De Poort

De Poort

Plaats: Urk

Locatie: Lange Dam 51

Architect: Hendrik Hagedoorn Weerstand

materiaal: baksteen

Jaar: 2013


Beschrijving:

De Gereformeerde Kerk te Urk beschikt over drie kerkgebouwen: de Bethelkerk, de Petrakerk en De Poort. Tussen 1974 en 1976 werd aan de Lange Dam De Poort gebouwd naar een ontwerp van Architectenbureau H. Hunnik en J. Lambrechts uit Rotterdam, een eenlaags gebouw onder piramidedak. De symbolische eerste steenlegging vond plaats op 16 april 1974 door ds. H. Veenstra (1917-1989). Mannenvereniging 'Woord en Leven' kocht een scheepsmodel aan en schonk het ter gelegenheid van de in gebruikname van het kerkgebouw op 13 december 1974. Het 65 cm grote eiken houten spantmodel van een Noordzeeschokker is gemaakt door Jan Koffeman. Koffeman was werkzaam bij de Dienst der Zuiderzeewerken, maar na een ernstig ongeluk in 1959 legde hij zich toe op het bouwen van scheepsmodellen van schuiten en botters. Zijn vrouw Fem naaide de zeilen. Het scheepsmodel in De Poort draagt nummer UK 159 van de schuit die de vader van de zwager van Koffeman destijds bezat. Op het achterschot onder de hennebalk staat: ''Gelukkig de mens, die als hij gaat naar bed. Zijn rekening met God gedurig effen zet. M.V. Woord en Leven"Bron: Scheepsmodellen in Nederlandse kerken door J.M.G. van der Poel, 1987. In de kerk was een elektronisch Heyligers-orgel geplaatst. Bij een verbouwing in 1987 werd het liturgisch centrum vernieuwd.

In de loop der jaren voldeed het kerkgebouw niet meer aan de eisen des tijds. De bouwcommissie besloot tot nieuwbouw. Architect Hendrik Hagedoorn Weerstand van H2W architecten bna uit Urk werd gevraagd een nieuw kerkgebouw te ontwerpen dat ook weer De Poort zou gaan heten. Toen architect Hagedoorn Weerstand in januari 2010 officieel de opdracht kreeg werkte hij al twee jaar intensief aan het ontwerp. Het was voor het eerst dat H2W architecten een kerkontwerp maakte. Als lid van de gereformeerde gemeente kende Hagedoorn Weerstand de gemeente van binnen uit en wist welke behoefte er leefde. In het program van eisen werd de bepaling opgenomen dat het een multifunctioneel gebouw moest worden, waarbij ‘ontmoeting’ centraal stond. Daarnaast vond de bouwcommissie dat het nieuwe kerkgebouw qua uiterlijk onderscheidend moest zijn, maar tijdloos, niet aan mode onderhevig. Het oude kerkcentrum, op de nevengebouwen na, werd gesloopt. Op 3 maart 2012 werd de eerste paal voor de nieuwe kerk geslagen. Aannemersbedrijf L. Post & Zn uit Urk voerde de bouw uit.

De kerkzaal is het hoogste bouwvolume en staat onder een lessenaarsdak. De nevengebouwen hebben platte daken. De gevels van de Poort zijn opgetrokken in roodbruin genuanceerde baksteen in wildverband. In het metselwerk is de naam van de kerk aangebracht. Het kerkelijk centrum heeft een herkenbare centraal gelegen hoofdingang. Via de entree komt men binnen op het inpandig kerkplein, de centrale spil binnen het ontwerp. Deze centrale ontmoetingsruimte zorgt voor een goede ontsluiting van de kerkzaal en de aangrenzende nevenruimten, waar alle wekelijkse activiteiten van de gemeente plaatsvinden. Aan het plafond van de hal hangt een hele grote notenbalk met daarop de eerste noten van het lied 'Ere zij God'. De gehandhaafde laagbouw werd voorzien van een nieuwe bouwkundige schil waardoor bestaand en nieuw een nieuwe eenheid vormen. De kerkzaal is evenwijdig aan de perceelgrens en de naastgelegen weg geplaatst. Door de verdraaiing van de kerkzaal ten opzichte van de laagbouw kreeg het gebouw een duidelijke richting. Er kunnen meer dan 1100 mensen in de kerk, deels beneden, deels op de kraak, de galerij. Het liturgisch centrum bevindt zich onder het hoogste punt van de overkapping in de voet van de toren. De muur boven het liturgisch centrum wordt gehuld in daglicht dat van bovenaf binnenkomt. Het podium en de vloer van de kerkzaal zijn bedekt met natuursteen. Ook de liturgische elementen zoals doopvont en avondmaalstafel bestaan uit dit materiaal. De kerkzaal ademt sereniteit en toewijding. De twaalf gekleurde horizontale ramen, ingesneden in de hoek van de kerkzaal, zijn een hedendaagse interpretatie van het klassieke glas-in-lood. Het getal twaalf duidt op de twaalf apostelen. In het kristal van het doopvont is een rode kleur zichtbaar verwijzend naar de essentie van de doop. De collectezakken zijn stijlvol in het liturgisch centrum verzonken. De kracht van het gebouw zit in de eenvoud. "En geloof me" zegt architect Hagedoorn Weerstand "des te eenvoudiger de uitstraling is, des te complexer het is om dit tot in de kleinste details door te voeren".

De naam van de kerk is terug te voeren naar de Bijbel waarin het woord 'poort' dikwijls in figuurlijke zin voorkomt. In het Oude Testament worden diverse namen van de poorten genoemd, terwijl in het Nieuwe Testament de poorten van het Nieuw Jeruzalem ieder de naam van een van de apostelen kreeg.

Het kerkcentrum werd op 21 september 2013 officieel geopend. Teun Visser, voorzitter van de bouwcommissie, droeg de kerk symbolisch over aan de voorzitter van de kerkenraad, Tromp Willem van Urk en Kees Bakker, voorzitter van het college van kerkrentmeesters. Het plan was oorspronkelijk om het kerkcentrum nog voor de zomer in gebruik te nemen, maar door de strenge winter liep de bouw vertraging op. Op zondag 29 september werden de eerste erediensten in De Poort gehouden. In de toren, boven de preekstoel, hangt het scheepsmodel van de UK159 dat uit het oude kerkgebouw is meeverhuisd. Aanvankelijk vond de architect een kerkscheepje niet passen in het ontwerp, maar een kerk op Urk is geen kerk zonder botter onder haar dak.

De 30 m hoge kerktoren is op onconventionele wijze in de gevel geïntegreerd. In de robuste taps toelopende toren hangt een driegelui, drie klokken die boven elkaar geplaatst zijn. De bronzen luidklokken zijn afkomstig van de rooms-katholieke H. Norbertuskerk uit Horst die op 30 januari 2011 aan de eredienst is onttrokken. De klokken zijn in 1963 gegoten door Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel. Het drietal klokken dragen de namen van Maria, Jozef en Norbertus en wegen respectievelijk 185, 265 en 455 kilo. Elke klok draagt een ingegoten tekst die iets vertelt over zijn of haar eigenschappen. De grootste klok heeft als opschrift: 

'31 JANUARI 1964'
 
NORBERTUS. HEILIG. MACHTIG. STERK.
GROOT APOSTEL VAN GODS KERK.
UW NAAM MIJ GEGEVEN,
OPDAT IK HEEL MIJN LEVEN,
MET KRACHT VAN MIJNE BRONZEN STEM, 
ZAL ROEPEN: "KOM TOT HEM"

Het opschrift op de tweede klok luidt:

'31 JANUARI 1964'
 
DE NAAM VAN JOZEF DRAAG IK BLIJ
EN ROEP LIJK IN EGYPTE:
"WIE HONGERT, KOME MAAR TOT MIJ
HET BROOD DAT LEVEND MAAKT EN VRIJ
WORDT HIER VOOR U GEBROKEN."

 

De kleinste klok draagt het opschrift:

'MARIA'S STEMME MAG IK ZIJN
EN DRIEMAAL DAAGS GAAN KLINKEN.
ZO ZEG IK MENSEN GROOT EN KLEIN,
HET WONDER DAT GODS MENS WOU ZIJN
TOCH BLIJVEND TE GEDINKEN'
 
'31 JANUARI 1964'

De klokken worden met vallende klepel geluid, wat wil zeggen dat de klepel tijdens het luiden op de onderrand van de klok valt. Om de grote kracht tijdens het luiden te beperken zijn de klokken aan een krukas opgehangen, een luidas in de vorm van een omgekeerde letter U. Hierdoor komt de klok hoger ten opzichte van het draaipunt te hangen waardoor deze tijdens het luiden een minder grote zwaaibeweging maakt, wat meer weg heeft van kantelen dan van heen en weer zwaaien. Bij luiden aan een krukas komt de klepel in de klok nauwelijks in beweging. 

Toen De Poort gebouwd werd, was er geen geld voor een pijporgel. Om eerst het bouwvocht van het nieuwe gebouw kwijt te raken en te gaan sparen voor een pijporgel werd een elektrisch orgel voor de begeleiding van de samenzang in gebruik genomen. Het orgel van Johannes van het type Monarke/Intrada uit 2004 was aangeschaft als noodorgel tijdens de restauratie tussen maart 2012 en 1 juni 2013 van het Meere-orgel in de Bethelkerk. Het electronisch orgel telt 29 stemmen verdeeld over 2 klavieren en pedaal. Het geluid van het orgel komt rechtstreeks tot de kerkgangers via twaalf speakers die boven het liturgisch centrum hangen. 

In 2019 kreeg de orgelbouwcommissie alsnog de opdracht uit te zien naar een tweedehands pijporgel, dat één op één overgeplaatst kon worden naar Urk. Een intensieve zoektocht leverde echter geen geschikt instrument op. in 2020 kreeg De Poort een aanbod van het Nationaal Orgelmuseum in Elburg. Daar werd het pijpwerk van het orgel van de Westerkerk in Enkuizen bewaard. Het orgel dat orgelbouwer Steenkuyl in 1899 in de historische kas uit 1549 had gebouwd, werd in 2003 uit de kas gehaald omdat de renaissance orgelkas verzakt was en gestabiliseerd moest worden. Na de restauratie bleek in 2010 dat het pijpwerk van Steenkuyl niet meer in de kas paste. Het werd geschonken aan het Nationaal Orgelmuseum om het te gelde te maken als donatie aan het museum. Orgelmaker Boogaard uit Rijssen gaat het nieuwe pijporgel voor De Poort realiseren. Als adviseur treedt organist Henk Verhoef op. Voor het instrument wordt het oude pijpwerk van het kerkorgel uit de Westerkerk in Enkhuizen gebruikt. Daarnaast beschikt de gereformeerde kerk van Urk nog over pijpwerk uit de Bethelkerk dat bij de restauratie van het Meere-orgel niet gebruikt kon worden. Het nieuwe orgel zal twee klavieren, een zelfstandig pedaal en zevenentwintig sprekende registers tellen. De orgelkas wordt nieuw gemaakt zodat het orgel past bij de architectuur van De Poort. Orgelbouwer Boogaard heeft de bouwtekening voor het orgel gemaakt zodat de orgelcommissie de bouw van de orgelkast in eigen beheer ter hand kan nemen. Ook zal het orgel nieuwe klavieren, pedaal, zitbank en mechanische overbrengingen tussen toetsen en registers krijgen. Het ligt in de bedoeling om het nieuwe pijporgel medio 2024 in gebruik te nemen. 

Bekijk op kerkfotografie.nl foto's van het interieur.

Bronnen: Het Urkerland, Reformatorisch Dagblad en gereformeerdekerken.info.