De ellege

De ellege
De ellege De ellege De ellege De ellege

Plaats: Urk

Locatie: Wijk 5

Kunstenaar: Geert Weerstand

Materiaal: Belgische hardsteen

Jaar: 2011


Beschrijving:

Middenin het historische centrum van Urk vind je het atelier van de kunstenaar Geert Weerstand en daar tegenover zijn woonhuis en de 'Van Gogh kelder'. In het steegje naast het woonhuis is een gevelsteen gemetseld die uit twee delen bestaat, een gedicht met daaronder een botter op de scheepshelling.

De ellege (De helling) 
 
Een bottertjen mit averije
Ging noar de ellege van Roos
Jan sting doar in zun bommezije
Zun bruurs wazzen dur ok altoos
 
Ze êwen iel wat ouwe reumen
E brèwt mit wark en iete pek
Begonnen z' alle drie te preumen
Dan oorde je 'n teed gien kik
 

De letters van de tekst zijn verheven gestraald en daarna zwart gekleurd (gedopt). Het gedicht verwijst naar de scheepshelling van Roos. In de 19e eeuw had Urk al een grote vissersvloot. Voor het noodzakelijk onderhoud was er behoefte aan een scheepshelling. Jelle Janz. Roos (1801-1862) was een man die alles aanpakte. Hij was brood- en koekenbakker, winkelier, scheepstimmerman en grofsmid. In 1840 bouwde hij samen met zijn zoons Jan en Albert, recht tegenover de havenmond, een helling met drie bedden. Via een slee die onder de kiel van het schip werd aangebracht werd het schip over het bed op de helling getrokken. Dat gebeurde in het begin met een paard dat een spil ronddraaide, maar ook wel met 'mankracht'. In 1917 werd voor het droogzetten van de botters een lier geïnstalleerd, die door een benzine motor werd aangedreven. 

De helling, of zoals de Urkers dat noemen de 'ellege' of de 'ellige' werd in de volksmond al snel de 'ellege van de Roosies' genoemd. Toen Jelle Janz. Roos op 16 april 1862 op 61-jarige leeftijd stierf werd zijn jongste zoon Albert (1849-1929) de werfbaas. Nadat Albert Jellesz op 28 juli 1929 op 80-jarige leeftijd overleed zette zijn drie zoons Albert (1878-1960), Jelle (1882-1973) en Jan (1891-1977) de werf voort. Over hen gaat het gedicht. De gebroeders Roos hebben heel wat botters gebreeuwd om de houten schepen waterdicht te maken. De kieren tussen de gangen van de huid werden dichtgemaakt met natuurlijke vezels, meestal hennep. Deze vezels worden 'werk' genoemd of zoals ze op Urk zeggen 'wark'. Nadat 'wark' was aangebracht werd het afgedekt met een verwarmd mengsel van teer en hars (iete pek). Uit het gedicht blijkt ook dat de Roosies graag op pruimtabak pruimde (kauwde). Albert was de enige van de drie broers die getrouwd was. Toen de gebroeders Roos op ver gevorderde leeftijd stopten met werken, Jelle bleef doorwerken tot zijn 80e en Jan stopte op 75-jarige leeftijd, namen de drie dochters van Albert de werf over. Toen de houten schepen vervangen werden door ijzeren, had de 'ellege van de Roosies' geen toekomst meer en werd de oudste scheepshelling van Urk ontmanteld en gedempt. Begin jaren 1970 werd op de plek van de ellege een parkeerterrein aangelegd. De werfschuur (boet), waarin nieuwe botters gebouwd werden, werd in 2011 gesloopt en vervangen door ‘nieuwbouw-in-oude-stijl’. Daarin is nu een restaurant gevestigd. Bron: De ontwikkeling van de Urker scheepswerven. 

Het 'botterjen mit averije' op de ellege is de UK 12, een Zuiderzeebotter die in 1918 gebouwd is op de werf Lindeboom-Kooy in Huizen als UK 115 'Twee gebroeders'. Eind 1924 werd het karveel gebouwde eikenhouten schip van de hand gedaan aan visserman Tjeerd D. Bleeker uit Stavoren en ging varen als ST38 'Vijf Gebroeders'. In 1928 werd de ST38 van een motor voorzien. Daarna volgden er veel visserij avonturen vanuit verschillende havens en onder verschillende nummers. Met registratiecode BU 58 oefende het schip tot 1966 de zeilende visserij uit. In 2003 werd de botter door de Stichting Urker Botter gekocht en kreeg het nummer UK 12 en de naam 'Jonge Jan van Loo'. Op 24 september 2009 werd de UK 12 op het IJsselmeer overvaren door het ongeladen cementschip Leliegracht van Rederij Cement Tankvaart. Daarbij verdronk een van de opvarenden van de botter, de 72-jarige Kees Kaptijn uit Urk. De tweede opvarende, zijn kleinzoon de toen 19-jarige Sjoert, werd onderkoeld en met een gebroken arm uit het water gered. De botter werd total loss verklaard, waarna de Stichting Urker Botter besloot de zwaar beschadigde botter te restaureren. De Bataviawerf in Lelystad bood hierbij haar hulp aan, langzaamaan veranderde het wrak weer in een mooi en betrouwbaar schip. Na een 3-jarige restauratie keerde de UK 12 op 16 mei 2013 terug naar Urk waar hij een ligplaats kreeg voor de Botterschuur.

De tekst en de voorstelling zijn in de natuursteen gezandstraald. Hierbij wordt een sjabloon op de steen geplakt waarna hele fijne korreltjes aluminiumoxide onder hogedruk op het sjabloon worden losgelaten. Daar waar de letters of de voorstelling uit het sjabloon zijn gesneden wordt een dun laagje weg gestraald. Zo ontstaat een reliëf.

Kunstenaar

Geert Weerstand werd op 7 november 1948 op Urk geboren. Op 16-jarige leeftijd lag hij voor een blindedarm operatie in het Ziekenhuis in Emmeloord en boven zijn bed hing een mozaiek van een zwarte kat. Dat sprak hem zo aan dat hij besloot dit ook eens te gaan proberen. Zijn vader noemde kunst een vak voor luie mensen. Daarom ging Geert ook de bouw in, als metselaar en tegelzetter, maar zijn hart lag bij het fröbelen met steentjes. Zijn moeder begreep dat. In een interview vertelde Geert dat hij het artistieke van haar heeft. In 1975 besloot Geert Weerstand om als hobby mozaïeken te gaan maken. Hij werkte tot 1981 als tegelzetter in de bouw. Daarna is hij als sociaal werker werkzaam geweest bij de stichting ‘Tot Heil des Volks’ in Amsterdam. Professionele kunstenaars brachten hem de ambachtelijke kant van het pottenbakken, boetseren en brandschilderen bij. In 1986 nam hij het besluit om van zijn hobby zijn beroep te maken en liet zich als kunstenaar bij de Kamer van Koophandel inschrijven. Dezelfde dag kreeg hij een uitnodiging van een visbedrijf. Ze wilden iets artistieks in de hal van de nieuwbouw hebben. In 1997 begon hij, samen met zijn zoon Simon, een natuursteenbedrijf, dat hij in 2008 aan Simon overdeed. Sindsdien richt Geert Weerstand zich helemaal op de kunst. Eerst werkte hij met tegelafval dat in de mozaieken een nieuwe bestemming kreeg. Tegenwoordig maakt hij mozaïeken van glas.

Weerstand krijgt veel opdrachten van particulieren en bedrijven. Wanneer je door Urk loopt kom je overal het werk van de kunstenaar tegen. Bij Visserijbelangen ligt een bijzondere granietvloer met een prachtige decoratie. op de gevel van Bakkerij Brouwer, in de hal van Talma Haven, aan de buitenzijde van het gemeentehuis van Urk, in het bedrijfspand van Profinis aan het Spijk en bij de Firma Sinke in Emmeloord vind je muurmozaïeken. Voor de Bethelkerk maakte hij een glasmozaïek. Ook voor onderwijsinstellingen heeft Weerstand kunstwerken gerealiseerd. Zo bevindt zich op de kopgevel van de Cornelis Zeemanschool een mozaïek van de UK 284 en staat bij de Pieter Zandt Scholengemeenschap op Urk een sculptuur. Sinds september 2014 vind je aan de achterkant van de trap in de Christelijke Scholengemeenschap 'Vincent van Gogh' in Assen een 10 x 3 meter groot mozaïek dat hij samen met zijn neef Okke Weerstand gerealiseerd heeft. Naast Vincent van Gogh zijn de belangrijkste inspiratiebronnen voor Weerstand zijn familie, zijn geloof en het dorp Urk. 

Geert Weerstand is autodidact (= iemand die zichzelf geschoold heeft). Weerstand onderscheidt zich in zijn vakgebied als een veelzijdig man op het gebied van tegel- en mozaïek, kunstwerken in keramiek, glas en natuursteen. De grote passie van Geert is het leven en werk van Vincent van Gogh. De kunstenaar heeft een permanente expositie in zijn "Van Gogh kelder" op Urk.