Smederij

Smederij

Plaats: Urk

Locatie: Wijk 2-26

Maker:

materiaal: baksteen, hout, glas dakpannen

Jaar: ca. 1900


Beschrijving:

Aan Wijk 2-26 staat een voormalige smederij. Het gebouw is waarschijnlijk tussen 1900 en 1915 gebouwd als woonhuis en later verbouwd tot smederij. Volgens het monumentenregister maakt een procesverbaal van de hinderwet d.d 16 augustus 1928 melding van een nieuw te bouwen smederij 'ten westen van de woning van K. van Eerde, Wijk 2-26'. Hieruit kan geconcludeerd worden dat niet het pand Wijk 2-26 als smederij is gebouwd, maar dat het aangrenzende perceel hiervoor was bestemd. In vissersplaatsen was voortdurend vraag naar dreggen, ankers, korijzers, netgewichten en scheepsbeslag. Uit de ligging van de smederij, aan de achterzijde van Scheepswerf Metz, kunnen we opmaken dat het hier een scheepssmederij betrof waar alle metalen onderdelen van een schip en gereedschappen werden gemaakt en waar onderhoud gepleegd werd aan de kachels (vuurduveltjes) aan boord van de schepen. In het geëtste glas boven de voordeur staat 'De Smederij' met daaronder een afbeeling van een aambeeld, een smeedblok waarop de smid het gloeiende metaal smeedt.

Het pand Wijk 2-26 is door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen als rijksmonument en staat sinds 10 mei 2002 in het Rijksmonumentenregister ingeschreven. De voormalige smederij is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedenbouwkundige waarde. De voormalige smederij heeft cultuurhistorische waarde vanwege de bijzondere functie die het tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw heeft gehad. Het pand is van architectuurhistorisch belang vanwege de sobere, maar voor de bouwtijd karakteristieke vormgeving. Het pand heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de situering aan het begin van een straatwand, waardoor het tevens beeldbepalende kwaliteiten heeft. Het pand is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur. Het pand heeft bovendien zeldzaamheidswaarde als voormalig onderkomen van een zeldzaam wordende bedrijfstak. Kijk hier voor een uitvoerige beschrijving van de voormalige smederij.

Kornelis Tijmensz van Eerde (Urk, 1871 - Urk, 1953), was timmerman. Hij was de oudste zoon van Tijmen Cornelisz van Eerde (Schokland, 1846 -Urk, 1924), die de jongste zoon was van Kornelis Tiemensz van Eerde (Schokland, 1808 - Urk, 1870) en Trijntje Willemsdr Bruins (Schokland, 1812 - Urk, 1886). In 1859 werd Schokland ontruimd. Om in aanmerking te komen voor een schadeloosstelling moesten de Schokkers hun huizen afbreken en het eiland voor 1 juli verlaten. Kornelis en Trijntje van Eerde verhuisden op 25 juni 1859 met hun 4 kinderen Geesje, Willem, Jannetje en Tijmen naar Urk. Kornelis brak het huis op Schokland af, laadde het op een botter en bouwde het op Wijk 5-14 steen voor steen weer op. In 1870 trouwde hun zoon Tijmen met Klaasje Albertsdr Brands. Na hun huwelijk trokken ze in bij de ouders van Tijmen. Zij kregen 11 kinderen. Tijmen Cornelisz was, net als zijn vader, timmerman. In het huis was een timmerwerkplaats ingericht waar Tijmen timmerwerk verrichtte. In 1980 is de woning van Wijk 5-14 overgebracht naar Enkhuizen waar het te bezichtigen is in het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum. Bron: Trouw en zuiderzeecollectie.nl. Kornelis Tijmensz van Eerde trad in 1898 in het huwelijk met Tjaaltje Geurts Molenaar (Urk, 1872 - Wormer, 1942). Zij hebben gewoond in de woning op Wijk 2-26. Tijdens de crisisjaren liepen de opbrengsten in de visserij sterk terug. Veel Urkers vervielen in armoede. Eind jaren 1920, begin jaren 1930 vestigden een groot aantal Urkers zich in de Zaanstreek om daar in de industrie te gaan werken. Het is aannemelijk dat ook Kornelis en Tjaaltje van Eerden Urk verlieten om zich te vestigen in de Zaanstreek. Tjaaltje overleed op 1 september 1942 in Wormer en werd op het Oude Kerkhof op Urk begraven.