't Voorhuys

't Voorhuys
't Voorhuys 't Voorhuys 't Voorhuys 't Voorhuys 't Voorhuys 't Voorhuys

Plaats: Emmeloord

Locatie: Deel

Architect: A. Bodon

materiaal: diverse bouwmaterialen

Jaar: 1953


Beschrijving:

In opdracht van de Directie Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken ontwierp architect Alexander Bodon een multifunctioneel gebouw. Bodon was lid van 'De 8', de architectengroep die het dorp Nagele heeft ontworpen. In haar doctoraalscriptie "Alexander Bodon: Van Schröder en Dupont tot de RAI" schrijft Pascalle Quaedvlieg dat het complex ontworpen was voor Nagele maar in Emmeloord is uitgevoerd. De eerste bespreking met de opdrachtgever vond op 31 oktober 1952 plaats, de eerste paal werd op 16 januari 1953 geslagen. Het heiwerk was op 6 februari voltooid. Op 23 maart werd de eerste betonkolom voor de beurszaal gesteld. Op 15 april besloot dr. ir. Sikke Smeding, de landdrost van het Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder, een stichting in het leven te roepen genaamd 'Stichting 't Voorhuys', die het beheer over het complex moest voeren. Het bestuur bestond uit 5 leden te weten de landdrost of diens plaatsvervanger, 2 leden van de Poldercommissie voor algemene belangen, 1 vertegenwoordiger van de Beursverenigingen en 1 vertegenwoordiger van het departement Noordoostpolder van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Op 1 mei werd de eerste steen voor het complex gelegd door landdrost Sikke Smeding. Het balkon in de schouwburgzaal werd op 8 juni gestort. Het eerste spant voor de beurszaal werd op 17 juni gelegd. Op 16 juni werd begonnen met het leggen van de dakplaten en op 18 augustus 1953 waren de beurs- en schouwburgzalen waterdicht. Voor de bouw had het Openbaar Lichaam ƒ 100.000,- gereserveerd. Bronnen: Nederlands Architectuurinstituut; Probinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 24-12-1953.
 
Het betrof een gebouw dat uit drie aaneengeschakelde bouwvolumes bestond waarin ondergebracht waren een hoteldeel, een café-restaurant, een beurszaal en een schouwburgzaal met een toneel. Het complex is traditioneel gebouwd. Het hotel, café-restaurant gedeelte staat op een langgerekt, rechthoekig grondplan. Het 3-laags gebouw is opgetrokken in baksteen en staat onder een met pannen gedekt wolfsdak. Achter dit deel stonden de naast elkaar liggende beurszaal en schouwburg. In het tussenliggend 2-laags deel, met plat dak, bevonden zich de keuken en enkele vergaderzalen. De schouwburg en beurszaal staan onder een flauw hellend, met pannen gedekt zadeldak. De beurszaal en de toneelzaal hadden ongeveer dezelfde afmetingen; 16 x 34 m. De beurszaal bood plaats aan 1600, de schouwburgzaal aan 603 personen. In de schouwburgzaal was een toneel van 15 m breed en 13 m diep. De schouwburg en beurszaal hadden een aparte ingang met ovaal portiek. Om aan te geven dat het pand niet alleen voor de zakenman was, maar ook voor de cultuurbeoefenaar en de theaterbezoeker werd het kunstwerk Drie Muzen op de luifel geplaatst. De monumentale glasappliqué ramen waren ontworpen door de kunstenaar Lex Horn. Hij bracht in de ramen van de deuren naar de hal motieven aan, die ontleend zijn aan de zee, het land en de cultuur. De plafondramen in de foyer tonen motieven, ontleend aan de bezigheden, die de zee tot land maakten. Het hoogtepunt van de reeks werd gevormd door de drie ramen, waardoor het licht uit de beurszaal in de foyer viel. Hier waren handel en industrie, cultuur en polder gesymboliseerd. Architect Bodon werkte voor het interieur van de beurszaal, de schouwburgzaal en het café samen met zijn goede vriend architect Hein Salomonson (1910-1994). 
 
Na een bouwtijd van 341 dagen werd ’t Voorhuys op 23 december 1953 geopend. De heer A.D. van Eck, hoofd van de bouwkundige afdeling van de Directie Wieringermeer, droeg het gebouw officieel over aan landdrost Sikke Smeding. Namens de aannemers bood de heer Kamphuis een grote in de muur van de beurszaal aangebrachte klok aan. De uurcijfers werden aangegeven door de elf provinciale wapens en een twaalf door de letters N.O.P. Namens de beursvereniging bood de heer Korteweg een gong aan die daarop als openingshandelinhg door Smeding werd geluid. Als Alexander Bodon iets moois ontworpen had, excuseerde hij zich daarvoor. Dat was niet zijn bedoeling geweest. Mooi en lelijk, dat waren begrippen die in zijn visie helemaal niet thuishoorden in de architectuur. Die moest functioneel zijn, niet minder en zeker niet meer. Hein Salomonson tekende in het directiejournaal bij de opening op: "naar omstandigheden aardig". Bron: Nederlands Architectuurinstituut. 't Voorhuys werd door het Openbaar Lichaam de Noordoostelijke Polder verpacht aan de Amstelbrouwerij. Herman J. Wieringa (1901-1960) en zijn vrouw Lijsbert Baukje (1902-1981) namen de exploitatie op zich.
 
De Noordoostpolder is vooral ontworpen als agrarisch gebied. In het stedenbouwkundig plan is het centrale plein in Emmeloord gepland als het centrum van de polder waar politiek, handel, middenstand en amusement samen zouden komen. Daarom is het plein vernoemd naar het centrale gedeelte van een boerderij, De Deel. De naam 't Voorhuys refereert aan het voorste gedeelte van de boerderij en was de herenboerderij aan De Deel. Jarenlang was het complex het kloppend hart van de Noordoostpolder. De boeren gingen op donderdagmorgen naar de beurs in de beurszaal om hun producten te verkopen en de dames gingen naar de wekelijkse markt en dronken een kopje koffie in 't Voorhuys.
 
In 1962 ging 't Voorhuys in eigendom over naar de nieuw ingestelde gemeente Noordoostpolder, die het wederom onderbracht in de Stichting 't Voorhuys. In 1968 maakte het gemeentebestuur van Noordoostpolder plannen om 't Voorhuys drastisch te verbouwen. Aan de westzijde van het complex werd een nieuw gedeelte gebouwd met op de begane grond een restaurant van 120 m² groot, een hal, receptie en garderobe. Op de 1e en 2e verdieping kwamen 14, voor die tijd zeer modern ingerichte, 2-persoons kamers met badkamer, toilet, telefoon en televisie. De verdiepingen waren per lift bereikbaar. De toenmalige restaurantzaal werd verbouwd tot een 'borrelzaal'. Het plan was begroot op ca. 1 miljoen gulden. De uitbreiding viel echter 140.000,- gulden duurder uit. De meerkosten waren door verschillende oorzaken ontstaan. Tijdens de bouw bleek dat de plannen op enige punten moesten worden gewijzigd waardoor de architect- en adviseurskosten stegen. De werkzaamheden liepen ruim een jaar uit. Intussen werd per 1 januari 1969 de btw (belasting over de toegevoegde waarde) ingevoerd, wat ook een flinke kostenpost opleverde. De nieuwbouw werd in december 1970 in gebruik genomen. 
 
De schouwburg, bioscoop en beurszaal zijn in 1995 als zelfstandige organisaties verder gegaan. Onderleiding van architectenbureau Duintjer vond in 1994-1995 een ingrijpende verbouwing plaats. Het nieuwe theater bood plaats aan 535 personen waarvan 400 zitplaatsen in de zaal en 135 op de zijbalkons. Door plaatsing van toiletten en een bar ging een kwart van de Beurszaal verloren. De rest werd gebruikt als foyer en voor feesten, presentaties, tentoonstellingen en beurzen. In de beurszaal werd een verlaagd plafond aangebracht, de grote wijzerklok verhuisde naar de hal van het gemeentehuis. Op de verdieping boven het theater kwam de bioscoop, met een capaciteit van 100 zitplaatsen. Daarnaast werd er een nieuwe, ronde entreehal van glas gebouwd, die zowel toegang gaf aan het theater als de bioscoop. Bewoners van de Koningin Julianastraat maakte bezwaar tegen het verhogen van de toneeltoren. De gemeente kwam tegemoet aan die bezwaren. De toneeltoren werd niet verhoogd. Achter het theater kwam wel nieuwbouw met een artiestenfoyer en kleedruimten. Op deze aanbouw met halfrond uiteinde werd het kunstwerk 'Drie Muzen' geplaatst. De verbouwing heeft de gemeente 7,65 miljoen gulden gekost. 
 
Hotel 't Voorhuys werd in 2012 verbouwd. In de maanden september, oktober en november werd de oude ontbijtzaal omgebouwd tot Huyscafé. Daarnaast ondergingen de hotelingang en de lobby een metamorfose. Het betonreliëf 'Ontstaan Nieuw Land' moest plaatsmaken voor de nieuwe, voor de gevel uitgebouwde entree. In 2018-2019 werd het hotel uitgebreid op een stuk grond naast het bestaande gebouw dat van de gemeente werd gekocht. De uitbreiding is gebouwd onder architectuur van Korfker Architecten. De Delftse School architectuur, die kenmerkend is voor de eerste bebouwing in de Noordoostpolder, is leidend geweest in het ontwerp, dat met het in de basis sobere en bescheiden bakstenen volume goed in zijn omgeving past. Korfker Architecten heeft in het ontwerp gekozen voor speelse vakwerken met afwijkende metselwerkverbanden. Naast het traditionele halfsteensverband is staand metselwerk toegepast, maar ook bijvoorbeeld blokverband en tegelverband. Tevens zijn rolkragen opgenomen in het halfsteensverband en zijn kolommen en de onderrand van een buitenplafond voorzien van een steenbekleding. Het metselwerk is niet traditioneel uitgevoerd, maar met steenstrips die op de isolatie zijn aangebracht. Gecombineerd met de antracieten kozijnen resulteert dit in een moderne variant op de Delftse School. De gouden kozijnen doorbreken op een eigenwijze manier het lijnenspel in de gevel en versterken het moderne en luxueuze beeld dat het hotel wil uitstralen. De vorm van de ornamenten zijn ontleend aan het naastgelegen Julianapark, het zijn net bomen die tot aan de hemel groeien. In de oksel tussen het bestaande gebouw en de nieuwe vleugel is een tuinkamer gerealiseerd met een privéterras. Boven de tuinkamer is een verbindingsgang gerealiseerd die een transparante brug vormt naar de nieuwe hotelkamers. Bronnen: dearchitecten.nl; vandersanden.com. De renovatie en herinrichting van De Deel was al 20 jaar een onderwerp van gesprek. Met de uitbreiding van Hotel 't Voorhuys werd het startschot gegeven voor de centrumvernieuwing van Emmeloord. 
 
Architect
 
Alexander (Sandor) Bodon is op 6 september 1906 in Wenen geboren. Bodon was van Oostenrijks-Hongaarse adel, hij heette eigenlijk Alexander von Bodon, maar gebruikte het von nooit. Als klein kind verhuisde hij naar Boedapest en kreeg een tweetalige opvoeding. Zijn vader was binnenhuisarchitect en meubelontwerper en was van mening dat zijn zoon het ambacht diende te leren. Alexander Bodon ging in de leer bij een meubelmaker en een stoffeerder. In 1924 begon hij aan een tweejarige studie aan de kunstnijverheidsschool van Boedapest en liep in 1926 stage bij Jan Wils in Voorburg, de architect van het Olympisch stadion in Amsterdam. Wils was lid van De Stijl. Terug van zijn Nederlandse stage wachtte hem in Boedapest een teleurstelling. Zijn afstudeerproject over De Stijl ging zijn kunstnijverheidsopleiding te ver en hij moest het aanpassen.
 
In 1929 vestigde Bodon zich in Nederland en trad in dienst bij Buijs en Lürsen in Den Haag. Drie jaar later sloot hij zich aan bij architectenvereniging 'De 8' en werkte van 1934 - 1939 voor de architecten Merkelbach en Karsten. Bodon kreeg in 1939 de Nederlandse nationaliteit waardoor hij na de oorlog zijn eigen architectenbureau kon starten in Amsterdam. In 1951 kreeg hij de opdracht voor het ontwerp van de Europahal van beurscomplex RAI in Amsterdam. Hij ontwierp een enorme open ruimte, overspannen met een gebogen dak. Alle andere gebouwen van het multifunctionele evenementencomplex werden vanaf 1951 tot 1989 onder zijn auspicien ontworpen. Vanaf 1954 was Bodon lid van het Rotterdamse architectenbureau DSBV (Drexhage, Sterkenburg, Bodon, Venstra). Van het begin tot het einde van zijn carrière heeft hij zich verbonden gevoeld met het Nieuwe Bouwen. Alexander Bodon overleed op 22 januari 1993 op 86-jarige leeftijd in Amsterdam.