Grote Spant
Plaats: Lelystad
Locatie: Kempenaar
Kunstenaar: Willem Bouter
Materiaal: hout, beton
Jaar: 1977
Beschrijving:
Op een heuvelachtig veldje in de Kempenaar staat het 5 m hoge 'Grote Spant' van kunstenaar Willem Bouter. Een samenspel van staal en beton, wat grillige vormen en het geheel overdekt met 'spantbouten'. Een spant is een scheepsbouwonderdeel, een gebogen balk die samen met een aantal dwarsverbindingen een scheepsromp vormen. Kortom we hebben hier met scheepsonderdelen te maken. In de Gouden Eeuw was de Zuiderzee een belangrijke handelsroute voor VOC-schepen. Ook was het een grote inkomstenbron voor vissers die met hun houten botters visten op haring, paling en ansjovis. Op de Zuiderzee zijn tijdens stormen veel schepen vergaan. Bij de drooglegging van het IJsselmeer zijn honderden scheepswrakken tevoorschijn gekomen. Een Spant op de plek waar de bodem van de Zuiderzee was.
In een interview met De waarheid vertelde Bouter: "Wat betreft mijn houten beeld ben ik ook beïnvloed door de archeologie. Ik kom vaak in het Scheepsarcheologisch museum. Dat vind ik machtig. Die grote stukken hout, half vermolmde, aangevreten vormen. En dan plotseling zie je dat er een plankje op gespijkerd zit. Die contrasten gebruikte ik ook voor dat beeld. De spanning tussen wat natuurlijk is en de geconstructureerde vormen".
Kunstenaar
Willem Joseph Antonius Bouter is op 13 september 1936 geboren in Amsterdam. Bouter is via een hele omweg in de beeldende kunst geraakt. Van 1969 - 1973 volgde hij de avondopleiding beeldhouwen en plastische vormgeving aan de Rietveld Academie in Amsterdam, o.a. bij Carel Kneulman en Tonny Andreas. Aanvankelijk werkte hij als industrieel vormgever bij verschillende keramische- en metaalindustrieën. Hier ligt waarschijnlijk de oorsprong in de tweeledigheid in zijn ontwikkeling met enerzijds de organische en anderzijds de technische kant. Willem Bouter, afkomstig uit Amsterdam, ontvluchte de overvolle stad en vestigde zich in 1975 in het toen nog rustige Lelystad. Na zes jaar verruilde hij het drukker wordende Lelystad voor het noorden van Groningen. In 1982 vestigde Bouter zich in Uithuizen en woonde en werkte vanaf 1992 in Roodeschool. In de jaren '80 van de 20e eeuw was Bouter als docent beeldhouwen lange tijd verbonden aan het ICO te Assen.
Willem Bouter deed zijn inspiratie op in de scheepsbouw en dan met name in de scheepsarcheologie. Wat hij in het Scheepsarcheologisch Museum van Ketelhaven (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Lelystad) zag interesseerde hem mateloos. Het werd voor hem een directe inspiratie bron. Veel werken die hij tijdens en na zijn verblijf in Lelystad maakte, hebben een directe relatie met de scheepsbouw. Bouter heeft grote bewondering voor de steenculturen zoals die in Egypte en Assyrië waren. De stoeren stenen beelden die ze toen vervaardigde inspireerden hem bij het maken van sculpturen.
De succesvolle deelname aan twee symposia in Noord-Finland bracht Bouter de erkenning, die hij in Noord-Nederland nauwelijks vond. In de wintereditie werden ijssculpturen gemaakt en in de zomereditie houtsculpturen. De ontmoetingen die hij daar had opgedaan deden hem besluiten om in 1996 naar Luxenburg te verhuizen. Daar werkte hij aan een nieuw oevre dat door een grote galerie met succes werd gebracht en waar hij ook regelmatig opdrachten kreeg. De fysieke uitdaging van het hakken in steen en hout boeide hem mateloos. Hij werkte van lyrisch abstract tot figuratief.
Willem Bouter overleed na een ziekbed op 11 april 2000 in Vianden (Luxemburg) en werd begraven op de begraafplaats van het Groningse Toornwerd.