Luchtwachttoren 6K1

Luchtwachttoren 6K1
Luchtwachttoren 6K1 Luchtwachttoren 6K1 Luchtwachttoren 6K1 Luchtwachttoren 6K1 Luchtwachttoren 6K1

Plaats: Urk

Locatie: Wijk 3

Maker: M. Zwaagstra

materiaal: beton

Jaar: 1954


Beschrijving:

Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben vliegtuigen een belangrijke rol in de oorlogsvoering gespeeld. Daarom was voor het vroegtijdig opmerken van vijandelijke vliegtuigen de radar ontworpen. Nederland had kort na de oorlog een voor die tijd modern luchtverdedigingssysteem in de vorm van 5 radarstations, die in samenhang met jachtvliegtuigen vijandelijke toestellen konden opsporen. Maar de radar van toen kon niet effectief ingezet worden tegen vliegtuigen die onder een hoogte van 900 m binnenvlogen. Om voorbereid te zijn op een aanval van het Warschaupact werd in 1950 het Korps Luchtwachtdienst (KLD) opgericht als onderdeel van het Commando Luchtverdediging. Het KLD had als taak "om door middel van uitkijk- en luisterposten vijandelijke vliegtuigen waar te nemen en aldus gegevens te verstrekken, welke nodig zijn om vijandelijke luchtaanvallen te kunnen bestrijden en de eigen troepen en de burgerbevolking tijdig te kunnen waarschuwen voor naderend luchtgevaar". Daarnaast moesten vijandelijke parachutistenacties en atomaire, biologische en chemische (ABC) aanvallen gemeld worden.

Met de slogan 'Kijken, Luisteren, Doorgeven' werd de essentie van de functie van de KLD goed weergegeven. Over het hele land verrezen tussen 1951 en 1955 luchtwachtposten, 138 'eigen torens' werden er gebouwd, in de andere gevallen werd gebruik gemaakt van hoge bestaande gebouwen. Gebruik van staal en hout werd voor de bouw van de luchtwachttorens ongeschikt gevonden, gelet op de weersinvloeden die regelmatig onderhoud zouden vergen. Bovendien zou hout brandgevaarlijk zijn. Zo kwam men terecht bij geprefabriceerde betonnen panelen met vierkante openingen, de zogenaamde raatbouwelementen, die geleverd werden door N.V. Schokbeton uit Kampen. Het ontwerp was in opdracht van het Ministerie van Oorlog gemaakt door de Haagse architect Marten Zwaagstra. In Nederland zijn 23 variaties luchtwachttorens gebouwd, varierend van 2,52 m tot 31,02 m hoogte, telkens met een verschil van 1,14 m. Deze laatste maat werd bepaald door 3 betonraten, elk 38 x 38 cm groot. De uitvoering en hoogte van de torens was afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. Om de hoogte en daarmee de kosten van de raatbouwtorens te beperken, werd waar mogelijk gebruik gemaakt van de aanwezige hoogteverschillen in het terrein. Op 'de bult' op Urk stond een toren van het type E1278. De 33 raten hoge toren had een totale hoogte van 14,30 m (12,78 m + 1,52 m). De hoogte in centimeters, gerekend tot aan de vloer van het uitkijkplatform, werd gebruikt voor de typeaanduiding van de toren. Deze typeaanduiding was dus niet de totale hoogte. In 't Nieuws voor Kampen en de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant stond op 27 november 1954: "(Van onze reportage-redacteur) Er is onlangs een luchtwachttoren op Urk gebouwd. Een afzichtelijk koud betongeraamte zoals er honderden in ons land geplaatst zijn. Hij kwam pal naast het kerkhof te staan, enkele tientallen meters van de zee, op een plaats waar het oude eiland nog iets van zijn vroegere pakkende sfeer behouden had. De Urkers ageerden tegen die toren op die plaats, maar de overheid stelde vast, dat dit het beste punt was en bovendien waren de uitkijkposten militair bezien nodig en dus in het algemeen belang. Koel zakelijk zette de overheid haar wil door zonder zich te bekommeren om het morele zeer, dat zij veroorzaakte [...]."

Toren 6K1 was gebouwd op een zware betonnen fundering van 3 x 3 m met afgeschuinde hoeken. Om beklimming tegen te gaan werd de voet van de toren tot 2,30 m hoogte betegeld. Aan de bovenzijde verbreedde de constructie zich trapsgewijs aan twee tegenover elkaar liggende zijden. Daar was een uitkijkplatform, dat bestond uit een open ruimte van 3 x 3 meter met een 1,52 meter hoge betegelde borstwering om de inwerking van scherven en exploderende projecten te voorkomen. Aan de westzijde van het observatieplatform was een verlaagde, overdekte schuilnis van 3 m breed, 2 m hoog en 1 m diep. Vanwege de camouflage gaf men er de voorkeur aan om de uitkijkposten te laten opgaan in de begroeing. Luchtwachttoren 6K1 stond op het schoolplein van de Wilhelminaschool, tegen de zuidoostelijke hoek van de begraafplaats van het Kerkje aan de zee. De grond waarop de toren gebouwd was werd door de Staat der Nederlanden (ministerie van oorlog) tussen 1953 en 1965 gepacht van de gemeente Urk.

De luchtwachtposten stonden in de buurt van dorpen omdat de luchtwachters de torens snel met de fiets moesten kunnen bereiken. De posten waren schematisch gegroepeerd in driehoeken, soms vierkanten, verspreid over heel Nederland en lagen nooit meer dan 16 km van elkaar af omdat een vliegtuig op ongeveer 8 km gehoord kon worden. De drie, dan wel vier luchtwachtposten vormden 'kringen' die op hun beurt 'luchtgroepen' vormden die onder een 'luchtwachtcentrum' ressorteerden. Nederland was ingedeeld in 8 luchtwachtgroepen, 8 sectoren. Urk was ingedeeld bij sector 6. Sector 6 had 11 luchtwachtkringen met kringletters A t/m K. Urk had letter K. De luchtwachtposten waren genummerd 1 t/m 3 (4). Urk had nummer 1. Het postnummer van Urk was dus 6K1. De kringletters hadden ook nog een codenaam voor telefonische identificatie en de codenaam voor K1 op Urk was 'Karel 1'. Luchtwachttoren 6K1 was in januari 1954 gebouwd en vormde samen met luchtwachtpost 6K2 bij Emmeloord en 6K3 in Ens een luchtwachtkring. De bezetting van toren 6K1 bestond uit vrijwilligers van het Korps Luchtwachtdienst die op Urk woonden. Een vrijwilliger die luchtwachter wilde worden moest aan een aantal eisen voldoen. Hij was tussen de 16 en 60 jaar oud, was niet dienstplichtig, had de beschikking over goede oren en ogen en was in staat de hoger gelegen luchtwachtpost te bereiken. De opleiding van de vrijwilligers op Urk vond plaats tezamen met de posten Emmeloord en Ens. Het luchtwachtcentrum Leeuwarden organiseerde de lessen en leverde de instructeurs. De vrijwilligers kregen les in vliegtuigherkenning, meldingsprocedures, militaire vorming en krijgstucht, meteorologie, EHBO en ABC oorlogvoering. Om als luchtwachter te kunnen functioneren moest men een examen afleggen. De opgave was o.a. om 50 verschillende typen vliegtuigen te identificeren. Per toestel kreeg men 30 seconde de tijd. De luchtwachters waren uitgerust met een blauw-grijs luchtmachtuniform en baret met KLD-embleem van een verrekijker met adelaar, dat verplicht gedragen moest worden tijdens de lessen, praktische oefeningen op de luchtwachttoren en bij andere gelegenheden. 

Bij oorlog of oorlogsdreiging, diende er een bezetting van 24 uur per dag te zijn, maar zover is het nooit gekomen. De torens werden alleen tijdens oefeningen bezet. Zomers oefende men in de avonduren, in de winter gebeurde dat op zaterdagen. De bezetting van de post telde 16 vrijwilligers waarvan telkens twee gedurende 3 uur wacht stonden. De waarnemer moest de vliegtuigen zien en horen aankomen. Hij bediende het luchtwachtinstrument dat bestond uit een ronde tafel met daarop een kaart van de omgeving. In het midden van de kaart stond een statief met een vizier en een kijker. De daarmee verbonden aanwijsnaald toonde de coördinaten van het doelwit. De verbindingsman kon de informatie direct aflezen en doorgeven aan het luchtwachtcentrum van sector 6, dat in een speciaal daarvoor gebouwde bunker in de Prinsentuin in Leeuwarden zat. Sector 6 bestond uit 34 posten, die zich bevonden in de provincie Friesland, de Noordoostpolder, de kop van Overijssel en de waddeneilanden Ameland, Terschelling en Vlieland.

De toren is gebruikt tot 1964, het jaar waarin het Korps Luchtwachtdienst in dit deel van het land is opgeheven. Door de moderne ontwikkeling in de militaire luchtvaart was een groot aantal luchtwachttorens overbodig geworden. In de Leeuwarder Courant van 11 augustus 1964 werd vermeld dat van de 276 luchtwachttorens in Nederland, alleen 45 torens in de 3 noordelijke provincies in bedrijf bleven. In sector 6 konden de torens in Urk, Emmeloord, Ens, Lemmer, Wolvega, Joure, Olderberskoop, Duurswoude, Kuinre, Vollenhove en Steenwijk worden afgebroken. Bijzonder is dat van alle drie de Luchtwachttorens in de Noordoostpolder de fundering nog aanwezig is. In januari 2021 heeft de gemeente Urk het fundament opnieuw vormgegeven met sierbestrating, precies op de locatie van de oude toren. Op 11 september 2021 (Openmonumentendag) werd op initiatief van het Cultuur Historisch Centrum Noordoostpolder en de Stichting Canon De Noordoostpolder bij het fundament door wethouder Freek Brouwer een informatiebord onthuld waarop de geschiedenis van luchtwachttoren 6K1 te lezen is.

Kijk voor meer informatie over toren 6K1 op luchtwachttorens.nl

Architect

Marten Zwaagstra werd op 15 augustus 1895 in het Friese Mildam geboren. Zijn vader was boer en dorpstimmerman. Marten moest meehelpen op het boerenbedrijf maar was meer geïnteresseerd in timmerwerk. Zodra het kon ging hij naar de net geopende ambachtsschool in Heerenveen en deed er ook nog de toen bestaande zogenaamde avondtekenschool bij. Marten stond 's morgens om 5 uur op, ging de koeien melken en liep vervolgens ruim 10 km naar Heerenveen. Tegen middernacht kwam hij weer thuis. In 1912 haalde hij van beide opleidingen zijn diploma. Na de militaire dienst studeerde hij aan de MTS in Leeuwarden waar hij in 1920 het diploma Bouwkunde behaalde en drie jaar later studeerde hij af aan de afdeling Weg- en Waterbouw van de Technische Hogeschool in Delft. In 1928 treedt hij in dienst bij de Gemeentelijke Dienst voor Bouw-en Woningtoezicht in Den Haag als Hoofdinspecteur-Constructeur. Na de Tweede Wereldoorlog verliet hij de overheidsdienst en begon in 1946 een eigen architectenbureau.

Architect Zwaagstra, die pionier was in het werken met gewapend beton, kreeg diverse patenten voor betonconstructie’s t.b.v. de woningbouw. Samen met Schokbeton richtte hij de N.V. Raatbouw op. Het raatbouwsysteem bleek succesvol. In 1950 werd op het terrein van N.V. Schokbeton in Kampen binnen 17 dagen een experimentele woning gebouwd volgens het raatbouwsysteem. Dat maakte kennelijk indruk op de Genie die was ingeschakeld voor de bouwkundige zaken van de KLD.  In opdracht van het toenmalig Ministerie van Oorlog maakte Marten Zwaagstra vervolgens het standaardontwerp van de luchtwachttorens die in Nederland zijn gebouwd. De torens zijn opgetrokken uit transparante 'prefab' betonelementen volgens het 'raatsysteem'. De productie en de constructie van de luchtwachttorens werden uitbesteed aan de firma N.V. Schokbeton in Kampen, die kans zag om binnen tien maanden 1.500 meter toren af te leveren.

Van 1956 tot 1958 werd de Frisoflat in Voorschoten gebouwd naar een ontwerp van Zwaagstra. Het flatgebouw is een voorbeeld van een skeletbouw als draagconstructie, met daartussen vulwanden van drijfsteen. 

Op 31 juli 1988 overleed Zwaagstra op 93- jarige leeftijd in Katwijk aan Zee.