Voormalig parochiehuis

Voormalig parochiehuis
Voormalig parochiehuis Voormalig parochiehuis Voormalig parochiehuis

Plaats: Emmeloord

Locatie: Noordzijde 5

Architect: J.H. Froger

materiaal: baksteen, hout, dakpannen

Jaar: 1950-1951


Beschrijving:

In 1945 werd de H. Michaëlparochie opgericht. In Ons Noorden van 22 september 1945 staat onder de kop "Benoeming Aartsbisdom Nieuwe parochie" het volgende: "Zijne Hoogw. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft een nieuwe parochie opgericht te Emmeloord (N.O. polder) onder bescherming van den H. Aartsengel Michaël en heeft aldaar benoemd tot Pastoor den ZeerEerw. heer F.J.B. Koopmans"

Het initiatief voor de naamgeving kwam van pastoor Thomas van Dijk, de eerste in 1941 benoemde pastoor die de zielzorg in de werkkampen verzorgde. Het woord pastoor komt van het Latijnse woord pastor, dat herder betekent. De katholieke geschiedenis in de Noordoostpolder heeft zijn wortels op Schokland. In november 1842 kwam op de noordpunt van het eiland, in het buurtschap Emmeloord, de St. Michaëlkerk gereed die in juli 1843 werd ingewijd. In 1859 werd Schokland op last van de regering ontruimd. Na de laatste hoogmis op 1 augustus 1859 sloot pastoor Hermanus Fredericus Johannes ter Schouw het kerkgebouw, dat later in Ommen zou herrijzen. Het houten paneel met daarop een schildering van de patroonheilige van de kerk, de Aarstengel Michaël, verhuisde met tientallen katholieke Schokker families mee naar Vollenhove.  

Aan de Moerasandijviestraat in Emmeloord werd in 1946 een houten gebouw als noodkerk ingewijd. Dit gebouw werd al gauw te klein voor het groeiende aantal parochianen. Omdat de tijd nog niet rijp was voor een nieuwe kerk die de centrumplaats van de Noordoostpolder waardig zou zijn werd besloten om een gebouw neer te zetten dat de eerste jaren dienst zou doen als kerk en later, nadat het definitieve kerkgebouw gerealiseerd was, in gebruik genomen kon worden als parochiehuis. Op 9 december 1949 werd pastoor Th. M. Morselt (1907-1958) benoemd tot bouwpastoor in Emmeloord.

In mei 1950 werd het parochiehuis aanbesteed voor ƒ 124.000,-. Het pand werd onder architectuur van prof. ir. Jules Henri Froger gebouwd door de Gebr. ten Dam uit Deventer. De eerste steen werd gelegd door mgr. Theodores Huurdemans (1878-1958).  Op de steen stond de volgende inscriptie:

DEZE STEEN WERD GELEGD DOOR 
MGR TH. HUURDEMAN
VICARIS-GENELRAAL
 
9 SEPT. ANNO SANCTO MCML
 
HET KERKBESTUUR
PASTOOR TH. MORSELT, VOORZITTER
J. JASPERS PENNINGMEESTER
G. OOMEN SECRETARIS

Op 1 april 1951, Beloken Pasen, verrichtte de vicaris-generaal van het Aartsbisdom, mgr. Th. Huurdemans, de wijdingsplechtigheid. Een vicaris-generaal, ook wel Groot-vicaris genaamd, is de plaatsvervanger van de bisschop. Na de consecratie droeg mgr. Huurdemans een Pontificale Hoogmis op, met assistentie van pastoor F.J.B. Koopmans uit Kraggenburg als diaken en pastoor A.Th. Weijs uit Marknesse als subdiaken. Het was de eerste keer in de geschiedenis van de Noordoostpolder dat een Pontificale Hoogmis werd opgedragen. Niet elke mis die door een bisschop wordt opgedragen is pontificaal. Een bisschop pontificeert als hij zichtbaar als bisschop optreedt. Dat betekent dat hij mijter, staf en borstkruis (pontificalia) draagt en wordt geassisteerd door diakens. Bij de plechtigheid waren 400 belangstellenden aanwezig waaronder verschillende autoriteiten. De Directie Wieringermeer was vertegenwoordigd door de heren A.D. van Eck, hoofd van de Bouwkundige Afdeling, ir. Arie Pieter Minderhoud, hoofd van de Sociaal Economische Afdeling en ir. Chris van Steen, hoofd van de Landbouwkundige Afdeling. 

Het in een aan de Delftse School verwante bouwstijl opgetrokken gebouw was als hallenkerk opgezet. Enorme spanten droegen het dak boven het middenschip dat 300 zitplaatsen telde en 100 op het grote koor. Daarnaast was het mogelijk om 80 zitplaatsen bij te plaatsen in de zijbeuk, die zich aan de linkerkant van het gebouw bevond. De gevels waren opgetrokken in rode baksteen, en gemetseld in klezoorverband, een metselverband dat verwant is aan het halfsteensverband en bestaat eveneens uit lagen van vrijwel uitsluitend strekken. Bij het klezoorverband verspringen de lagen echter slechts een klezoorlengte in plaats van een halve steen. Een klezoor is een kwart van een hele baksteen. De vensters waren van wit hout en de deuren van blank eiken. Het met grijze pannen gedekte zadeldak liep licht af. Het aangebouwde ingangsportaal stond, evenals de zijbeuk, onder een met pannen gedekt lessenaarsdak. Het kleine klokkentorentje op de voorgevel was bekroond met een bol met direct daarop een Latijns kruis. De bol stelt de zogenaamde Adamsappel, de wereld, voor. Het kruis is het teken van de overwinning door Jezus op de wereld.

Op 26 september 1956 werd de H. Michaëlkerk aan de toenmalige Poststraat ingewijd en verloor het gebouw zijn functie als kerk. De verwachting dat het gebouw gelijk als parochiehuis zou worden ingericht kon om verschillende reden niet in vervulling gaan. Allereerst was daar de slechte staat waarin met name de vloer verkeerde, die geheel was verzwakt en kostbare herstelwerkzaamheden noodzakelijk maakte. In januari 1957 werd in de H. Michaëlparochie een commisie tot beheer en exploitatie van het toekomstig parochiehuis ingesteld. In de eerste vergadering van deze commissie werd de openstelling van het parochiehuis aan de orde gesteld. De voormalige noodkerk werd het onderkomen van de RK bibliotheek. Daarnaast hadden de Zusters van de Voorzienigheid ruimte nodig voor de door hun gestichte landbouwhuishoudschool. In 1960 namen zij het gebouw in gebruik. De voormalige sacrestie deed dienst als theorielokaal, in de grote zaal werden twee naailokalen ingericht en de kelder werd gebruikt als keuken. Na de opening van de nieuwe huishoudschool in juni 1963 kwam het gebouw vrij. Voordat de voormalige noodkerk na het vertrek van de school daadwerkelijk zijn eigenlijke bestemming van parochiehuis zou krijgen, een gebouw dat fungeert als gemeenschapshuis voor de parochianen, moesten er in het gebouw een aantal wijzigingen worden aangebracht waarmee aanzienlijke kosten gemoeid waren. Het voormalig kerkgebouw werd gerestaureerd en grotendeels door vrijwilligers omgetoverd in een zaal voor 250 personen. Pastoor Koopmans verrichtte op 15 november 1964 de opening. De oude luidklok, die geen dienst meer deed, was in 1961 geschonken aan de paters van de H. Harten op Banka in Indonesië.

Nadat het parochiehuis gesloten was werd het pand verhuurd aan Paspartoe, een instelling voor sociaal-cultureel werk in Noordoostpolder. In 2004 verkocht de katholieke kerk het pand aan de gemeente. Die verkocht het gebouw vervolgens voor bijna een miljoen euro aan de familie Crebas die het weer verhuurde aan Paspartoe. In december 2008 is het voormalig gebouw van Paspartoe verkocht aan zorgorganisatie Triade uit Lelystad. Nadat het jaren leeg had gestaan maakte Triade in 2017 plannen om op het terrein cliënten te huisvesten die graag zelfstandig willen wonen. In februari 2021 meldde de zorginstelling dat het gebouw gesloopt zou worden om plaats te maken voor een gebouw met 40 appartementen. Het pand was te verouderd en in een technisch te slechte staat om te verbouwen tot appartementencomplex. Als een van de oudste stenen gebouwen van Emmeloord had het pand van Paspartoe wel cultuurhistorische waarde maar had het geen beschermde gemeentelijke monumentenstatus, waardoor de gemeente de sloop niet kon tegenhouden. Begin 2022 startte de sloop. De eerste steen van Paspartoe werd op 27 januari als eerste steen uit het slooppand gehaald en aangeboden aan pastoor Victor Maagd. De steen heeft ter herinnering aan het gebouw Paspartoe een plekje in de H. Michaelkerk gekregen. Het nieuwe woonzorgcomplex wordt herbouwd in de stijl van de Delftse school.

Op 29 april 1951 werd in Kraggenburg de rk kerk St. Jan de Doper ingewijd. Dit kerkgebouw is eveneens een ontwerp van architect Froger. De beide gebouwen vertoonden qua vorm grote gelijkenis. 

Bronnen: Overijselsch dagblad, Nieuwsblad van Friesland, Volkskrant en Dagblad van het Noorden.

Architect

Jules Henri Froger werd op 5 juni 1903 in Utrecht geboren. In 1931 slaagde hij voor het doctoraalexamen bouwkunde aan de Technische Hogeschool te Delft. Kort daarna trad hij in dienst bij het bureau voor Architectuur en Stedenbouw Siebers in Nijmegen. Daarnaast was hij van 1932-1935, gemeentearchitect bij de gemeente Vught. In 1934 werd Froger belast met de oprichting van de Limburgse Streekplannendienst. Van 1940-1945 werkte hij als afdelingschef stedenbouw bij de Nederlandse Spoorwegen. In 1945 werd hij directeur van de Provinciale Stichting "Herstel Limburg 1945". Van 1945 tot aan zijn pensionering in 1972 was Froger eerst als docent en na twee jaar als hoogleraar stedenbouwkundig ontwerpen aan de Technische Hogeschool in Delft. Ir. Froger overleed op 72-jarige leeftijd op 14 april 1976 in Breda.