Short Stirling Mk.I W7569

Short Stirling Mk.I W7569

Plaats: Lemmer

Locatie: IJsselmeer

Maker: Austin Motor Ltd.

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1942


Beschrijving:

In de nacht van 16 op 17 september 1942 namen 369 vliegtuigen van de Royal Air Force (RAF) deel aan een bombardementsvlucht op de Duitse industriestad Essen, het hart van het Krupp imperium de primaire leverancier van wapens aan de Duitse legermacht. Niet minder dan 10,6% van de bommenwerpers keerden na de missie niet terug op hun basis in Engeland, 21 Wellingtons, 9 Lancasters, 5 Stirlings, 3 Hallifaxes en 1 Whitley.

De Short Stirling Mk.I W7569 met rompcode MG-D steeg op 16 september om 20.05 uur op van vliegbasis Oakington bij de Engelse stad Cambridge. Het toestel was ingedeeld bij het No. 7 Squadron RAF, dat in augustus 1942 was overgedragen aan de Pathfinder Force, met als taak het vinden en markeren van doelen voor de hoofdmacht van de bommenwerpers van Bomber Command. De Short Stirling was één uit de produktiereeks van 30 Stirlings Mk I met de nummers W7560-W7589. Deze serie behoorde op haar beurt tot een bestelling van 150 Short S.29 Stirling Mk.I toestellen die volgens het contract met nummer B 982939/39 tussen juli 1942 en september 1942 geleverd werden door Austin Motors Ltd. De W7569 werd op 29 juli 1942 afgeleverd bij het No. 7 Squadron. In de nacht van 16 op 17 september bestond de bemanning uit de 23-jarige piloot P/O Ben Dallenger, de 20-jarige copiloot P/O Robert Edward Clarke, de 20-jarige waarnemer/navigator F/Sgt. Donald Trevor Lamb, de 26-jarige boordwerktuigkundige Sgt. Peter Sandison, de 23-jarige radiotelegrafist/boordschutter Sgt. William James Anderson, de 24-jarige radiotelegrafist/ boordschutter Sgt. Ronald Hugh Crabtree en de 27-jarige staartschutter Sgt. Harry Oldfield Goddard.

Het bombardement was erg succesvol. Er werden 33 grote en 80 middelgrote branden gemeld. De bommen richtten zware schade aan, de Krupp-fabrieken kregen het zwaar te verduren. In Essen en directe omgeving vielen 47 doden en 92 gewonden. Op de terugweg naar de basis werd de Stirling W7569 vermoedelijk door Duits luchtafweergeschut (FLAK) getroffen en stortte om 23.00 uur ten zuidwesten van Lemmer in het IJsselmeer, ongeveer ter hoogte van de knik in de dijk Urk-Lemmer. Alle 7 bemanningsleden kwamen om het leven. De lichamen van de 5 Nieuw-Zeelandse bemanningsleden P/O Dallenger, F/Sgt. Lamb, Sgt. Anderson, Sgt. Crabtree en Sgt. Goddard werden dezelfde dag gevonden. Omdat ze ten noorden van de knik in de dijk Urk-Lemmer uit het water werden gehaald, of aanspoelden op dat dijkvak, werden ze door leden van de Luchtwacht Lemmer geborgen en begraven op het erehof in Lemmer. De lichamen van hun Engelse collega's P/O Clarke en Sgt. Sandison spoelden op de dijk ten zuiden van de knik in de dijk aan, de tegenwoordige Rotterdamse Hoek, en werden geborgen en gekist door leden van de Luchtwacht op Urk. Bemanningsleden die na de lente van 1941 bij Urk aanspoelden of geborgen werden mochten van de Duitsers niet meer op Urk begraven worden omdat de inwoners de eerste ceremonies massaal hadden bijgewoond. Omdat Urk in de Tweede Wereldoorlog nog bij de provincie Noord-Holland behoorde, werden de lichamen van de geborgen bemanningsleden overgebracht naar Amsterdam waar ze in het Wilhelmina Gasthuis, door de bezetters omgedoopt tot Wester Gasthuis, officieel door de Duitsers werden geïdentificeerd. P/O Clarke en F/Sgt. Sandison werden op 25 september 1942 op de Nieuwe Ooster Begraafplaats ter aarde besteld in respectievelijk graf 38-2 en graf 37-2.

In de nacht van 16 op 17 september stortte ook de Stirling BF353 met rompcode LS-E van het No. 15 Sqadron neer in het IJsselmeer, 10 km ten noordwesten van Harderwijk. Ook dit toestel kwam terug van het bombardement op Essen.