Glas-in-lood Arbeidsbureau

Glas-in-lood Arbeidsbureau
Glas-in-lood Arbeidsbureau Glas-in-lood Arbeidsbureau Glas-in-lood Arbeidsbureau

Plaats: Emmeloord

Locatie:

Kunstenaar: Jan Meine Jansen

Materiaal: figuurglas en lood

Jaar: 1960


Beschrijving:

Op 1 december 1942 werd een gewestelijk kantoor N.O.P. ingesteld. De officiele naam luidde "Kantoor van het Rijksarbeidsbureau". Dit kantoor functioneerde tot na de oorlog, toen vond een reorganisatie plaats. In 1946 werd het gebied van de polder gevoegd bij dat van Kampen en Zwolle. Op 1 mei 1948 werd opnieuw een bijkantoor in Emmeloord geopend voor het gebied van de polder en Urk. Op 1 juli 1953 werd het kantoor in Emmeloord een gewestelijk arbeidsbureau, met een nevenbureau in Steenwijk. In 1959 werd Oostelijk Flevoland aan het ambtsgebied toegevoegd.

Op 8 december 1960 werd op de hoek van de Espelerlaan en de Koningin Julianastraat het nieuwe gebouw van het Gewestelijk Arbeidsbureau geopend. Het gebouw werd ontworpen door architectenbureau ir. Jonkman en van Dorp uit Zeist en werd gebouwd door Hans Fokkens NV uit Naarden. Het pand was in traditionele bouwmaterialen opgetrokken maar de vormgeving was voor die tijd modern. Het gebouw bestond uit twee haaks aan elkaar geschakelde volumes met twee bouwlagen en platte daken. Kenmerkend waren de strak ingedeelde raamstroken met hekje langs de daklijst. 

In overheidsgebouwen werden tijdens de wederopbouw vaak kunstwerken aangebracht. In dit geval vormde de Beeldende Kunstenaars Regeling een extra stimulans. In de hal tussen de haaks op elkaar staande vleugels bevond zich een monumentaal glas-in-loodraam, een raam bestaande uit stukken blank- en gekleurd glas die bij elkaar gehouden worden door loden strippen en als geheel een voorstelling bevatte. De kunstenaar Jan Menno Meine Jansen gebruikte voor de voorstelling doorschijnend maar ondoorzichtig glas met structuur en reliëf. De 8 panelen beelden de Noordoostpolder in wording uit. Meine Jansen werkte non-figuratief maar er zijn ook enkele geabstraheerde figuren te ontdekken, die van opzij gezien zijn weergegeven. In de rechthoekige panelen zie je onderin vissen afgebeeld, daarboven scheepswrakken en in de bovenste, vierkante panelen zijn de landerijen weergegeven. Eén van de docenten van Meine Jansen aan de Rijksacademie, professor Heinrich Campendonk, was lid van de expressionistische kunstenaarsgroep Der Blaue Reite. Hij benadrukte in zijn lessen dat perspectief als ruimtesuggestie niet op een plat, twee-dimensionaal vlak thuis hoort. Dat is in het glas-in-loodraam terug te zien. Jan Meine Jansen maakte gebruik van een andere manier van ruimtesuggestie. In het raam zie je de dingen niet achter elkaar, maar boven elkaar. Dit wordt stapeling genoemd. De schuine lijnen in het kunstwerk zijn geen perspectieflijnen maar verbeelden 'lichtstralen'. Meine Jansen liet zijn ramen meestal uitvoeren door Atelier Bogtman in Haarlem.

Nadat in Lelystad een Gewestelijk Arbeidsbureau voor de gehele provincie Flevoland gevestigd was, werd het pand aan de Koningin Julianastraat 2 in 1985 gesloopt. Een medewerker van het arbeidsbureau, die tevens bestuurslid bij theater 't Voorhuys was, wist het glas-in-loodraam van de sloophamer te redden. Na een jarenlang verblijf in de kelder van het theater namen de Voorhuys-technici Rob Bredewout en Jan Passies de restauratie van het raam in 2005 ter hand. De twee bedachten een constructie om het raam aan de muur van de Beurszaal op te hangen en op de juiste manier te belichten. Glas-in-lood heeft zonlicht nodig om het beste tot zijn recht te komen. "Met led-verlichting en reflectie hebben we voor eenzelfde effect gezorgd", lichtte Bredewout toe. Het Emmeloordse bedrijf GlasXtra heeft het voormalige glas-in-loodraam in de nieuwe panelen verwerkt. Het kunstwerk werd op 6 oktober 2007, tijdens de openingsavond van het nieuwe theaterseizoen, officieel onthuld door Wolter Meine Jansen, zoon van de inmiddels overleden kunstenaar. Het glaskunstwerk was tijdens voorstellingen in Theater ‘t Voorhuys te bezichtigen. Bij een verbouwing van Theater ‘t Voorhuys in het najaar van 2017 is het glas-in-loodkunstwerk weggehaald. De ramen zijn uit de panelen gehaald en opgeslagen in het depot van de gemeente in het Muzisch Centrum.

Foto 1: Rob Bredewout, met dank aan Harrie Veldhuis voor het toesturen van foto 2 en 3. 

Kunstenaar

Jan Menno Jansen werd op 17 februari 1908 in Meppel geboren. Na zijn middelbare schooltijd vertok Jansen naar Amsterdam waar hij tussen 1928 en 1933 de aktes MO-A en MO-B behaalde aan de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers. Van 1934 tot 1938 vervolgde hij zijn opleiding aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten, eveneens in Amsterdam, waar hij lessen volgde bij de luministische kunstschilder Hendrik Jan Wolter (1873-1952), de expressionistisch schilder Heinrich Campendonk (1889-1957) en de romantische schilder Johannes Hendricus Jurres (1875-1946). De dubbele achternaam heeft Meine Jansen overgehouden aan zijn vader de kelner Wolter Jansen en zijn moeder Jentje Meinen. Het advies om zijn naam bijzonder te maken door de namen aan elkaar te voegen, kreeg hij als aankomend kunstenaar van zijn docenten. Bij Koninklijk Besluit van 23 februari 1968 werd de familienaam veranderd in Meine Jansen.

Jan Meine Jansen was een schilder, tekenaar en glazenier die aanvankelijk in realistische trant werkte, maar zich na 1945 steeds meer ontwikkelde in abstracte richting. In de jaren 1960 werd zijn stijl meer non-figuratief. De voornaamste inspiratiebron van Jan Meine Jansen was de natuur. Meine Jansen heeft een imposant oeuvre nagelaten: breed in stijlen, technieken en onderwerpen. Hij schilderde en tekende landschappen, stillevens, portretten, figuren en hij maakte verschillende muurschilderingen. Tussen 1955 en 1979 heeft hij ongeveer 35 monumentale kunstwerken gemaakt, kunstwerken die ontworpen zijn als onderdeel van een gebouw. In 1955 schilderde hij de 'Vier jaargetijden' op de muur van de Hofwijckschool in Oegstgeest, in 1959 een ‘caleidoscopische beeld van het leven op aarde’ in de Emmaschool in Driebergen, in 1961 hetzelfde onderwerp in de Willem de Zwijgerschool in Doorn en in 1963 maakte hij diverse wandschilderingen in de, inmiddels gesloopte, KNO-kliniek van het Leids Academisch Ziekenhuis. Zijn eerste glas-in-loodraam ontwierp hij voor de Rabobank in Driebergen (1958). Daarna volgden enkele glas-in-beton ramen met religieuze voorstellingen in de Ontmoetingskerk in Bennekom (1958), de Hervormde Kerk in Benschop (1959), de Paaskerk in Amstelveen (1964), de Protestantse Messiaskerk in Wassenaar (1967) en het Dorpscentrum van de Protestantse Gemeente in Oegstgeest (1967). In 1963 maakte hij in Leiden de hoge glas-in-betonwand in het trappenhuis aan de achterkant van het voormalige Belastingkantoor dat nu als kantoor van de gemeente Leiden dienst doet. Vanaf de jaren zeventig vervaardigde Jan Meine Jansen glasappliqués, waarmee andere kleuren en vormen mogelijk werden. De laatste jaren hield hij zich bezig met acrylwerk. Jan Meine Jansen overleed op 13 oktober 1994 in Driebergen op de leeftijd van 86 jaar.