas laten letterlijk en figuurlijk de omgeving en de zee spiegelen. Op de bodemplaat is verlichting onder een waterdichte glasplaat aangebracht. Staande tussen de twee granieten kolommen kan men ervaren hoe hoog het zeewater boven het hoofd zou reiken als het land niet was ingepolderd.
Het beeld werd in 1983 onthuld door de toenmalige minister van cultuur, Elco Brinkman.
Lees hier het krantenartikel "Een barst des aanstoots" "Tragedie in de polder: ‘Zeespiegel’ van Marius van Beek krijgt een prothese".
Kunstenaar
Marius van Beek werd in 1921 in Utrecht geboren. In 1939 ging hij met zijn familie in Nijmegen wonen. Als vertegenwoordiger in levensmiddelen kwam hij op zijn fiets overal in de wijde omgeving van Nijmegen en maakte kennis met de pottenbakkers in Plasmolen. Al gauw begon hijzelf te experimenteren met beeldjes in klei, die hij in de ovens van de pottenbakkers kon bakken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Van Beek in het verzet en werd door het Polizei-Standesgericht ter dood veroordeeld. Ondergedoken bij beeldhouwer Pieter d'Hondt in Utrecht kwam hij in aanraking met beeldhouwen. Na de oorlog volgt van Beek een opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam. Marius van Beek begon als klassiek beeldhouwer en werkte met materialen als klei, brons en steen. Gedurende een groot deel van zijn loopbaan heeft van Beek het maken van kunst gecombineerd met het schrijven voor de krant. Eerst om zijn gezin te onderhouden en zijn opleiding te bekostigen. Zijn beeldhouwwerk is langere tijd bepaald door het werken in steengroeven. Later, toen hij als kunstenaar bekendheid verwierf, beperkte hij zich tot het schrijven over kunst. Van 1967 - 1984 was hij docent beeldhouwen aan de Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch. Aan de school voor journalistiek in Utrecht, onderwees hij kunstkritiek. Op 27 september 2003 overleed Marius van Beek in een ziekenhuis in Nijmegen. Hij werd 82 jaar.
Het bekendste beeld van Marius van Beek staat aan het begin van de Waalbrug bij Nijmegen. Het Jan van Hoof bevrijdingsmonument, een beeld van een man met een wapperende vlag in zijn hand, die het verzet tegen de Duitsers symboliseert. Voor het Doveninstutuut te St. Michelsgestel maakte hij een Zonnewijzer. In Amsterdam-Noord is het bezinningsmonument van zijn hand. Bij de Raad van Staten in Den Haag staat een bronzen Nike. Zijn laatste beeld, de Vredesengel, werd in september 2002 in het Bato-park in Rekum onthuld.
Van Beek maakte midden jaren zeventig het controversiële beeld van een doelman als beul,die mensen aan zijn doel opknoopt. Hij deed dit naar aanleiding van het vasthouden van politieke gevangenen in Chili in een stadion. Van Beek bood het kunstwerk aan aan het WK-voetbalstadion in München, maar dat wees het af wegens het omstreden karakter ervan.