Kiepsteiger

Kiepsteiger
Kiepsteiger Kiepsteiger Kiepsteiger Kiepsteiger

Plaats: Emmeloord

Locatie: Industrieweg 49-51

Maker: Coöp. Suikerbietentelersver. Bèta

materiaal: beton

Jaar: 1950


Beschrijving:

Alle aan- en afvoer van materiaal en materieel vond in de begin jaren van de Noordoostpolder over het water plaats. In een hoek van het terrein van landbouwmechanisatiebedrijf Mecha-service staat aan de Urkervaart een overblijfsel uit de tijd dat het vervoer van produkten voornamelijk over het water plaatsvond. Deze bijzondere laadsteiger, een op een oprit gelijkende betonnen constructie die een eind boven en buiten de kade uitsteekt, is voor de overslag van suikerbieten gebouwd. In 't Nieuws van Kampen stond op 19 augustus 1950 het volgende bericht. "Emmeloord - Bietensteiger in aanbouw - Op het industrieterrein zijn de werkzaamheden in volle gang om voor 15 September a.s. de Bietensteiger voor de Bèta aan de Urkervaart gereed te hebben. Het is mogelijk om dan de bieten zo in de schepen te lossen, waarbij gebruik wordt gemaakt van kiepauto’s. Ongetwijfeld zal van deze steiger straks tijdens de campagne een druk gebruik worden gemaakt". De kiepauto's reden achteruit de laadsteiger op en kiepten hun lading door middel van de zwaartekracht, rechtstreeks in het ruim van het eronder liggende schip, vandaar dat de steiger in de scheepvaart kiepsteiger genoemd wordt. 

Van het begin af aan was het duidelijk dat suikerbieten een belangrijk akkerbouwgewas in het nieuwe land ging vormen. Bij de teelt was de afzet essentieel. Omdat men verwachtte dat de bietenproductie in de Noordoostpolder in de naaste toekomst niet zo groot zou worden dat er een nieuwe suikerfabriek in de polder gebouwd kon worden, waren de telers ervan overtuigd dat een gebundeld aanbod het beste uitgangspunt was voor een gunstige prijsvorming. Daarom richtte een gedreven groep akkerbouwers in mei 1949 de Coöp Suikerbietentelersvereniging Bèta G.A. (Bèta) op met het doel de gemeenschappelijke afzet van de leden te behartigen. In de eerste helft van 1950 werd door de Directie Wieringermeer een bouwvergunning aan de Bèta verstrekt om op kavel NO4 (tegenwoordig Nagelerweg 2) een weegbrug met bedieningsgebouwtje te bouwen. In oktober 1951 opende de Bèta aan de Industrieweg 40 (schuin tegenover de kiepsteiger) een kantoor met tarreerlokaal en laboratorium. 

Het vervoer van suikerbieten naar de fabrieken vond van 1950 tot 1970 uitsluitend per schip plaats. De Bètaleden leverden de bieten franco in het schip, dat kon op 3 manieren:

  1. Autotransport, dat door de vereniging georganiseerd werd. De bieten werden op kosten van de landbouwer van het erf gehaald en met kiepauto's en via speciaal daarvoor gebouwde kiepsteigers in het schip gedeponeerd. In 't Nieuws van Kampen van 27 juli 1950 stond de volgende advertentie: "Het Bestuur van de COÖP. SUIKERBIETENTELERSVERENIGING „BÈTA” G.A. te Emmeloord is voornemens aan te besteden het vervoer van plm 35.000 ton suikerbieten. In zijn geheel of gedeeltelijk te vervoeren in de Noordoostpolder naar de laadplaatsen. Het vervoer kan uitsluitend geschieden per kipauto. Inlichtingen betreffende het vervoer te bekomen op het kantoor der vereniging te Emmeloord. Inschrijvingen uiterlijk 12 Augustus a.s. te richten aan het Bestuur van de Coöp. Suikerbietentelers Vereniging "Bèta" G.A., Postbus 10, Telefoon 14 te Emmeloord. HET BESTUUR". 
  2. Leveren op de loswal met behulp van netten, die door kraaninstallaties in het schip werden leeggestort. De leden brachten hierbij zelf de bieten naar de loswal. Op de loswallen had de vereniging op sommige plaatsen portaalkranen gebouwd. Op andere plaatsen huurden zij gieken of iets dergelijks om de van netten voorziene wagens te lossen. Het bietennet, dat onder de bieten op de wagen lag, werd door de kraan of giek opgepakt. Als het net boven het schip was trok de nettenaanprikker twee hoeken van het net los en vielen de bieten in het ruim.
  3. Rechtstreeks laden van kavel in het schip. Leden, die hun kavel aan het vaarwater hadden liggen, konden de bieten in het schip laten kruien.

De laadsteiger aan de Industrieweg was de eerste kiepsteiger die in de Noordoostpolder verrees. Ook in Creil, Rutten, Luttelgeest en aan de Zuiderkade in Emmeloord hebben kiepsteigers gestaan, maar die zijn in de loop der jaren verdwenen. De oprit voor de laadsteiger aan de Zuiderkade, die in 1951 gebouwd was door de Friesch-Groningsche Coöp. Suikerfabriek in Groningen, is gebruikt als landhoofd voor de in 1983 gebouwde fietsbrug 'De Overstap' naar de nieuwe woonwijk De Zuidert. In de Noordoostpolder zijn vier kiepsteigers bewaard gebleven. De andere drie, gebouwd in 1951, zijn te vinden in MarknesseKraggenburg en bij Ramspol. De kiepsteigers houden een stukje historie levend en behoren tot het watererfgoed van de polder. Over het algemeen spreekt men in Nederland over een kiepsteiger, bietensteiger of laadsteiger. Maar in de Noordoostpolder noemt men een kiepsteiger een bietenbrug en dat terwijl de uitdrukking 'de bietenbrug op gaan' betekent 'in de problemen raken'. 

Bronnen: Driemaandelijksch verslag betreffende Zuiderzeewerken 1950-1951;  Coöperen in nieuw land;