Mustang P-51B-1-NA 43-12264
Plaats: Luttelgeest
Locatie: Uitendijkenweg 36, kavel NR21
Maker: North American Aviation (NAA)
materiaal: diverse materialen
Jaar: 1943
Beschrijving:
De Verenigde Staten van Amerika waren vast besloten zich in de Tweede Wereldoorlog niet in de gewapende strijd te mengen. Door de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 raakten de VS betrokken bij de oorlog. De 354th Fighter Group werd in november 1942 gevormd. De groep bestond uit het 353rd, 355th en 356th Fighter Squadron. Elk Fighter Squadron bestond uit ongeveer 20 vliegtuigen. De 354th FG werd uitgerust met de eerste serie North American P-51B Mustang langeafstandjachtvliegtuigen. Het toestel verbruikte, in tegenstelling tot andere vliegtuigen, relatief weinig brandstof en beschikte door de afwerpbare brandstoftanks over een grote brandstofcapaciteit. Bij volle inbouwtanks (995 liter), inclusief een romtank achterin van 318 liter, en twee droptanks van 400 liter kon hij een afstand van ruim 2000 km afleggen. Met een topsnelheid van meer dan 700 km/u en de grote actieradius werd het mogelijk om de zware bommenwerpers gedurende hun hele missie te escorteren.
In oktober 1943 kwam de Ninth Air Force met de 354th Fighter Group op RAF Boxted bij Colchester in Groot Britannië aan. De taak van de 354th Fighter Group was het begeleiden van de zware bommenwerpers van de Eight Air Force (Achtste Luchtmacht) tot diep in vijandelijk gebied. Op het moment dat de Fighter Group operationeel was begon de USAAF met massale aanvallen op de Duitse industriële centra. De 354th FG vloog op 1 december 1943 zijn eerst operationele missie naar Bremen. Op 3 maart 1944 werd de eerste escorte missie van B-17 Flying Fortress en B-24 Liberator bommenwerpers uitgevoerd op hun 1100 mijl lange trip naar de Duitse hoofdstad Berlijn. Slecht weer verstoorde de operatie. Van de 14 Bomber Wings die in Engeland zijn opgestegen bereikt slechts één Berlijn. Achteraf kwam de aanval als "niet al te succesvol" in de boeken.
Op de ochtend van 3 maart 1944, 3 dagen voor zijn 21e verjaardag, steeg 2nd Lt. Horace Bedford White met de Mustang P-51B-1-NA met registratienummer 43-12264 en rompcode GQ+D van de 355 FG om 10.00 uur op van RAF Boxted (Essex, Engeland). Boven Embden (moderne spelling Emden) noodzaakten technische problemen White terug te keren naar de basis in Engeland. De Mustang, met de nickname "Sweet Suzanne", kampte met motorproblemen en maakte omstreeks 11.30 uur ter hoogte van Blankenham een noodlanding op kavel NR21 in de Noordoostpolder. Het toestel vatte meteen vlam en brandde geheel uit. Bron: rapportage marechausse Vollenhove, post Blokzijl.
2nd Lt. White verstopte zich in een hooiberg. De volgende dag werd hij door opzichter Gerbrand Weijs van de Dienst der Zuiderzeewerken en lid van het verzet in Blokzijl, via Blokzijl de polder uitgeholpen en naar het huis van verzetstrijder Marten Kingma (1893 - 1965) in Vollenhove gebracht, waar hij een paar dagen verbleef. Vanwege stagnatie op de pilotenlijn kon White niet overgedragen worden aan Peter Jan van den Hurk van de Meppeler KP. Op 25 april reisde hij in gezelschap van verzetsvrouw Tiny Mulder (1921-2010) naar Drachten waar hij onder de hoede werd genomen door Jilles Zijlstra (1903 - 1972) die een manufacturenwinkel in Drachtstercompagnie dreef en betrokken was bij het verzet. Door zijn winkel had Zijlstra connecties met toeleveringsbedrijven voor kleding en schoeisel en kon hij ervoor zorgen dat, ondanks de grote schaarste in de oorlog, de piloten werden voorzien van Nederlandse burgerkleding. De winkel van Zijlstra werd eind januari 1945 na verraad door de Duitsers in brand gestoken. White reisde veertien dagen later zonder escorte, met de trein naar Amsterdam. Vandaar werd hij naar het station in Veghel gebracht. Van 24 tot 26 juni staat zijn naam vermeld in het gastenboek van de familie Otten in Erp. Hun huis stond bekend als "Pyjama-House" omdat de piloten die onderdak in het huis kregen altijd een schone pyjama op hun bed vonden. Op 26 juni werd White ondergebracht bij Adrianus H. van Mook die een rijwielzaak in Schijndel had. Bij het passeren van de grens voegde 1st Lt. Billy B. Boyer en staartschutter S/Sgt. Charles P. Miller, die op 23 maart 1944 met hun Boeing B-24H 41-29466 in de Belterwiede bij Sint Jansklooster neergekomen waren, zich bij het gezelschap. Op 20 juli strandde de ontsnappingstocht van White. Door verraad werd hij in Antwerpen door agenten van de Geheime Staatspolizei (Gestapo) gevangen genomen. Eind april 1945 werd hij door de Russen uit krijgsgevangenschap in Stalag Luft I in Barth bevrijd. Half mei ging White terug naar de familie van Mook in Schijndel om verhaal te halen omdat hij dacht dat Adrianus van Mook hem verraden had. Een priester, die tussen beiden kwam, wist hem te kalmeren en te overtuigen dat het verraad in Antwerpen was gepleegd. Hierop verliet White de woning. Begin juni 1945 keerde Horace B. White, dan 22 jaar oud, terug naar de Verenigde Staten. Bron:ZZairwar. Horace Bedford White, geboren op 6 maart 1923, overleed 26 september 2000 op 77-jarige leeftijd.
Op 15 november 1943 was de ontsnappingsroute 'Fiat Libertas, door de Duitsers opgerold. Opmerkelijk is dat het oprollen van deze lijn tot gevolg had dat geallieerde bemanningsleden die nadien via Antwerpen werden weggesmokkeld allemaal gearresteerd werden. Bron: Verhaal 'Miet Pauw' op amaliavansoms.nl
Bekijk ook Paal 17