Voormalige brandweerkazerne

Voormalige brandweerkazerne
Voormalige brandweerkazerne Voormalige brandweerkazerne Voormalige brandweerkazerne

Plaats: Emmeloord

Locatie: Nijverheidsstraat 28

Architect: Directie Wieringermeer

materiaal: baksteen, beton, dakpannen, glas

Jaar: 1952-1953


Beschrijving:

In 1952 werd in opdracht van het Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder op de hoek van de Nijverheidsstraat en Bouwerskamp in Emmeloord een brandweerkazerne, annex garage gemeentewerken gebouwd door de Bouwkundige Afdeling van de Directie Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken, die ook verantwoordelijk was voor het ontwerp. De kazerne, die in maart 1953 in gebruik werd genomen, bestaat uit een autogarage, een ca. 10 m hoge slangen- of droogtoren, een werkplaats, een verwarmingsruimte en een verblijfsruimte voor de manschappen. De op een rechthoekige plattegrond opgetrokken bakstenen brandweergarage staat onder een met grijze pannen gedekt zadeldak. De aangebouwde toren, waaronder de verwarmingsruimte, staat onder een flauw hellend zadeldak. Het was noodzakelijk om de droogruimte bij vorst te kunnen verwarmen. Vaak werd de toren tezamen met de autogarage verwarmd zodat ook de motorspuit bij vorst paraat stond. De garage bood plaats aan 2 voertuigen en had nog een extra plaats. In de voorgevel bevinden zich drie garagedeuren waarin uit veiligheidsoverwegingen ventilatieopeningen zijn aangebracht. De autogarage had aan de ene zijde een werkbank en aan de andere zijde een slangenspoelgoot met een luik naar de droogtoren waardoor de slangen in de toren opgetakeld konden worden.

Een droogtoren was destijds noodzakelijk voor de levensduur van de slangen en uit bedrijfzekerheid. Toentertijd waren de relatief dure slangen nog vaak gemaakt van natuurlijke materialen zoals vlas of katoen. Deze slangen moesten na bluswerkzaamheden gewassen en gespoeld worden. Na de grondige schoonmaakbeurt verdwenen de slangen dan in de slangentoren waar ze verticaal werden opgehangen om te drogen. Als dat niet goed gebeurde kon er schimmelvorming optreden. Terwijl de slangen hingen te drogen, legden de brandweermannen de reserveslangen in de brandweerwagen. Omdat de tegenwoordige slangen van een soort kunststof zijn gemaakt hoeven deze niet meer te drogen. Ze worden schoongespoten en vervolgens in de brandweerwagen opgerold. 

De slangentoren met zijn ritmische raamindeling en ventilatiegaten vormt een bijzonder stedenbouwkundig element op het industrieterrein aan de oostkant van de Nijverheidsbuurt. De brandweerkazerne is in een sobere variant van de Delftse Schoolstijl gebouwd. De enige versiering die is toegepast zijn vlakke lisenen in de langsgevel tussen de vensters die uit tien vierkante ruitjes bestaan. De voormalige brandweergarage is een goed voorbeeld van een brandweerkazerne uit de wederopbouw. Alhoewel er in de loop der jaren aan de buitenkant veranderingen zijn aangebracht heeft het zijn karakteristieke waarde behouden. Het is een uniek pand door zijn architectuur uit de jaren 1950 en de kenmerkende slangentoren.

Vanaf 1993 bestonden er plannen voor herinrichting van de gemeentewerf en de bouw van een nieuwe brandweergarage. In november 1996 werd bekend gemaakt dat de nieuwe brandweerkazerne aan de overkant van de Nijverheiddstraat gebouwd zou worden en de gemeentewerf zou verhuizen naar de Randweg. De grond op de hoek van de Nijverheidsstraat en de Brouwerskamp werd verkocht aan de buurman, Bakkerij Hans Schipper, zodat deze het bedrijf kon uitbreiden. Op 13 oktober 1997 ging de bouw van de nieuwe brandweerkazerne van start met het heien van de eerste paal. De bouw werd uitgevoerd door aannemersbedrijf Ruinemans uit Nieuwleuzen. Het hoogste punt werd op 1 april 1998 tegen één uur bereikt met het plaatsen van de kap op het torentje van het trappenhuis. De nieuwe brandweerkazerne, met zes opstelstroken, een kantoorgedeelte, onderhoudswerkplaatsen, magazijnen, leslokaal, kantine en een oefenterrein, werd op 19 september 1998 officieel geopend door loco-burgemeester Albert van Valburg. De totale kosten voor de verplaatsing van de gemeentewerf en de bouw van de nieuwe branweerkazerne bedroeg destijds 7,2 miljoen gulden.