Residence De Deel

Residence De Deel
Residence De Deel Residence De Deel Residence De Deel Residence De Deel

Plaats: Emmeloord

Locatie: De Deel 23

Architect: S.J. Van Embden

materiaal: beton, glas, stucwerk

Jaar: 1959 / 1999


Beschrijving:

Het gebouw Residence De Deel stamt uit 1959 en is ontworpen door architect S.J. van Embden als kantoorgebouw voor de Dienst der Domeinen, Rentambt Noordoostpolder. In de Heerenveenschen koerier van 8 december 1956 stond onder de kop Kantoor Domeinen: "Het volgend jaar zal in Emmeloord worden begonnen met de bouw van een kantoor voor de Domeinen en wel op het Deel. Aangezien in 1958 een Rentambt zal worden ingesteld, moet het gebouw in dat jaar klaar zijn". In zijn antwoord op memorie aan de Eerste Kamer deelde de minister van Verkeer en Waterstaat in maart 1957 mee dat Zuiderzeewerken te maken kreeg met bestedingsbeperkingen. Voor de boerderijen in Noordoostpolder werd een temporisering doorgevoerd en de voorgenomen bouw van een domeinkantoor werd een jaar verschoven. Dat laatste leverde een bestedingsbeperking van 1 miljoen gulden op.

Het voor die tijd zeer modern vormgegeven Domeinkantoor is vanuit de ideeën van de 'Nieuwe Zakelijkheid' gebouwd. De bovenbouw van het gebouw was breder dan de eronder liggende kelder. Hierdoor ontstond de suggestie dat het gebouw lichter werd, alsof het gebouw zweefde boven de grond. ‘Licht, lucht en ruimte’ was immers het gezonde devies voor architectuur en stedenbouw als reactie op de ‘bedompte’ bouwsels uit de negentiende eeuw. Het moderne prestigieuze gebouw met veel glas werd in de volksmond al gauw 'het aquarium' genoemd. Het 3-laags kantoorgebouw bestond uit een betonskelet met glazen vliesgevel. Een vliesgevel is een gevel die buiten het skelet, de draagconstructie, is aangebracht. Omdat de gevel geen dragende functie had kon het worden opgebouwd uit lichte materialen, waardoor er op gewicht bespaard kon worden. Bij skeletbouw worden eerst de kolommen en balken gebouwd. Dan krijg je een open constructie waar je dwars doorheen kunt kijken. Pas daarna worden de muren en vloeren aangebracht. Die hoeven elkaar niet te dragen en kunnen daarom eveneens van licht materiaal zijn. Op deze manier zijn grote ruimte mogelijk. De kantoren lagen rondom een centrale hal die vanboven werd belicht doordat twee stukken van het dak als het ware opgelicht zijn. Het zo gevormde V-dak, een dak waarbij de dakvlakken elkaar in het midden op een laag punt snijden, was een speels accent in het verder strak vormgegeven ontwerp. De hal werd gebruikt als typekamer. De vide was zeer geschikt voor het houden van exposities.

Vanwege een reorganisatie stootte de Dienst der Domeinen in de IJsselmeerpolders het kantoorgebouw in 1995 af. Nadat Domeinen in 1975 naar het nieuwe hoofdkantoor in Lelystad verhuisd was stond het gebouw lange tijd leeg. Er kon geen huurder gevonden worden omdat het gebouw, door de grote hal, onrendabel was voor een moderne kantoororganisatie. De houten vliesgevel was bouwtechnisch en technisch zodanig verouderd dat voor gebruik als kantoor een totale renovatie nodig was. Directeur Wim Oosterhof van museum Schokland wilde het voormalig Domeinkantoor aankopen om er een groot museum in te beginnen genaamd Historion. De aankoop en inrichting van de exposities vergde een investering van 8 miljoen gulden. Deze plannen zijn nooit van de grond gekomen. Projectontwikkelaar WEN Vastgoed BV uit Zevenaar kocht het kantoorgebouw van Domeinen en verbouwde het in 1999 tot een uit achttien appartementen bestaand wooncomplex voor senioren. Het bureau OD205, opgericht door architect van Embden, gaf toestemming tot herontwikkelijking.

Het gebouw werd volledig gestript, alleen de constructie bleef zoals het was. De indeling van het gebouw is in grote lijnen hetzelfde gebleven. De ontsluiting van de appartementen vindt plaats vanuit het atrium, de voormalige centrale hal. Zonder de bestaande constructie aan te passen zijn de verdiepingsvloeren uitgebreid en zijn gaanderijen gemaakt. In de centrale hal zijn een nieuwe lift en trappen aangebracht, bereikbaar vanaf de begane grond die als binnentuin is ingericht. Het karakteristieke V-dak boven de voormalige centrale hal is gehandhaafd. De uitkraging van de begane grondvloer had een beperkte capaciteit om extra gewicht op te vangen daardoor was de keuze voor een nieuwe gevel beperkt. Er is gekozen voor een gevel van cellenbeton, afgewerkt met stucwerk in een crème-beige kleur. Elk appartement heeft een loggia als buitenruimte. Aan de west- en oostzijde van het gebouw zijn de loggia's als balkons uitgebreid buiten de gevel waardoor de bezonning is verbeterd. In de kelder zijn parkeerplaatsen en bergingen gecreëerd die via een hellingbaan toegankelijk zijn. Bron: Transformatie van kantoorgebouwen: thema's, actoren, instrumenten en projecten.

In 1966 is bij het Domeinkantoor het kunstwerk '1942-' geplaatst.

Architect

Samuel Josua (Sam) van Embden was op 13 oktober 1904 in Amsterdam geboren. In 1928 behaalde hij zijn diploma bouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool in Delft. Tijdens zijn studie werd Van Embden sterk gevormd door hoogleraar Grandpré Molière, voorman van de Delftse School. Na zijn studie werkte Van Embden bij de architecten J.F. Berghoef, Wieger Bruin, J.A. van der Laan en bij de afdeling Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam. Op aanbeveling van Grandpré Molière werd Sam van Embden in september 1930 aangesteld bij het Gelderse Genootschap in Arnhem. In deze functie kwam hij met vele gemeentebesturen in aanraking waaruit een aantal ontwerpopdrachten volgden.

In 1938 richtte ir. Van Embden zijn eigen bureau op. De opdrachtenstroom kwam goed op gang en zelfs tijdens de oorlogsjaren bleef het bureau groeien. Van Embden werd stedenbouwkundig adviseur voor de wederopbouwplannen van een groot aantal gemeenten. Onmiddellijk na de bevrijding in 1945 werd Sam van Embden adjunct-directeur van het Adviesbureau Stadsplan Rotterdam (ASRO), de dienst belast met het ontwerp voor de herbouw van de Rotterdamse binnenstad.

In 1948 vertrok Van Embden naar Indonesië om zich als docent en als bouwmeester te verbinden aan de Technische Universiteit van Bandung. Van Embden kreeg in Bandung de opdracht om een ontwerp te maken voor een nieuwe campus. Na een jaar keerde hij terug. Zijn ontwerp werd niet uitgevoerd maar zijn nieuwe specialisme leverde veel nieuwe opdrachten op. Hij ontwikkelde masterplannen voor de TU Eindhoven (1952-1969).  Zijn ervaring met de stedenbouwkundige opzet van de TU Eindhoven zorgde voor de opdracht het complex van de TU Twente te ontwerpen (1960-1964). Van Embden ontwierp mede het stedenbouwkundig masterplan van het UT terrein en enkele van de gezichtsbepalende gebouwen, zoals het Hallencomplex. Op internationaal niveau adviseerde hij bij de bouw van de universiteiten van Caracas (Venezuela), Singapore en Ibadan (Nigeria).

Sam van Embden leverde een grote bijdrage aan de inrichting van Nederland, met name in de wederopbouwperiode. Als vertegenwoordiger van de 'Nieuwe Zakelijkheid' in de architectuur en stedenbouw streefde hij naar helderheid, overzicht en een strakke ordening van gebouwen. Als architect en stedenbouwkundige zette ir. Van Embden zich in voor 'het totale nog te maken ding', voor de integratie van de architectuur met de stedenbouw. Zo droeg hij onder meer bij aan de ontwikkeling van 'nieuwe' steden als Lelystad en Zoetermeer. Een principe van de 'Nieuwe Zakelijkheid' die Van Embden o.a. toepaste was de functiesscheiding. In 1964 werd hij op 60-jarige leeftijd benoemd in het ambt van buitengewoon hoogleraar aan de afdeling Bouwkunde van de Technische Hogeschool in Delft. Tot op late leeftijd was Van Embden actief als architect. Een van zijn laatste ontwerpen was die voor de Soefi-tempel in Katwijk (1969-1970). Sam van Embden overleed op de leeftijd van 95 jaar op 20 september 2000 in Bladel.