Vickers Wellington Mk. 1C R1757
Plaats: Marknesse
Locatie: Baarloseweg 21, Kavel NR34
Architect: R. K. Pierson, Armstrong Ltd.
materiaal: diverse materialen
Jaar: 1940
Beschrijving:
In de nacht van 12 op 13 oktober 1941 voerden de Britse Royal Air Force een groot bombardement uit met 373 vliegtuigen met als hoofddoel Neurenberg, Bremen en Hüls. Aan de missie naar Bremen namen 99 toestellen deel waaronder de tweemotorige Vickers Wellington Mk. IC met registratienummer R1757 en rompcode DX-X van het No. 57 Squadron. Op zondagavond 12 oktober steeg de bommenwerper om 19.00 uur op van de thuisbasis Feltwelll in Nordfolk met aan boord de 29-jarige piloot Sgt. A.W. Jeffries, de 23-jarige copiloot P/O H.L. Myers, de 21-jarige waarnemer Sgt. P.F.M. Cooke, de 22-jarige radiotelegrafist en boorschutter Sgt. W.C. Wood, de 28 jarige boordschutter F/Sgt. W.H.S. Byers en de 29-jarige staartschutter W/O L. Rickard. Toentertijd waren de bommenwerpers, vanwege het beperkte bereik van de Britse jachtvliegtuigen, het grootste deel van hun missie op zichzelf aangewezen. In de buurt van Blokzijl werd de Wellington om 21.48 uur onderschept door een Duitse nachtjager, gevlogen door Fw Siegfried Ney en radiotelegrafist Uffz. Gottfried Päutz van het commando 4/NJG 1, dat gedetacheerd was op vliegveld Bergen. De bommenwerper stortte om 21.50 uur neer, 3 km ten westen van Blankenham in de nog niet drooggevallen Noordoostpolder, waar nu de Baarloseweg is.
Het ging allemaal heel snel in zijn werk, alleen boordschutter W/O Leonard (Len) Rickard wist het getroffen toestel bijtijds te verlaten. Hangend aan zijn parachute bereikte hij heelhuids de grond. Op 13 oktober werd Rickard in Blokzijl door de Duitse bezetter aangehouden en heeft tot 11 mei 1945 in krijgsgevangenschap gezeten. De overige 5 bemanningsleden overleefden de crash niet. De omgekomen bemanningsleden werden in Nederland begraven. De Luftwaffe verzorgde de begrafenis en de gesneuvelde militairen werden in de regel met militaire eer door Duitse militairen ter aarde besteld. Het stoffelijk overschot van copiloot Hilyard Lowell (Harry) Myers werd direct geborgen, hij werd op 16 oktober 1941 op het Erehof op de Algemene begraafplaats van Kuinre begraven, graf 22 40A.
In het Nieuwsblad van Friesland stond op 20 oktober 1941 onder de kop "Begrafenis Engelsche vlieger" het volgende bericht: "KUINRE, 16 Oct. Hedenmiddag had op de algemeene begraafplaats de ter aardebestelling van het stoffelijk overschot van een der piloten (een Canadees) van het in de nabijheid van Kuinre neergeschoten Engelsche vliegtuig plaats. De begraving geschiedde, met militaire eer. De kist werd gedragen door leden der Duitsche weermacht. De lijkrede werd uitgesproken door een Duitsche veldprediiker. Namens de Duitsche weermacht werd een krans neergelegd door een der officieren. Hierna loste een vuurpeloton een drietal schoten.
De burgemeester van Kuinre en Blankenham woonde de begrafenis bij".
De lichamen van Sgt. Arthur William Jeffries (28 j.), Sgt. Percy Frederick Meadows Cooke (21 j.), Sgt. William Chistopher Wood (21 j.) en F/Sgt. William Harold Stanley Byers (28 j.) zonken met de resten van het toestel in de toen nog drassige bodem weg. In deze fase van de oorlog werd door de Duitse bezetters de militaire erecode nog gehandhaafd. Een onderdeel van deze code was het eervol behandelen van de stoffelijke overschotten van de tegenstanders. Op 1 april 1943 heeft Wehrmachtgräberoffizier 24 vanuit zijn standplaats Hilversum opdracht gegeven om bij het veldgraf op kavel NR34 een houten kruis te plaatsen als gedenkteken voor de omgekomen bemanningsleden van de Engelse bommenwerper. Op het kruis stond het opschrift: "Hier rusten vier Engelsche vliegers gevallen 12 X 1941". De stoffelijke resten werden in 1948 bij het opgraven van de resten van het toestel geborgen en op 5 maart op de Algemene begraafplaats in Emmeloord begraven.
De Wellington R1757 was het 6e toestel dat Fw Ney claimde. Zijn 12e overwinning moet hij met de dood bekopen. Op 28 maart 1942 beschoot Ney de Hampden I AT176 van het No. 408 Squadron boven de Noordzee. Het toestel werd getroffen in het bommenruim waarin zich mijnen bevonden. Er volgde een explosie. Wegspattende brokstukken sleurden de Messcherscmitt Bf110 met Siegfried Ney en Josef Bühler mee de diepte in. Toen Ney bij Petten/Callandsoog, 4 dagen voor zijn 34e verjaardag, de dood vond had hij 11 overwinningen op zijn naam staan.
In 2023 werd door de Sichting Canon Noordoostpolder aan de Baarloseweg 21 een markeringspaal geplaatst; Paal 3