Waterschip NE160

Waterschip NE160

Plaats: Nagele

Locatie: Palenweg

Maker:

materiaal: eikenhout

Jaar: 17e eeuw


Beschrijving:

In de zomer van 1954 werd op kavel NE160, ten westen van de Palenweg, melding gedaan van een scheepswrak. Omdat het hier een kavel gold die nog dat jaar voor verpachting in aanmerking kwam en begroeid was met lucerne, kon vrijwel direct met het onderzoek gestart worden. Allereerst werd de drainsleuf, die aanleiding gaf tot de vondstmelding, verder schoongemaakt waarbij al dadelijk bleek dat men niet heel hoopvol gestemd behoefde te zijn ten aanzien van het gevonden wrak. En zo was het inderdaad bij verdere ontgraving ook. Er was weinig over van de vissersschuit. Na enig tekenwerk en het in veiligheid brengen van enkele vondsten uit het gedeeltelijke wrak, waaraan ook de stevens ontbraken, werd dan ook al het hout verwijderd en het gat met een bulldozer dichtgeschoven. Bron: 't Nieuws voor Kampen , 31 juli 1954

Ondanks het feit dat alleen het voorschip in de bodem werd aangetroffen kon aan de hand van de bun worden vastgesteld dat het hier een waterschip betrof. Bepaalde constructiekenmerken van de NE160 weken af van tot dan toe bekende, oudere waterschepen, die van voor 1530 dateren. Tussen 1500 en 1550 vond een overgang plaats van overnaadse bouw naar karveel gebouwd. Overnaadse waterschepen werden op een kielplank gebouwd. Karveel gebouwde waterschepen zijn echter vanaf het begin van de 17e eeuw uitgerust met een kielbalk. De NE160 was een karveel gebouw schip op een kielbalk. De lengte werd geschat op 20,40 m met een maximale breedte van 6,10 m. Het dendrochronologisch onderzoek van enkele monsters geeft aan dat de kapdatum van het hout na 1648 vastgesteld kan worden. De tegels van de stookplaats die zich in het voorschip bevond, zijn tussen 1640 en 1660 te dateren. Hieruit kon opgemaakt worden dat het schip rond die tijd gebouwd is. 

De scheepshuid van de NE160 was op verschillende plekken hersteld. Hieruit kon geconcludeerd worden dat het waterschip langere tijd in gebruik geweest is. In het opgravingsrapport staat te lezen dat "het [waterschip red.] ten gevolge van de betrekkelijke zwakte in de bunnen moet zijn doorgeknapt en uit elkaar gerukt". De bodem ten westen van Schokland had door de afslag van het eiland zeer wisselende waterdieptes. Het is goed mogelijk dat het sleepnet is blijven haken achter een obstakel dat op de zeebodem lag, waardoor de voorwaartse snelheid van het schip plotseling werd afgeremd. De vrijkomende krachten waren dan een te grote belasting voor de houten romp, vooral bij de van gaatjes voorziene bun. Bron: Rondom Schokland 2017 nr 4. 

Kijk voor meer informatie op MaSS.