Nagelerbrug

Nagelerbrug
Nagelerbrug Nagelerbrug Nagelerbrug Nagelerbrug Nagelerbrug

Plaats: Emmeloord

Locatie: Nagelerweg

Architect: fa. Swarttouw / Oranjewoud

materiaal: staal

Jaar: 1952 / 1993


Beschrijving:

Emmeloord wordt aan drie zijden omsloten door vaarten, aan de westzijde de Espelervaart, aan de zuidzijde de Urkervaart en aan de oostzijde de Lemstervaart. In het verlengde van de Urkervaart ligt de Zwolsevaart. In januari 1942 werden over de Urkervaart, de Lemstervaart en de Zwolsevaart beweegbare bruggen geprojecteerd. Door materiaalgebrek moesten in en direct na de Tweede Wereldoorlog de wegen over de vaarten in de polder verbonden worden met noodbruggen of veerponten. Begin 1943 werd na een onderhandse besteding de bouw van een houten brug over de Lemstervaart voor ƒ 4700,- opgedragen aan de firma H. Visser uit Lemmer. Het benodigde materiaal was door het Rijk beschikbaar gesteld en voor het beweegbare deel kon een ophaalbrug van Rijkswaterstaat geleend worden. Begin 1944 werd met de bouw begonnen en werd aan voornoemde firma de bouw voor eenzelfde brug over de Zwolsche Vaart opgedragen voor ƒ 4100,-. De N.V. Staalindustrie in Rotterdam kon het beweegbare gedeelte voor ƒ 6225,- maken van 'afvalmateriaal' dat nog in de fabriek aanwezig was. In de tweede helft van 1944 kwam de onderbouw voor de brug over de Lemstervaart gereed. De afbouw van deze brug en de brug over de Zwolsche Vaart kon de aannemer vanwege gebrek aan arbeidskrachten niet uitvoeren. De ophaalbrug werd door personeel van de Directie Wieringermeer en in regie werkende arbeiders geplaatst evenals de onderbouw voor de brug over de Zwolse Vaart door hen werd gebouwd. Toen bleek dat de N.V. Staalindustrie de brug over de Zwolse Vaart niet kon plaatsen omdat het personeel door de oorlogsomstandigheden niet kon reizen, heeft De Directie deze ook door eigen personeel en in regie werkende arbeiders laten plaatsen. 

Op 4 december 1950 werd in de Nederlandse Staatscourant een lijst van Aardrijkskundige benamingen in de Noordoostpolder gepubliceerd. Uit de lijst bleek dat de brug over de Lemstervaart de naam Marknesserbrug kreeg, de brug over de Zwolsevaart de naam Kamperbrug en over de Urkervaart de naam Nagelerbrug. Begin jaren 1950 werden over de hoofdvaarten in de Noordoostpolder definitieve bruggen gebouwd. Omdat het van groot belang was dat de brugwachter naast zijn brug woonde werden in het voorjaar van 1950 bij de de drie bruggen die toegang gaven tot Emmeloord, twee woningen gebouwd in de stijl van de Delftse School. De tweede woning was bestemd voor de kantonnier van de wegen. De bouw voor de onderbouw van de drie ophaalbruggen bij Emmeloord werd in het eerste kwartaal van 1951 aanbesteed. Het werk werd voor ƒ 217.700,- gegund aan de laagste inschrijver, de firma E. Blok uit Rotterdam. Tijdens heiwerkzaamheden voor de Nagelerbrug begaf op 4 oktober 1951 de heistelling het, waarbij een persoon om het leven kwam. Aan het eind van dat jaar kwamen alle drie de onderbouwen gereed. In zijn nota op de begroting van het Zuiderzeefonds deelde minister van Verkeer en Waterstaat H.H. Wemmers in januari 1952 aan de Tweede Kamer mee dat de drie beweegbare bruggen, waarvan de bouw enige vertraging had ondervonden omdat het opmaken van het project meer tijd had gevorderd dan aanvankelijk was verondersteld, nog dat jaar gereed zouden komen. De bovenbouwen voor de Marknesserbrug, de Kamperbrug en de Nagelerbrug, gemaakt door de firma Swarttouw uit Schiedam, werden op 23 mei 1952 geplaatst. De plaatsing van de ophaalbruggen, elk met een gewicht van 35 à 40 ton (35.000 à 40.000 kg), geschiedde door Koelmans Berging Maatschappij uit Rotterdam met een drijvende bok die een hefvermogen van 120 ton had. 

Begin augustus 1952 kon de Nagelerbrug door het wegverkeer in gebruik genomen worden. Dat betekende een enorme verbetering. Tot die tijd moest het verkeer tussen het bedrijventerrein aan de zuidkant van de Urkervaart en het centrum van Emmeloord de vaart oversteken met een pont en dat betekende veel oponthoud. De Nagelerbrug was, evenals de identieke Marknesserbrug en Kamperbrug, een stalen ophaalbrug, een beweegbare brug die om een horizontale as opendraait, dus waarbij het brugdek 'verticaal' beweegt. Bij een ophaalbrug scharniert het wegdek, ook wel de val genoemd, aan één kant. De andere kant wordt omhoog getrokken door staalkabels die aan balken van de constructie hangen: de balans. Deze laatste ligt draaibaar op de hamei, een poort bestaande uit twee stijlen die aan de bovenzijde gekoppeld zijn. Aan het andere uiteinde is de balans van een contragewicht voorzien, zodat de brugwachter met weinig moeite het hele gewicht van de val omhoog kan trekken. De hoogte van de hamei wordt niet alleen bepaald door de afmeting van de balans. De hameistijlen staan aan weerszijde van het brugdek en het verkeer moet voldoende doorrijhoogte hebben om onder de 'poort' door te kunnen rijden. 

De 3 ophaalbruggen waren aangelegd volgens de destijds geldende ontwerpeisen. Uitgegaan was van een voertuig van 20 ton, waarbij gerekend werd met een ‘toekomstige’ groei naar 40 ton per voertuig. De constructie bestond uit een tweetal betonnen aanbruggen met een dagmaat tussen landhoofd en pijler van 11 m. Tussen beide aanbruggen lag een stalen ophaalbrug met een dagmaat van 7,65 m. De rijweg was 7 m breed met aan weerszijde een fietsstrook van 1,50 m. De hameipoort stond aan weerszijde van het wegdeel voor gemotoriseerd verkeer waardoor op die plek de fietsstrook nog maar 1,20 m breed was. De beweegbare bruggen hadden in gesloten toestand een vrije doorvaarthoogte van 2,40 m en een doorvaartbreedte van 7,50 m. 

Eind 1989 werden de Marknesserbrug, de Kamperbrug en de Nagelerbrug door het Rijk aan de gemeente Noordoostpolder overgedragen. De technische staat van de 40 jaar oude Nagelerbrug bleek niet al te best en de brug moest vervangen worden. Eind augustus 1992 werd de Nagelerbrug buiten gebruik gesteld. Tijdens de bouw van de nieuwe brug kon het wegverkeer van een noodbrug gebruik maken. Bij de opritten stonden verkeerslichten omdat de noodbrug te smal was voor twee auto's naast elkaar. Op 4 mei 1993 kwam het dek voor de nieuwe Nagelerbrug met enige uren vertraging in Emmeloord aan. De vertraging van het transport was bij de Urkersluis en bij de Tollebekerbrug ontstaan. In Tollebeek werd met twee kranen het rechtopstaande brugdek plat op het schip gelegd zodat het mogelijk werd de vaste brug in de Hannie Schaftweg bij Emmeloord te passeren. Na aankomst hees Bergum Staal met twee kranen de brug op zijn plaats. De nieuwe brug heeft ƒ 6,5 miljoen gekost waarvan ƒ 1 miljoen betaald werd door de provincie Flevoland en Rijkswaterstaat. De huur van de noodbrug, die er op aandrang van de middenstand kwam, bedroeg nog eens ƒ 500.000,-. De nieuwe verbrede Nagelerbrug, die ontworpen is door ingenieursbureau Oranjewoud, werd op 23 juni 1993 door wethouder Albert van Valburg opengesteld voor het verkeer.

De verbreding van de Kamper- en de Marknesserbrug werden op de lange baan geschoven. De gemeente had in 1994 een fors geldtekort van ƒ 1,2 miljoen op de begroting voor het opknappen van buitenwegen en bruggen. Door beide bruggen nog niet aan te pakken spaarde de gemeente Noordoostpolder dat jaar een bedrag uit van ƒ 500.000,-. Het tekort was veroorzaakt doordat meer buitenwegen en bruggen, die in 1989 van het Rijk waren overgenomen, ook hersteld moesten worden. De Kamperbrug werd in 2012 opgeknapt. De Marknesserbrug werd tussen 2018 en 2021 door een nieuwe brug vervangen. De beweegbare bruggen in Emmeloord worden tegenwoordig vanuit de brugwachtersruimte op de Nagelerbrug bediend.