Blankenham
Cultureel erfgoed in Blankenham
Bij de aanleg van de Noordoostpolder werd tussen Blokzijl en Lemmer geen randmeer aangelegd. Daardoor grenst het Overijsselse dijkdorp Blankenham direct aan de Noordoostpolder. De kronkelde dijk van de voormalige Zuiderzee vormt een contrast tussen het oude land en het jonge cultuurlandschap. De verbinding tussen Noordoostpolder en vasteland heeft echter vanaf het begin problemen met de waterhuishouding tot gevolg gehad. De natuurlijke evenwichtstoestand werd door de aanleg van de polder verbroken. De Noordoostpolder ligt meters lager dan het aangrenzende vasteland, en zuigt het water naar zich toe. De veenbodem op het 'oude land' droogde al snel uit, gebouwen verzakten. Op 30 september 1946 werd de 'Commissie inzake indrogende gronden rondom de Noordoostpolder' geïnstalleerd. Onder leiding van deze commissie zijn gedurende enkele jaren een groot aantal proeven en onderzoeken uitgevoerd. De Cultuur Technische Dienst van de Directie Wieringermeer legde diverse proefvelden aan om tot de juiste oplossing te komen. Alle gronden die vanuit een verdronken situatie worden drooggelegd, verliezen in meer of mindere mate het vermogen om bij herbevochtiging al het water dat zij oorspronkelijk vasthielden weer op te nemen. Door middel van mol- en buisinfiltratie en het opzetten van het slootpeil wisten de onderzoekers het probleem van de indroging op te lossen en de grondwaterstand weer op te voeren. De fout om geen randmeren aan te leggen werd door de ervaringen bij de aanleg van Zuidelijk- en Oostelijk Flevoland niet meer gemaakt.
In 1418 liet bisschop Frederik III van Blankenheim in het buurtschap 'in den Hamme' een kerk bouwen die gewijd werd aan de H. Nicolaas, de beschermheilige van de zeevarenden. Het nieuwe kerspel werd naar de bisschop vernoemd en kreeg de naam Blankenham. In 1816 werd het middeleeuwse kerkje vervangen door een nieuw kerkgebouw, dat de stormvloed van 1825 overleefde maar in 1892 door een blikseminslag werd getroffen en grootendeels afbrandde. De huidige kerk, die op een kleine verhoging aan een door dijkdoorbraak onstane kolk ligt en op 5 februari 1993 weer in gebruik kon worden genomen, is gebouwd in een gemengde eclectische en neorenaissance bouwstijl, naar een ontwerp van architect Wytze Durks de Jong (1852-1911) uit Sloten. In 1989 stond de kerktoren van de Nederlands Hervormde kerk op instorten. De 400 jaar oude luidklok, die in de toren hing, werd het zwijgen opgelegd omdat door het beieren stenen loskwamen die naar beneden vielen. Als gevolg van de drooglegging van de Noordoostpolder vloeide het water langzaam weg naar de lager gelegen polder. Het grondwater in Blankenham was met een halve meter gezakt waardoor de fundering van de kerktoren 70 cm uit het lood was komen te staan. De kerk verzakte 1 cm per jaar. Al in 1950 had het kerkbestuur bij de overheid aan de bel getrokken voor subsidie om verder verzakken van het kerkgebouw te voorkomen. In 1989 werd de kerk door een architect van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg geïnspecteerd. Hij verklaarde bij een stevige wind liever niet in deze kerk te zitten. In 1990 werden onder het bouwwerk, met een hydraulisch systeem, betonplaten gelegd om de toren weer waterpas te krijgen. Ter afronding van de restauratie is de weerhaan op 18 september 1990 op de spits terug geplaatst. Kijk hier voor meer informatie over de kerk.
Klik op de foto's om naar de beschrijving van het erfgoed op de grens van het oude en nieuwe land te gaan.