U bent hier:: Home > Kunst in de openbare ruimte > Noordoostpolder > Verdwenen kunst Emmeloord > Gevelreliëf Deel 21
« Vorige : Aa-A : Ba-Bor : Bou-Co : Cu-Expressie : Expressio-Geometrie : Geometris-Half : Hall-Kl : Ko-Mar : Mas-Non-figura : Non-figura-Pl : Po-R : Sa-Spe : Spi-S : T-Vl : Vo-Z : Volgende »
- terrazzo
- Terrazzo bestaat uit gemalen marmer dat aangemaakt wordt met al dan niet gekleurd cement. Terrazzo kan in alle vormen gegoten worden. De vochtige massa wordt getrild om deze te verdichten. Als het materiaal uitgehard is wordt het geschuurd en gepolijst. Terrazzo is ontstaan in de 15e eeuw in Italië, bij de bouw van kerken, waarbij veel marmer en graniet werd gebruikt. Het restmateriaal stortte men in de betonnen vloeren. Als op de vloeren veel gelopen werd, raakten ze als het ware gepolijst, waardoor de kleine stukjes graniet en marmer zichtbaar werden. Men vond dit zo mooi dat men er ook andere producten van ging maken. Terrazzo wordt ook wel granito genoemd. In Duitsland en Oostenrijk spreekt men meestal over terrazzo, in Frankrijk en Nederland meestal over granito.
- textuur
- Onder textuur verstaan we de oneffenheden in het oppervlakte van een ruimtelijk beeld. Deze kan glad, korrelig, zacht of bijvoorbeeld ruw zijn. De textuur is niet alleen te zien, maar ook te voelen.
- timpaan
- Een timpaan is meestal het al dan niet gedecoreerde driehoekig veld dat omsloten wordt door de geprofileerde lijst van het fronton. Ook het gevelveld van een fronton in de vorm van een halve boog of een boogdeel komt voor als timpaan (=boogtrommel).
- tjalk
- Een tjalk is een zeilend vrachtschip geschikt voor de binnenwateren. Het is een vrij lang en smal karveel gebouwd schip met ronde boeg en hoekige kimmen.
- tongewelf
- Een tongewelf is een gewelf dat over de gehele lengte dezelfde vorm heeft en waarvan de dwarsdoorsnede een halve cirkel vormt, zodat het gewelf een halve cilinder vormt.
- topgevel
- Een topgevel is een gevel waarvan de gevellijn in grote lijnen min of meer het achterliggende driehoekige zadeldak volgt en die zich meestal aan de korte zijde van een gebouw bevindt. Tot de topgevels behoren: halsgevel, klokgevel, puntgevel, schoudergevel, trapgevel en tuitgevel.
- torenspits
- Een bekroning van een toren die bestaat uit schuin oplopende dakschilden heet een spits wanneer de dakhelling steiler is dan een tentdak dat een helling heeft van minder dan 60°. Maakt het dak een hoek van meer dan 70°, dan spreken we over een naaldspits. Een torenspits die vlak boven de voet van de spits smaller wordt, noemen we een ingesnoerde spits.
- tors
- Het woord tors (torso) is het Italiaanse woord voor romp. De tors is sinds de Renaissance als motief door beeldhouwers gebruikt. De klassieke torso is een beeld dat vaak geen hoofd heeft en van de armen en benen zijn slechts aanzetten overgebleven. Soms zijn de beeldhouwwerken bewust als “onvoltooid werkstuk”, als romp, vervaardigd. Het kan ook zijn dat een beeld in de loop der tijd zodanig beschadigd is, dat alleen de torso overgebleven is.
- torso
- Het woord torso (tors) is het Italiaanse woord voor romp. De torso is sinds de Renaissance als motief door beeldhouwers gebruikt. De klassieke torso is een beeld dat vaak geen hoofd heeft en van de armen en benen zijn slechts aanzetten overgebleven. Soms zijn de beeldhouwwerken bewust als “onvoltooid werkstuk”, als romp, vervaardigd. Het kan ook zijn dat een beeld in de loop der tijd zodanig beschadigd is, dat alleen de torso overgebleven is.
- traditionalistisch
- Traditionalistisch bouwen wil zeggen: bouwen volgens de traditie van het traditionalisme. Het begrip traditionalisme verwijst naar het doelbewust teruggrijpen op tradities bij het bouwen wat betreft vorm, maar ook wat betreft constructie en functie.
- trekbalk
- Een trekbalk is, zoals de naam al aangeeft, een balk die trekkrachten opneemt. Zo kan een trekbalk bijvoorbeeld functioneren aan de voet van een kapconstructie, om de zijdelingse krachten op te nemen.
- tufsteen
- Tufsteen is een poreuze vulkanische steensoort ontstaan uit het verharden van vulkanische as. Het is een relatief zachte steensoort die gemakkelijk te bewerken is, waardoor het door beeldhouwers veelvuldig gebruikt wordt. De Tufsteen wordt gewonnen in steengroeven. Vroeger werden grote blokken met wiggen losgewrikt uit de rotsmassa. Die werden ter plekke ‘verzaagd’ tot kleinere steenblokken en vervoerd naar de plaats waar het bewerkt werd. Tegenwoordig gebruikt men geavanceerde technische middelen als zagen met diamantdraad en waterstralen onder hoge druk of laserstralen. Het materiaal is erg gevoelig voor weers- en milieu-invloeden, tufsteen beelden begroeien snel met mos.
- tuitgevel
- Een tuitgevel is een puntgevel waarvan de top niet in een punt eindigt maar in een smalle rechthoekige hals, de tuit. Heeft de tuitgevel halverwege een extra schouder, een horizontaal uitgemetseld stukje, dan wordt het een schoudergevel genoemd.
- vakwerkconstructie
- Een vakwerkconstructie is een open constructie van meestal pijpen van metaal in de vorm van rechthoeken en schoren, diagonale balken waardoor het geheel stijf wordt.
- verbronsd
- Bij verbronzen wordt een laagje brons aangebracht over een ander materiaal.
- Verdrag van Malta
- Het Verdrag van Malta, ook wel Conventie van Valletta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat bijvoorbeeld archeologische resten als nederzettingen, grafvelden, gebruiksvoorwerpen en scheepswrakken. Op 16 april 1992 werd de verdragstekst door de lidstaten van de Raad van Europa te Valetta ondertekend.
- veredelen
- Bij veredelen wordt er een beschermlaag op het metaal aangebracht. Het metaal lijkt dan mooier en is beschermd tegen roest. Voorbeelden van deze techniek zijn: vergulden, verzilveren, vertinnen, galvaniseren of verchromen. Hierbij wordt het object voorzien van een laagje goud, zilver, tin, zink of chroom.
- verkennend onderzoek
- Bij een verkennend onderzoek wordt met prikijzers de contouren van het schip vastgesteld. De voor- en achtersteven worden gezocht en de maximale breedte van het schip wordt bepaald. Daarna worden er proefsleuven gegraven, houtmonsters genomen, de geologie bekeken en vondsten onderzocht.
- verloren was methode
- Circe-perdue oftewel de verloren was methode, is een giettechniek waarbij zowel de gietvorm als het model niet kunnen worden bewaard. Deze giettechniek komt rond 1895 uit Duitsland overwaaien, waarbij het beeld niet in klei maar in was gevormd wordt met een gietmal van klei. Na het smelten van de was wordt het beeld afgegoten in brons. Het gieten volgens de verloren-wasmethode heeft per definitie het nadeel dat de gietvorm vernietigd moeten worden waardoor er maar één afgietsel gemaakt kan worden. Met deze methode is het mogelijk om zowel massieve bronzen te gieten als holle beelden. Het voordeel van een holle vorm is dat het materiaal bespaard en het gewicht lager is.
- verzonken reliëf
- Bij het verzonken reliëf of reliëf-en-creux, is de voorstelling aangebracht in de ondergrond en komt niet boven het vlak uit. Dit in tegenstelling tot het bas-, demi- en haut-reliëf waarbij de voorstelling juist uit het vlak naar voren treedt.
- vide
- Een vide is een open ruimte over meerdere verdiepingen. Een vide ontstaat als een deel van een verdiepingsvloer wordt weggelaten waardoor uitzicht op een lagere verdieping ontstaat.
- Vlaams verband
- Een metselverband is een systeem waarin bakstenen worden gelegd met als doel een sterke muur te krijgen. Bij Vlaams verband bestaan de lagen uit achtereenvolgens een kop (korte zijde van de baksteen), een strek (smalle lange zijde), een kop, een strek enzovoorts De kop in een laag ligt altijd midden boven de onderliggende strek. Begint men op een hoek met een kop, dan krijgt de volgende laag een drieklezoor (3/4 steen).
- vlak
- Het vlak is in de scheepsbouw en scheepsarcheologie een gebruikelijke benaming voor de bodem van het schip, de min of meer horizontale onderkant van een schip, tot waar deze naar boven buigt bij de kim.
- vleugelmuren
- Vleugelmuren zijn gemetselde muren die als vleugel links en rechts aansluit op een sluis, brug of landhoofd. De vleugelmuur loopt niet evenwijdig met de sluis, brug of het landhoofd, maar staat onder een kleine hoek.
- vliesgevel
- Een vliesgevel is een niet dragende gevel die voor de draagconstructie langs wordt aangebracht. Omdat de vliesgevel niet-dragend is kan het worden opgebouwd uit lichte materialen, zoals glas.