Handley Page Hampden Mk.I P4368

Handley Page Hampden Mk.I P4368
Handley Page Hampden Mk.I P4368

Plaats: IJsselmeer

Locatie: onbekend

Maker: Handley Page

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1939


Beschrijving:

Op 10 augustus 1940 steeg piloot P/O William Frank Tudhope met de Handley Page Hampden Mk.I met serie nummer P4368 op van vliegveld Hemswell (Licolnshire), de thuisbasis van het No.144 Squadron. De bommenwerper was, in opdracht van de RAF, gebouwd door Handley Page Ltd. op het vliegveld van Radlett in Hetfordshire. In april 1939 werd het toestel geleverd aan het No. 7 Squadron op RAF Finningley en later dat jaar overgedragen aan het No. 144 Squadron. In de neuskoepel van het toestel met rompcode PL-? zat navigator-bommenrichter Sgt. Spencer Lewis Smith Belton en in de geschutskoepels boven-achter en onder-achter zaten de radiotelegrafisten/boordschutters Sgt. Arthur James Griffiths en Sgt. Duncan MacKay. Het viertal was, tesamen met 16 ander Hampdens, opgestegen voor een bombardementsvlucht op de olie installaties van Rheinpreussen in Homburg nabij de Duitse stad Duisburg in het Ruhrgebied. In deze fase van de oorlog was er nog geen sprake van bommenwerperformaties. De meeste toestellen vlogen solitaire opdrachten en de piloten bespraken met hun navigatoren een aanvalsplan. Omstreeks 23.00 uur stortte de Hampden P4368 bij Kampen in het IJsselmeer. Piloot William Frank (Bill) Tudhope kwam op 21-jarige leeftijd tijdens zijn 26e operationele missie om het leven. Wat er mis is gegaan is niet duidelijk. Er is die nacht geen neergeschoten vliegtuig boven Nederland geclaimd door een Duitse nachtjager. Tevens is er niet gerapporteerd dat Duits luchtafweer een toestel heeft neergeschoten en ook is de reddingsbrigade niet uitgerukt omdat zij een vliegtuig hadden zien neerkomen. 
 
In De banier : staatkundig gereformeerd dagblad stond op 26 augustus 1940: "Lijk te Schokland aangespoeld. Op de Zuidwestpunt van Schokland is het lijk aangespoeld van een persoon, welke in verre staat van ontbinding verkeerde. Dientengevolge kon de itentiteit van het lijk niet worden vastgesteld". 

Op vrijdag 23 augustus 1940 trof Johannes van Rees (1917-2016) uit Genemuiden aan de westkant van de zuidpunt van het eiland Schokland het dode lichaam aan van een piloot van de Royal Air Force. Van Rees werkte in 1940 op het van Rijkswege ontruimde eiland Schokland aan het onderhoud van de zeeweringen in dienst van de Firma Daalder. Tijdens zijn koffiepauze in de lichtwachterswoning op de zuidpunt van het eiland werd een sterke lijkengeur opgemerkt. Na een korte zoektocht stuitte hij met zijn collega op een levenloos lichaam dat met het gezicht naar beneden op de basaltrand langs het water lag. Het lijk was sterk gezwollen door de lange tijd dat het al in het water had gelegen. Van Rees stelde zich telefonisch in verbinding met de opzichter op het eiland Schokland om er melding van te maken. De opzichter nam contact op met de Duitse autoriteiten op Urk die vervolgens de Duitse Waterpolitie in Kampen opdracht gaf om met twee boten het lijk te gaan halen. Door het slechte weer is één van de twee boten onderweg vergaan. De opvarenden konden door de schipper van de tweede boot worden gered, waarna rechtsomkeert naar Kampen werd teruggevaren. De Duitsers ondernamen hierna geen tweede poging het lijk per boot op te halen. Een paar dagen later, werd het lijk door Rijksveldwachter Keijzer opgehaald met een boot van de Rijkspolitie. Bron: hanshollestelle.com

Het stoffelijk overschot werd overgebracht naar het ziekenhuis in Kampen waar het aan de hand van het identiteitsplaatje, waarop o.a. zijn naam en dienstnummer stond, werd geïdentificeerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden omgekomen bemanningsleden in Nederland begraven. De Luftwaffe verzorgde de begrafenis en de gesneuvelde militairen werden in de regel met militaire eer door Duitse militairen ter aarde besteld. Op 27 augustus werd P/O Tudhope in aanwezigheid van de burgemeester van Kampen, de heer Herman Martinus Oldenhof, op de Algemene begraafplaats 'De Zandberg' in IJsselmuiden (blok 7, rij A, graf 11) begraven. Tijdens de begrafenis werd door een bataljon soldaten van de Waffen SS de militaire eer aan Bill Tudhope gebracht door saluutschoten af te vuren. Vier maanden later, op 13 december 1940, werd het laatste gat in de ringdijk van de Noordoostpolder ten zuid-westen van Schokland gesloten. De laatste drenkeling van het eiland Schokland was geen visserman maar een vliegenier. 
  
De tweemotorige bommenwerper stond, vanwege de krappe ruimte voor de bemanning, ook wel bekend als de 'Flying Suitcase' (Vliegende koffer). De romp met een breedte van 3 m was net breed genoeg voor één enkele persoon. Als de bemanning eenmaal op hun plek zat kwamen ze daar niet snel weer vandaan. Waarschijnlijk heeft piloot Tudhope via het schuifdak boven zijn hoofd als enige het toestel kunnen verlaten. De Hampden P4368 en de lichamen van de drie andere bemanningsleden zijn nooit gevonden. De namen van de 21-jarige Sgt. Spencer Lewis Smith Belton, de 21-jarige Sgt. Arthur James Griffiths en de 20-jarige Sgt. Duncan MacKay staan bijgeschreven op paneel 12, 14 en 17 van the Memorial to the Missing, Runnymede in Surrey waar Groot Britannië de bemanningsleden van de Royal Air Force herdenkt die geen 'known grave' hebben. Op 29 mei 2016 is op initiatief van de Stichting Ongeland en de Stichting vrienden van Schokland bij de parkeerplaats bij de zuidpunt van Schokland langs de Palenweg een herdenkingspaal voor de vermiste bemanning van de P4368 onthuld. Bekijk het verslag op Omroep Flevoland.
 
Lees hier het verhaal van Bill Tudhope.