Gesteentetuin

Gesteentetuin
Gesteentetuin Gesteentetuin Gesteentetuin Gesteentetuin Gesteentetuin Gesteentetuin

Plaats: Schokland

Locatie: Keileemweg 1

Maker: Staatsbosbeheer

materiaal: zwerfstenen

Jaar: 1954-1981


Beschrijving:

Tijdens de Riss- of Saale ijstijd, ook wel Saalien genoemd, was de noordelijke helft van 'Nederland' bedekt met landijs. Door de druk van het ijs ontstonden keileemruggen. Na het afsmelten van de Saalegletsjer bleef er van de morene een soort droge rivierbedding met stenen over. Bovenop de kleine keistenen lagen de grotere keien. En dat geheel lag weer bovenop het keileem, een mix van klei, leem, zand, grind en grotere keien die onder de ijskap is gevormd.

In de Noordoostpolder zijn vier keileemopduikingen te vinden, die deel uitmaken van een stuwalreeks die van Castricum via Vollenhove oostwaarts loopt. Eén van deze keileemopduikingen is bij Schokland te vinden. Aan de westkant van het voormalig eiland ligt het keileem direct aan het oppervlak. Omdat keileem bijna geen water doorlaat is het minder geschikt als landbouwgrond. Na de inpoldering van de Noordoostpolder werd hier een 85 ha groot boscomplex aangelegd. Oorspronkelijk werd veel naaldhout aangeplant om als 'stut' hout in de Limburgse mijnen te gebruiken. Daarnaast zijn ook essen, tamme kastanjes en eiken aangeplant. Toen de bomen groot genoeg waren om hout voor de mijngangen te leveren waren de mijnen onrendabel geworden en werden één voor één gesloten.

Bij de drooglegging van de Noordoostpolder was ten noorden van Urk een puntgave eindmorene van een gletsjertong voor de dag gekomen. De amateur-geoloog Pieter van der Lijn (1870-1964) ontdekte dit gebied in 1942. Dankzij hem kreeg het in 1954 de status van geologisch reservaat. Het unieke maar kwetsbare gebied is niet toegankelijk voor publiek. De commissie die het P. van der Lijnreservaat beheerde besloot om op een minder kwetsbare plek een educatieve gesteentetuin aan te leggen. Bij de aanleg van het Urkerbos waren honderden stenen verzameld die overgebracht werden naar Schokland. Zij vormen de basis van 'De Gesteentetuin' in het 60 ha grote Schokkerbos, hoewel er ook zwerfstenen van plaatselijke herkomst liggen. Met de zwerfstenen van het moreneveld bij Urk werd op een keileemoppervlak een nabootsing van het P. van der Lijnreservaat gerealiseerd. Wytze Tjeerd Hellinga (1915-1991), amateur-geoloog en houthandelaar uit Muiderberg, was de stuwende kracht achter 'De Gesteentetuin'. Pieter van der Lijn had zijn stenenbezit aan de gemeente Noordoostpolder nagelaten. Aan Hellinga had Van der Lijn gevraagd zijn werk voort te zetten. De aanleg van 'De Gesteentetuin' startte in het voorjaar van 1974 en was een project van een groep in de geologie geïnteresseerde leden van de Vereniging van Vrienden van de Musea voor de IJsselmeerpolders. Het terrein werd ontbost en herplant, de aanwezige stenen werden gedetermineerd en er moest besloten worden welke stenen van elders moesten worden aangevoerd. Het was de bedoeling om de geologische tuin een zo sterk mogelijk Scandinavisch karakter te geven omdat dit gebied er in de ijstijd net zo uitzag als de Scandinavische gebieden nu. Het aanvullende materiaal voor de inrichting kwam uit het gebied boven de lijn Haarlem-Amersfoort-Nijmegen. Verder is in de ijstijd het uit het noorden komende ijs niet gegaan. De zwerfstenen werden op de voormalige zeebodem neergelegd waarop nog een stukje van de morene aanwezig was. Ze zijn gerangschikt naar de plaatsen waar ze oorspronkelijk vandaan komen en voorzien van hun soortnaam. De geologische tuin werd voor het overgrote deel gefinancieerd door de Stichting de Jonge Onderzoekers, een initiatief van de VARA. Daarnaast leverde de provincie Overijssel ook een bijdrage.

Op 10 april 1981 opende de Commissaris van de Koningin in Overijssel, mr. Jan Niers, 'De Gesteentetuin' door het startsein te geven voor het op zijn plaats leggen van een 2.200 kg zware gneisgraniet. In 'De Gesteentetuin' worden diverse soorten Scandinavische stenen getoond, gerangschikt naar plaatsen waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Daarnaast wordt het publiek geïnformeerd over de geologische historie van het gebied en de bijzondere zwerfstenen. In het bezoekerscentrum is te zien hoe al die granieten, syenieten, helleflinten, diorieten, gabbro's, rapakivi's enz. door het ijs hierheen geschoven zijn. Verder is er uitleg over het ontstaan van de aardkorst aan de hand van kaarten, maquettes, foto's, gesteenten en klankbeeld.

Excact 3 jaar na de opening van 'De Gesteentetuin', onthulde de heer N. Heiligenberg, directeur Landelijke gebieden en Kwaliteitszorg in Overijssel en burgemeester Roelf Hofstee Holtrop van Noordoostpolder op 10 april 1984 het 'Monument Waterschepen'.

De straten in de tweede fase van de Emmeloordse wijk Emmelhage hebben namen gekregen van mensen die belangrijk zijn geweest bij de inrichting en het ontwerp, archeologisch, bodemkundig of historisch onderzoek in de Noordoostpolder. De Van der Lijnhage en Hellingahage zijn vernoemd naar Pieter van der Lijn en Wytze Tjeerd Hellinga.