Vickers Wellington Mk. 1C R1322

Vickers Wellington Mk. 1C R1322
Vickers Wellington Mk. 1C R1322 Vickers Wellington Mk. 1C R1322

Plaats: ZW Lemmer

Locatie: IJsselmeer

Maker: R. K. Pierson, Armstrong Ltd.

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1940


Beschrijving:

Na de val van Frankrijk in juni 1940 vertrokken de meeste Poolse piloten, die in Frankrijk tegen de Duitsers gevochten hadden, naar Groot Brittannië. In augustus 1940 werd een overeenkomst gesloten waarin was opgenomen dat de Poolse luchtmacht als souvereine eenheid binnen de RAF werd geaccepteerd. Het Poolse No. 305 Squadron werd op 28 augustus 1940 opgericht. De eerste operationele missie was een bombardement in de nacht van 25 op 26 april 1941 op olietanks bij Rotterdam.

In de nacht van 8 op 9 mei 1941 voerden 359 RAF bommenwerpers een vergeldingsaanval voor de bombardementen op Groot Britannië uit op de Duitse havensteden Hamburg, Bremen, Bremerhaven, Kiel en Emden, maar ook op hoofdstad Berlijn en de Nederlandse havensteden Rotterdam en Vlissingen. De Wellington Mk 1C met registratienummer R1322  en rompcode SM-F van het No. 305 Squadron steeg om 22.56 uur op van vliegveld Syerston bij Nottingham voor een aanval op Bremen, een belangrijke haven en industriestad in Noord-Duitsland. Het bombardement was gericht op strategische doelen zoals de scheepswerven, de olieraffinaderij, de staalfabriek en de Focke Wulf vliegtuigfabriek. Aan boord waren piloot F/Sgt. Dorman, co-piloot Sgt. Gwóźdź, navigator P/O Sochorski, radiotelegrafist Sgt. Sikorski, boordschutter Sgt. Karcz en boordschutter Sgt. Pisarski.

De Wellington was bewapend met acht 7.7 mm machinegeweren, twee in de neuskoepel, vier in de staartkoepel en twee midscheeps in de flanken. De opstelling van de mitrailleurs bepaalde de zwakke plek van het vliegtuig, bij de buik zat de dode hoek. Boven het IJsselmeer werd het toestel, dat zijn bomlading nog aan boord had, onderschept door een Duitse nachtjager. De Messchersmitt Bf 110 werd gevlogen door Oberfeldwebel Hans Rasper en Unteroffizer Erich Schreiber van het commando 4/NJG 1 die om 23.46 uur was opgestegen van vliegveld Bergen bij Alkmaar. Bij de 3e aanval was het raak. De Wellington stortte 9 mei om 00.48 uur neer in het IJsselmeer, 12 km ten zuidwesten van Lemmer. Het was de 4e bevestigde overwinning van Ofw. Rasper.

Alle bemanningsleden kwamen bij de crash om het leven. De lichamen van de 30-jarige Flight sergeant Jan Piotr Dorman en de 26-jarige Sergeant Zdzisław Gwóźdź werden door vissers uit het IJsselmeer gehaald en op vliegkamp Schellingwoude bij Amsterdam aan land gebracht. In het Wilhelmina Gasthuis werden zij door de Duitsers officieel geïdentificeerd. Op 20 mei 1941 werden, naar we nu weten, 3 Poolse vliegers op veld 72 van de Nieuwer Ooster Begraafplaats in Amsterdam met militaire eer begraven. Sgt. Dormann werd begraven in graf 28 en Sgt. Gwóźdź vond zijn laatste rustplaats in graf 32. In graf 34 werd een 'Unknown Eng. Mil. 20-05-1941' ter aarde besteld. In 1947 is hij geïdentificeerd als Polish. Ligt hier misschien één van de vermiste bemanningsleden van de R1322 begraven? Kort na de oorlog zijn de lichamen herbegraven in graf 69 B 5, graf 69 C 21 en graf 69 E 21. Het lichaam van de 25-jarige Sergeant Ludwik Karcz spoelde op 1 juli 1941 aan op de dijk tussen Lemmer en Urk. Het schip 'Ens' voer uit om het lichaam te bergen. Karcz werd 2 juli onder grote belangstelling van de plaatselijke bevolking op Urk begraven. Op 18 juli 1947 is zijn stoffelijk overschot herbegraven op de Algemene Begraafplaats “Rusthof” in Oud-Leusden (Vak 13, rij 12, graf 205). De 26-jarige Sgt. Stanisław Pisarski, de 24-jarige Sgt. Henryk Franciszek Sikorski en de 33-jarige P/O Maciej Wojciech Socharski zijn officieel nooit geïdentificeerd en staan als vermist te boek. Hun namen staan vermeld op “The Polish War Memorial" in Northolt (Groot Brittannië), panel 55, 63 en 65. Dit monument eert de Poolse vliegers die tijdens de Tweede Wereldoorlog hun leven gaven voor onze vrijheid.

In het IJsselmeer ten zuiden van Oudemirdum werd een zandwingebied aangelegd. Voor het vergunningentraject werden tijdens een side scan sonaronderzoek in april 2014 vliegtuigresten in kaart gebracht. Duikers troffen in 2015 onderdelen van een vliegtuig en twee cilinders van een Bristol Pegasus 9 cilinder stermotor aan, alsmede een mitrailleur van het type Vickers .303 Browning, Mark II of IV. Van de vondst werd melding gedaan bij de politie, vervolgens zijn het ministerie van Defensie en de gemeente De Frysk Marren geïnformeerd. Onderzoek wees uit dat het naar alle waarschijnlijkheid gaat om de Vickers Wellington R1322. Omdat de Koninklijke Smals er zand gaat winnen is in augustus 2016 een stuk van het IJsselmeer tijdelijk drooggelegd om de Britse bommenwerper te bergen. Het is de tweede keer dat een damwand wordt gebruikt om een vliegtuig te bergen. De eerste keer was in 1975 bij de berging van de B-24H Liberator 42-7638 in de Oostvaardersplassen. Op 25 augustus startte de berging, waarvan de kosten 1 miljoen euro bedragen, een bedrag dat de gemeente De Frysk Marren moet voorschieten en waarvan 70 procent terugkomt van het Rijk, het andere deel komt voor rekening van Smals.

De bodem van de bergingsput, 4,5 meter onder het wateroppervlak en omgeven door een metershoge stalen damwand van 36 bij 25 meter, werd minutieus onderzocht en laagsgewijs afgegraven. Het toestel kon geïdentificeerd worden aan de hand van een gevonden onderdeel met het nummer R1322. Verder zijn diverse zaken gevonden waaronder een propeller, een deel van het landingsgestel, naamplaatjes, vier bommen van 500 pond, patronen van boordwapens, een koptelefoon waarop de naam Sikorski stond en een pistool, een persoonlijk wapen van een van de bemanningsleden dat vrijwel intact was. Tijdens de bergingsoperatie zijn ook stoffelijke resten geborgen die zijn naar Soesterberg overgebracht, 

De stoffelijke resten van Sgt. Henryk Franciszek Sikorski en P/O Maciej Wojciech Socharski zijn begin 2017, na identificatieproces van ruim een jaar, door de Bergings en Identificatie Dienst van de Koninlijke Landmacht (BIDKL) geidentificeerd. Op 6 september werden hun stoffelijke resten naar hun laatste rustplaats op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam gebracht. Aan de typische Poolse begrafenis, die in samenwerking met de Poolse autoriteiten georganiseerd was, ging een katholieke dienst vooraf. Sikorski en Soucharski zijn in de buurt van hun drie collega's Sgt. Jan Dorman en Sgt. Zdzislaw Gwóźdź begraven. Onder de aanwezigen was de 78-jarige zoon van navigator Socharski. Van boordschutter Pisarski woonde een neef de ceremonie bij. Op de begraafplaats was ook een naamloos graf. Deze man is nu geïdentificeerd als Sgt. Stanislaw Pisarski.

Naar aanleiding van de berging van de R1322 werd ter nagedachtenis aan de bemanningsleden op 2 mei 2017 bij recreatieterrein De Hege Gerzen in Oudemirdum een monument onthuld. Alle bij de berging betrokken partijen hebben het gedenkteken gezamenlijk tot stand gebracht. Het monument bestaat uit twee verwrongen propellerbladen van de bommenwerper die in een V-vorm, van vrijheid, op een roestvrij-stalen sokkel zijn geplaatst. Het gedenkteken is omringd door een stalen damwandprofiel en kaal zand. Op 9 mei, de datum van het neerstorten van de R1322, zal jaarlijks een herdenking bij dit monument plaatsvinden. Het Zeekadetkorps Lemmer zal het monument onderhouden.

Bekijk hier een artikel en filmpje over de berging.

In 1961 is in dit gebied al een complete Duitse JU-88 geborgen.