Supermarine Spitfire Mk IX MH907

Supermarine Spitfire Mk IX MH907
Supermarine Spitfire Mk IX MH907

Plaats: Rutten

Locatie: Noordermeerweg 61, kavel NA8

Maker: Castle Bromwich Aircraft Factory

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1944


Beschrijving:

De Spitfire Mk IX met serienummer MH907 is gebouwd door Castle Bromwich Aircraft Factory en werd op 29 september 1943 afgeleverd aan de No 39 Maintenance Unit. Het toestel diende bij de No. 405, No. 421 en No. 350 Squadrons voordat het op 26 juni 1944 naar het No. 229 Squadron ging en daar de radiocode 9R-Z op de romp kreeg. De cijfer-lettercombinatie 9R voor het roundel was de squadroncode, een markering die gebruikt werd om het het No. 229 Squadron, waaraan het toestel was toegewezen, visueel te markeren. De letter Z 'for Zebra', achter het roundel, werd gebruikt om het toestel te identificeren en diende als roepnaam. 

De Spitfire valt op door zijn stroomlijn en ellipsvormige vleugels, die het toestel een betere manoeuvreerbaarheid gaven. De bolvormige kap in de cockpit zorgde ervoor dat de vlieger een goed zicht had, zowel naar beneden als naar boven. Het toestel had een groot motorvermogen en haalde een topsnelheid van 580 km/u. Al deze factoren maakte de Spitfire uitermate geschikt voor strafings uit te voeren, aanvallen door laagvliegende vliegtuigen op gronddoelen. Op 29 augustus 1944 maakten een viertal Supermarine Spitfires van het No. 229 Squadron vanaf RAF basis Coltishall (Norwich, Engeland) een verkenningsmissie naar het Duitse Waddeneiland Borkum om bombardementen en strafings uit te voeren. Op de terugweg vlogen de Spitfires over het IJsselmeer waar een konvooi vrachtschepen voer dat begeleid werd door Duitse boten die bewapend waren met zwaar luchtdoelgeschut. De toestellen doken naar beneden en losten salvo's op de schepen. De 'Flak-boten' openden het vuur op de jachtvliegtuigen. De Spitfire Mk IX MH907, gevlogen door de Australische piloot F/O Frank Réné Malyon Cook, vloog in brand. De Spitfire stortte om 19.45 uur neer op kavel NA8 op 4 km ten zuidwesten van Lemmer. De 21-jarige Frank Cook kwam bij de crash om het leven. Zijn aangespoelde lichaam werd op 31 augustus 1944 als 'unknown' op het Erehof op de algemene begraafplaats in Lemmer ter aarde besteld. (vak C, rij 8, graf 219). Na de oorlog kon  de Royal Air Force Missing Research and Inquiry Service (MRES)  een verband leggen tussen de op 29 augustus 1944 neergestorte Spitfire MH907 en de vlieger die bij Lemmer aanspoelde en als 'unknow' begraven werd. De MRES werd in 1944 opgericht om de 42.000 RAF personeelsleden op te sporen die op de lijst stonden als ‘vermist, vermoedelijk gedood’. Tussen 1945 en 1952 wist de MRES 2/3 van de vermiste personen te identificeren. Cook kreeg een nieuwe headstone met het grafopschrift: 

FLYING OFFICER
F.R.M. COOK
ROYAL AUSTALIAN AIR FORCE
29TH AUGUST 1944 AGE 21
 
TO HIS GAY, GALLANT SPIRI
"A YOUG MAN LINGERS LIGHTLY
WHERE HE DIES"
 
Wiebe Feenstra (1928) hield in de Tweede Wereldoorlog een dagboek bij. Op dinsdag 29 augustus 1944 noteerde hij: "We waren aan het zwemmen bij het witte hekje op de dijk naar het stoomgemaal, toen plotseling een paar Spitfires neerdoken op een konvooi vrachtschepen begeleid door Duitse FLAK-boten, parallel aan de Noordoostpolderdijk. De jachtvliegtuigen schoten fel, maar ook de Duitse FLAK-boten schoten als duivels terug. Eén van de Jabo's werd helaas geraakt en kwam achter de NOP-dijk in de polder terecht.
Direct steeg een grote zwarte rookwolk op. We hebben niemand uit het vliegtuig zien springen, dus de arme piloot moet wel op slag dood zijn geweest. Als hij nu eerst maar een paar moffen heeft geraakt. Het is best mogelijk dat de vliegtuigen ook slachtoffers hebben gemaakt, want één FLAK-boot voer terug richting Lemmer.
De andere vliegtuigen vlogen nog even hoog in de lucht rond en verdwenen toen in Westelijke richting. Het gebeurde allemaal zo vlug, dat we te verbouwereerd waren om uit het water te gaan om dekking te zoeken achter de dijk".
 
En op 25 november schreef Feenstra: "Vanmiddag zijn we met de roeiboot van Jilling Kingma zijn vader naar de Spitfire geweest die op 29 augustus j.l. is neergekomen achter de N.O.P.-dijk ter hoogte van de 4 Km. Toen we van huis gingen was het prachtig weer. Tevens gingen we hout zoeken langs de N.O.P. -dijk. Aangekomen op de plaats waar de Spitfire was uitgebrand, zagen we dat er niet veel van waarde voor ons was achter gebleven. De Duitsers hadden de boel grondig opgeruimd. We konden nog wel zien dat het een flinke brand moet zijn geweest.
Alles wat we vonden waren een paar stukjes aluminium, een paar bruikbare stukjes plexiglas van 10 mm dik en 20 mitrailleurkogels van 20 mm. Nadat we het plexiglas en de kogels in de roeiboot hadden gelegd, gingen we langs de dijk hout zoeken. Met het bijeenvergaarde hout bedekten we de andere gevonden buit. Hierna begonnen we aan de terugtocht naar Lemmer. Toen we een poosje op een afstand van ca. 200 meter langs de dijk hadden geroeid, kwam als uit het niets een dikke mist opzetten, die ons als een grote deken toedekte. Mist op water betekent dat je alle gevoel voor richting kwijtraakt omdat er geen enkel oriëntatiepunt overblijft […]".
 
Ruim 60 jaar later, in 2010, vond de eigenaar van kavel NA8 nog aluminium, glas en een supercharger, onderdeel van de Merlin 63 motor, op zijn land. In 2014 is op dezelfde kavel een motor geborgen die bij drainagewerkzaamheden tevoorschijn kwam. Op de website van de in 2022 geliquideerde Stichting Ongeland was onderstaand verhaal van Bert Wijs te lezen: 
"Op 16 november 2014 werd ons een heuse Rolls Royce Merlin motor aangeboden. De motor was door de perceeleigenaar op kavel A-8 in de Noordoostpolder gevonden, tijdens drainage werkzaamheden. Jaren eerder had deze eigenaar al de supercharger (compressor) van het blok aan de klei onttrokken.
Stichting Ongeland heeft onderzoek gedaan en het werd ten eerste duidelijk dat de vondst moest worden gemeld. De motor was in principe een rijks eigendom. Dit hebben wij dan ook gedaan en dit bracht ons in contact met majoor Kappert (b.d) van de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht.
Het Merlin blok is vermoedelijk afkomstig van de Spitfire 9R-Z (MH907) die gevlogen werd door de Australische Flying Officer Frank Réné Malyon Cook. Cook crashte op 29-08-1944 met zijn Spitfire in de Noordoostpolder (zie Crashpalen 3 NOP). Naar ons onderzoek was de Spitfire MH907 gebouwd door de Castle Bromwich Aircraft Factory en daar voorzien van een Rolls Royce Merlin 63 motor. Majoor Kappert (b.d) heeft het blok eind november 2014 geïnspecteerd maar kon op dat moment niet vaststellen dat dit vermoeden juist is. Het grote manco is dat alle type herkenningsplaatjes van het motorblok zijn verdwenen. Kenner Johan Graas van de Air Recovery Group gaf aan dat het blok van een Spitfire moest zijn geweest. Dit kon hij herkennen aan de ophangpunten voor aan het airframe. Omdat alle herkenningsplaatjes zijn verdwenen kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat dit prachtig motorblok hoort bij het toestel van Cook".
 
Kijk voor meer informatie op nopinoorlogstijd. In 2023 is door de Stichting Canon de Noordoostpolder aan de Noorderringweg 61 een markeringspaal geplaatst; Paal 24