Molen en molensloot

Molen en molensloot
Molen en molensloot Molen en molensloot

Plaats: Urk

Locatie: Pyramideweg

Maker: Vereinigte Windturbine Werke AG

materiaal: staal

Jaar: 1917


Beschrijving:

De molensloot is de oudste sloot van Urk. Tot het einde van de 17e eeuw diende de sloot ter afscheiding van de hooggelegen gemeenteweiden en de laaggelegen hooilanden. In de eilandtijd bestond Urk uit een bebouwde keileemkop en een lager gelegen weiland dat omgeven was door een rij palen en een dijkje. Dit kon echter niet voorkomen dat het 60 ha grote lage gebied bij noordwesterstorm regelmatig overstroomde. In het oosten van het gebied bevond zich een 8 ha groot moeras. Op een kaart van Urk, die in 1791 door stadslandmeter J. Schilling getekend is, wordt het gebied 'Verdronken land' genoemd. Tot het begin van de 19e eeuw  werd het 'Verdronken land' zo goed mogelijk drooggehouden door een duiker aan de zuidkant. Vanaf 1842  werden er, ten behoeve van de ontwatering en ontginning van het laaggelegen hooiland, sloten gegraven en werd er een houten pompmolen geplaatst die het overtollige water bij eb in zee maalde. In 1851 kon de eerste hooioogst worden binnengehaald. Bron: Het eiland Urk door P. Harting (1853). Maar telkens hebben herfststormen en hoge vloeden de zandkade achter het paalwerk weggeslagen en het moerassige land weer onder water gezet. In 1854 werd de pompmolen vervangen door een kleine vijzelmolen. In 1904 kocht de gemeente Urk voor ƒ 2000,- een Amerikaanse watermolen, die op zijn beurt in 1917 vervangen werd door een zogenaamde Amerikaanse windmotor van het merk Hercules Metallicus. De middelgrote windmolen was in Duitsland gefabriceerd door de Vereinigte Windturbine Werke AG te Dresden en door de firma R.S. Stokvis & Zonen uit Rotterdam aan Urk geleverd. 

De stalen toren had een ladder en een vierkante stelling die bestond uit stalen liggers, een achtkantig houten dek en een stalen hekwerk. Het achttien gegalvaniseerde stalen bladen tellende windrad had een diameter van vijf meter. Het rad bestond uit zes straalarmen waartussen segmenten, met ieder drie bladen verbonden door drie ringen, waren aangebracht. Een grote windvaan aan de achterzijde van de draaibare kop zorgde ervoor dat de molen altijd naar de wind gericht werd. Al bij windkracht 3 begon de molen te malen. Het windrad zette een verticale as in beweging. Via tandwielen bracht de verticale as de beweging van de rotor vertraagd over op de stalen vijzel, die het water uit de molensloot en door een sluisje in het paalscherm in zee pompte. Na het droogvallen van de Noordoostpolder was de windmolen oftewel de 'möllem' zoals ze op Urk zeggen, niet meer nodig en werd in de tweede helft van de jaren '40 van de 20e eeuw aan boer Roelof Steenbeek van stadserf 50 op Kampereiland verkocht.

Langs het 'Rondje eiland Urk' werd het gemetselde fundament van 'De Möllem' herbouwd. Op een informatiebord zie je de geschiedenis van de watermolen in woord en beeld. 

Bronnen: informatiebord 'Rondje eiland Urk' en molendatabase.net