Luchtwachttoren 6K2

Luchtwachttoren 6K2
Luchtwachttoren 6K2 Luchtwachttoren 6K2 Luchtwachttoren 6K2 Luchtwachttoren 6K2

Plaats: Emmeloord

Locatie: Emmeloorderbos

Maker: M. Zwaagstra

materiaal: beton

Jaar: 1953


Beschrijving:

In het Emmeloorderbos bevindt zich de fundering van een luchtwachttoren uit de Koude Oorlog (1945-1989), een periode van gewapende vrede tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten. In Nederland trof het ministerie van oorlog voorbereidingen om zich te kunnen verdedigen en beschermen tegen een mogelijke Sovjetaanval. Het Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder verleende op 3 juli 1953 een vergunning om twee uitkijkposten oftewel luchtwachttorens te bouwen, één bij Emmeloord en één in Ens. De uitkijkpost in het Emmelerbos werd eind 1953 gebouwd in opdracht van het Korps Luchtwachtdienst (onderdeel van het Commando Luchtverdediging) van het toenmalig ministerie van Oorlog naar een ontwerp van de Haagse architect Marten Zwaagstra. De toren was opgebouwd uit raatvormige prefab elementen van gewapend beton die werden vervaardigd bij de NV Schokbeton te Kampen en door een montageploeg van deze fabriek geplaatst op een bijzonder zwaar betonnen fundament dat aangelegd was door de bouwploeg van de Genie. Het leggen hiervan vergde vaak meer tijd dan het in elkaar zetten van de toren met behulp van gegalvaniseerde bouten. De luchtwachttoren heeft onderdeel uitgemaakt van een netwerk van 276 waarnemingsposten. De helft was gevestigd op reeds bestaande gebouwen, de andere helft zijn speciaal voor dit doel gebouwd.

In de tijd van toenemende militaire dreiging vanuit Oost Europa, het 'Rode gevaar', was de radar nog niet effectief genoeg om vliegtuigen te signaleren die onder het radarnet door slipten door laag te gaan vliegen, de zogenaamde 'rats'. Daarom werd het oude systeem van waarneming door personen, zoals dat gehanteerd werd door het vooroorlogse 'Vrijwillige Landstorm Korps Luchtwachtdienst', gereactiveerd. Als voorbeeld werd genomen het Britse 'Royal Obserever Corps', dat in de Tweede Wereldoorlog succesvol had geopereerd. In 1950 werd het 'Korps Luchtwacht Dienst (KLD) in het leven geroepen dat ressorteerde onder de Luchtmacht. Over het hele land verspreid werden tussen 1951 en 1955 luchtwachtposten gebouwd, verdeeld over 8 luchtwachtgroepen waarvan de centra zich bevonden in Alkmaar, Amersfoort, Breda, Deventer, Eindhoven, Groningen, Leeuwarden en Rotterdam. De 6e luchtwachtgroep van het Korps Luchtwachtdienst omvatte de provincie Friesland, de Noordoostpolder, de kop van Overijssel en de eilanden Vlieland, Terschelling en Ameland. In dit gebied lagen 34 uitkijkposten en een luchtwachtcentrum. Luchtwachttoren 6K2 in Emmeloord, meldingstaal Karel 2, vormde een driehoek, een zogenoemde luchtwachtkring met toren 6K1 op Urk en 6K3 in Ens. Met de naamgeving werd de locatie aangegeven: 6 was luchtwachtgroep Leeuwarden, K de aanduiding voor de luchtwachtkring in de Noordoostpolder en 2 het volgnummer van de post binnen de kring. Iedere post bestreek een cirkel van 8 km waardoor de onderlinge afstand maximaal 16 km was. De rede daarvoor was dat het auditieve waarnemingsvermogen als fundamenteel werd beschouwd en vliegtuigen op een afstand van 8 km konden worden gehoord.

De hoogte van de toren was afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. Om laagvliegende vliegtuigen effectief te kunnen waarnemen was voor een luchtwachtpost een vrij uitzicht op een horizon van 8 à 10 km nodig. Op Urk stond een luchtwachttoren van het type E1278 met een hoogte van 14,30 m en in Ens van type E936, hoog 10,88 m. Welk type luchtwachttoren in Emmeloord gestaan heeft is onbekend. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat alle raatbouwtorens in feite hetzelfde waren, maar dat alleen de hoogte varieerde van 2,52 m tot 31,02 m, telkens met een verschil van 1,14 m. Deze laatste maat werd bepaald door drie betonraten die elk 38 x 38 cm groot waren. Luchtwachtoren 6K2 stond in het Emmeloorderbos ten westen van de uitvalsweg naar Bant. De toren was oost-west georiënteerd wat wil zeggen dat het trappenhuis zich aan de oostzijde bevond en de overdekte schuinis aan de westzijde. Goed uitzicht was uiteraard geboden, maar goede camouflage ook. Was de betonnen raatbouwtoren in de beginjaren duidelijk zichtbaar op luchtfoto's, op foto's uit de tweede helft van de jaren 1950 gaat hij geheel op in zijn omgeving omdat hij in de tussentijd voorzien was van een grijs-bruine verflaag.

De luchtwachtposten werden bemand met mannelijke vrijwilligers die via het Nationaal Instituut Steun Gezag werden aangetrokken. Iedere Nederlander tussen de 16 en 60 jaar die niet dienstplichtig was, of op andere wijze in oorlogstijd kon worden gemobiliseerd, kwam hiervoor in aanmerking. Om een post 24/7 te kunnen bemannen waren 16 vrijwilligers nodig. De bevolking van Noordoostpolder had bij alle oproepen om zich te melden voor de Luchtwachtdienst verstek laten gaan. In Emmeloord hadden zich 5 vrijwilligers aangemeld, in Ens 3. Daarom werd op 19 november 1954 in de beurszaal van 't Voorhuys een vergadering belegd om te komen tot de oprichting van het korps Luchtwachtdienst voor de uitkijktoren bij Emmeloord. De opkomst was gering. Er waren, naast de mensen die er moesten zijn, slechts 8 mensen komen opdagen. Bron: De Noordoostpolder. De bezetting van een luchtwachtpost bestond per wacht van 3 uur altijd uit twee mannen die een opleiding in vliegtuigherkenning hadden gevolgd. Op het open uitkijkplatform van de toren speurden zij met een kijker en op het gehoor het luchtruim af. Dat laatste was de enige mogelijkheid bij nacht en slecht zicht. Centraal op het platform, dat bestond uit een open ruimte van 3 x 3 m met een 1,5 m hoge borstwering, stond een peilinstrument opgesteld. Dit luchtwachtinstrument bestond uit een poot met ronde tafel waarop een kaart van de omgeving met oriëntatiepunten was aangebracht. De kaart was verdeeld in graden en cirkels. Het middelpunt was de locatie van de luchtwachttoren met daaromheen aangegeven de locaties van de naburige luchtwachtposten. Het instrument was tevens voorzien van een draaibaar geheel van (losse) verrekijker, vizier en aanwijsarm. De twee luchtwachters zaten aan het luchtwachtinstrument. De een stond op de uitkijk, de ander was gewapend met een hoofdtelefoon en stond klaar om per telefoon de koers, hoogte en afstand van vijandelijke toestellen door te geven aan de andere posten binnen de kring en het luchtwachtcentrum in Leeuwarden dat in verbinding stond van het landelijk commandocentrum in Driebergen. Het toenmalige Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT) had daarvoor een speciaal net aangelegd en ook voor de apparatuur gezorgd. De taak van de luchtwachters was overigens niet beperkt tot waarneming van vliegtuigen. Ook parachutisten en inzet van atomaire, biologische en chemische (ABC) wapens moest worden gemeld.

Als een luchtwachter, de spotter, een vliegtuig waarnam moest hij zijn bevindingen snel en correct doorgeven aan het luchtwachtcentrum in Leeuwarden, waar alle waarnemingen van de verschillende posten verzameld werden. Die meldingen werden door plotsters (ongehuwde vrouwelijke vrijwilligers tussen 18 en 45 jaar) geregistreed en met een plastic pijltje, een plotje, bijgehouden op een plottafel, een grote kaart die het gebied van luchtwachtgroep 6 bestreek. Er waren 26 standaard berichten die opgebouwd waren uit elementen zoals naam post, vliegtuigtype, gridreferentie, geluidshoek, richthoek, koers, aantal en hoogte. De posten waren gehouden de standaardberichten tijdens de waarneming in en tijd van 10-15 seconden, dus langzaam sprekend, door te geven om de plotster in de gelegenheid te stellen tijdens de melding de nodige symbolen neer te leggen. Door veel oefening was het mogelijk waarneming, melding en plotten, voor zover het 'vliegtuig gezien' betrof, niet meer dan 15 seconden op de werkelijkheid achter te laten lopen. Tracks betreffende 'vliegtuigen gehoord' waren gemiddeld 30 seconde achter, doordat het door het vliegtuig geproduceerde geluid tijd nodig heeft om het oor van de waarnemer te bereiken. De plotster, die zorg droeg voor één kring, moest zorgen dat de kaart voortdurend 'bij' was zodat de commandanten, die met de leiding van de luchtacties belast waren, doorlopend op de hoogte waren van de posities waarin eigen vliegtuigen en vijandelijke machines zich bevonden. Het bericht "Rats, rats, Karel 2, 05, zeer laag, 12, Fishbed" van de luchtwachtpost in Emmeloord zou in de jaren vijftig en begin jaren zestig tot groot alarm geleid kunnen hebben. 'Rats, rats' aan het begin van de melding betekende vijandelijk of niet als 'eigen' herkend vliegtuig gezien. Daarnaast bevatte de melding richting, afstand in kilometers, hoogte, aantal en type van de gesignaleerde vijandelijke vliegtuigen. Gelukkig kwamen deze twaalf Russische MiG-21 ‘Fishbed’ jachtvliegtuigen nooit, het bleef bij oefeningen. 

Het netwerk van luchtwachttorens heeft nooit in een oorlogssituatie gefunctioneerd. Toegenomen snelheden van de vliegtuigen en verbetering van de radarsystemen maakte de uitkijkposten op den duur overbodig. In 1964 is het korps Luchtwachtdienst ingekrompen, waarbij de luchtwachtposten in het zuiden en midden van het land zijn opgeheven. Kort na de opheffing werd toren 6K2 ontmanteld en gesloopt. Alleen de zware betonnen fundering van 3 x 3 m met afgeschuinde hoeken, bleef als stille getuige aan de Koude Oorlog in het bos achter. Sinds 15 september 2020 is de fundering weer zichtbaar. Om de herinnering aan luchtwachttoren 6K2 levend te houden is op 21 juni 2022 bij de fundamenten van de toren een informatiebord geplaatst. Het bord is tot stand gekomen op initiatief van het Cultuur Historisch Centrum Noordoostpolder en Stichting Canon De Noordoostpolder, in samenwerking met Sandra van Lochem van www.luchtwachttorens.nl en de gemeente Noordoostpolder. Het tweezijdige kantelpaneel in cortenstalen frame is vormgegeven door Oscar Langevoord van buro NIV uit Renkum. In de linker staander is de tekst '6K2 Emmeloord' uitgespaard. In de zijkant van de staanders is het silhouet van een luchtwachttoren verwerkt.

Bron luchtfoto: ansichtkaartenvandezeebodem.nl

Architect

Marten Zwaagstra werd op 15 augustus 1895 in het Friese Mildam geboren. Zijn vader was boer en dorpstimmerman. Marten moest meehelpen op het boerenbedrijf maar was meer geïnteresseerd in timmerwerk. Zodra het kon ging hij naar de net geopende ambachtsschool in Heerenveen en deed er ook nog de toen bestaande zogenaamde avondtekenschool bij. Marten stond 's morgens om 5 uur op, ging de koeien melken en liep vervolgens ruim 10 km naar Heerenveen. Tegen middernacht kwam hij weer thuis. In 1912 haalde hij van beide opleidingen zijn diploma. Na de militaire dienst studeerde hij aan de MTS in Leeuwarden waar hij in 1920 het diploma Bouwkunde behaalde en drie jaar later studeerde hij af aan de afdeling Weg- en Waterbouw van de Technische Hogeschool in Delft. In 1928 treedt hij in dienst bij de Gemeentelijke Dienst voor Bouw-en Woningtoezicht in Den Haag als Hoofdinspecteur-Constructeur. Na de Tweede Wereldoorlog verliet hij de overheidsdienst en begon in 1946 een eigen architectenbureau.

Architect Zwaagstra, die pionier was in het werken met gewapend beton, kreeg diverse patenten voor betonconstructie’s t.b.v. de woningbouw. Samen met Schokbeton richtte hij de N.V. Raatbouw op. Het raatbouwsysteem bleek succesvol. In 1950 werd op het terrein van N.V. Schokbeton in Kampen binnen 17 dagen een experimentele woning gebouwd volgens het raatbouwsysteem. Dat maakte kennelijk indruk op de Genie die was ingeschakeld voor de bouwkundige zaken van de KLD.  In opdracht van het toenmalig Ministerie van Oorlog maakte Marten Zwaagstra vervolgens het standaardontwerp van de luchtwachttorens die in Nederland zijn gebouwd. De torens zijn opgetrokken uit transparante 'prefab' betonelementen volgens het 'raatsysteem'. De productie en de constructie van de luchtwachttorens werden uitbesteed aan de firma N.V. Schokbeton in Kampen, die kans zag om binnen tien maanden 1.500 meter toren af te leveren.

Van 1956 tot 1958 werd de Frisoflat in Voorschoten gebouwd naar een ontwerp van Zwaagstra. Het flatgebouw is een voorbeeld van een skeletbouw als draagconstructie, met daartussen vulwanden van drijfsteen. 

Op 31 juli 1988 overleed Zwaagstra op 93- jarige leeftijd in Katwijk aan Zee.