Oude kerkhof
Plaats: Urk
Locatie: Wijk 3, Monumentenlaan
Maker:
materiaal: gietijzer en smeedijzer
Jaar: 19e eeuw
Beschrijving:
In het verleden vonden overledenen hun laatste rustplaats onder de vloer van de kerk. De gewoonte de doden in het kerkgebouw ter aarde te bestellen had voor de kerkgangers minder leuke gevolgen. De graven waren nooit echt luchtdicht afgesloten zodat, vooral de eerste weken na de begrafenis, een doordringende rottingsgeur door de vloer de kerk binnen kwam. Toen er tegen het einde van de achttiende eeuw meer inzicht kwam in het belang van hygiëne en het gevaar van besmetting, gingen er steeds meer stemmen op het begraven in de kerk te verbieden. In de voorganger van het Kerkje aan de Zee, dat tussen 1714 en 1783 op dezelfde plek stond, vonden waarschijnlijk al bijzettingen buiten de kerk plaats. De ingebruikname van het Kerkje aan de Zee in 1786 betekende dat er niet meer binnen de muren van de kerk begraven werd. Op 19 april 1787 trok voor het eerst een begrafenisstoet naar het kerkhof.
De begraafplaats ligt aan de zuidzijde van het kerkje en is tegenwoordig te bereiken via een toegangshek uit 1887 dat bestaat uit twee gesmeden ijzeren hekvleugels met achthoekige gietijzeren baluster (hekpaal) en een plaatijzeren boog met de tekst 'LAATSTE RUSTPLAATS'. Het bovenschrift is in het midden gedecoreerd met een doodshoofd met gekruiste beenderen dat de bezoeker maant zich de sterfelijkheid van zijn bestaan te realiseren. De schedel is het symbool van vergankelijkheid en 'memento mori', wat Latijn is voor 'Gedenk te sterven'. De schedel verwijst naar de kortstondigheid van het leven en de betrekkelijkheid van alle aardse bezit. De omrastering, eveneens uit 1887, is samengesteld uit achthoekige gietijzer balusters waartussen smeedijzeren hekwerken zijn bevestigd. Aan het merendeel van de balusters zijn verstevigingsbeugels aangebracht, die om en om verankerd zijn in metselwerk of natuursteen. De spijlen zijn voorzien van een sierpunt in de vorm van een Franse lelie. Toen het kerkhof werd uitgebreid, is het nieuwe hekwerk hierop aangepast. Voor de uitbreiding zijn ronde ijzeren balusters aangebracht zonder hekpunten in de vorm van een lelie. Deze ronde balusters staan verankerd in zowel metselwerk als beton. Bron: Monumentenroute Urk.
In vroegere tijden lag de gemiddelde leeftijd op Urk een stuk lager dan tegenwoordig. De dood lag overal op de loer. Kindersterfte, dodelijke ziekten, armoede en de gevaren van de zee beheersten het dagelijks leven op het eiland. De ellende is aan veel grafstenen af te lezen. Op de grafmonumenten, die dicht opeen liggen, is te zien dat de visserij voorspoed maar ook verdriet bracht, regelmatig valt de tekst 'verdronken' of 'gebleven op zee' te lezen. Op de begraafplaats bevinden zich ook twee Nederlandse oorlogsgraven van slachtoffers die omkwamen in de Tweede Wereldoorlog. In 2010 zijn zes in de 19e eeuw meegenomen schedels herbegraven op het kerkhof. Op het graf is in 2013 een monument geplaatst.
Op Urk worden de overledenen begraven in het geloof dat ze eens zullen opstaan. Daarom zijn alle graven op de begraafplaats oost-west georiënteerd. Dat heeft een symbolische betekenis. Op de dag van de opstanding zal Jezus weerkomen en zoals in de Bijbel staat, zullen zijn voeten staan op de Olijfberg in Jeruzalem. Men zag dat heel plastisch: het graf gaat open, de doden zullen herrijzen en kijken naar het oosten. De graven op het kerkhof worden niet geruimd. De begraafplaats ligt wat hoger dan de omgeving. Op het kerkhof bij het Kerkje aan de Zee wordt niet meer begraven, er zijn alleen nog bijzettingen in familiegraven mogelijk. Het kerkhof is de oudste, en tot 1954 enige, begraafplaats op Urk. In de drooggevallen polder werd dat jaar een nieuwe gemeentelijke begraafplaats in gebruik genomen.
Iedere overledene die op Urk naar de laatste rustplaats gedragen werd, werd door de 15e eeuwse klok van het Kerkje aan de Zee de laatste eer bewezen. Tot in 1934 toen de klok na 478 jaar dienst gedaan te hebben tijdens het 'kleppen' scheurde. De klok, daterend uit 1456, werd hergoten en op 31 juli 1936 in de kerktoren gehangen. In De Telegraaf van 1 augustus 1936 staat in een artikel dat verslag doet van deze plechtigheid het volgende: "Tot in het begin van deze eeuw was het de enige klok op het eiland. Toen werd op de Ger. kerk een klokketoren geplaatst. Maar haar bijzondere bestemming behield de oude klok. Behalve om des Zondags de geloovigen op te roepen wordt de klok gebruikt om de dooden uit te luiden. Bij elke begrafenis, welke op Urk plaats heeft laat de klok haar zware stem hooren. Een half uur voor de teraardebestelling wordt er 'geklipt'. De doodgraver begeeft zich dan naar boven en neemt den klepel van onderen vast en slaat daarmee tegen den wand van de klok. Hierdoor ontstaat een somber, kort afgebroken geluid. Het aantal slagen is in overeenstemming met den leeftijd van de overledene".
In de zuidwestelijke hoek van de begraafplaats staat een baarhuisje dat in 1974 gebouwd is ter vervanging van het huisje uit 1920. In vroegere tijden werd een baarhuisje, ook wel lijkhuisje genoemd, gebruikt om het lichaam van een overledenen tot de begrafenis op te baren. Het huisje is opgetrokken in baksteen en staat onder een met pannen gedekt zadeldak. In beide langsgevels zijn drie kleine raampjes gemaakt. Aan de achterste kopgevel is een langwerpig hoog raam gesitueerd en in de voorgevel een brede dubbele deur. In de 19e en 20e eeuw vormde het kerkhof met beplanting het groene hart van het dorp. Aan de zuidzijde van het kerkhof en bij het Kerkje aan de Zee staan de dikste bomen van het voormalig eiland. Enkele historische bomen zijn geveld door de iepenziekte. Van de oorspronkelijk 16 Hollandse iepen zijn er nog 10 over.
De Stichting Erfgoed Urk heeft een lijst van bedreigd erfgoed opgesteld. Het kerkhof bij het Kerkje aan de Zee staat op deze lijst. Erfgoed Urk meent dat de begraafplaats een monumentenstatus verdient. "Urkers beseffen vaak niet hoe bijzonder Urks oudste dodenakker is. De vervanging van unieke grafmonumenten door ‘glimmende’ marmerplaten is een aanfluiting". Authentieke details verdwijnen stilzwijgend, waaronder de historische nummerplaatjes. Het oudste stuk hek dreigt weg te zakken. Een beschermde status zal resulteren in voldoende fondsen voor renovatie, meent de stichting.