Avro Lancaster Mk. II DS794
Plaats: Biddinghuizen
Locatie: Alikruikweg 35, kavel OZ39
Maker: A.V. Roe Aircraft Co.
materiaal: diverse materialen
Jaar: 1943
Beschrijving:
In de nacht van 15 op 16 februari 1944 worden 891 vliegtuigen vanuit Engeland uitgezonden om de Duitse stad Berlijn aan te vallen. Deze missie is tijdens the 'Battle of Berlin', die van november 1943 tot maart 1944 duurt, het grootste en hevigste bombardement dat het Bomber Command van de RAF op de stad uitvoert. De aanvalsmacht bestaat uit 561 Lancasters, 314 Halifax en 12 Mosquitos. Ondanks een dicht wolkendek worden belangrijke fabrieken voor de Duitse oorlogsindustrie zwaar getroffen, waaronder de fabrieken van Siemens & Halske en de Daimler-Benz Werke. Zo'n 2.643 ton aan brisant- en brandbommen werpen de bommenwerpers tussen ongeveer 21.15 uur en 21.45 uur op Berlijn af. De schade in de stad is groot, slot Charlottenburg staat in brand. Drieënveertig bommenwerpers keren niet terug op hun bases, 26 Lancasters en 17 Halifaxes, ofwel 4,8 procent van de vloot van die nacht.
Tweeëndertig Lancasters van het No. 426 "Thunderbird" Squadron RCAF, begeleidt door 118 Halifaxes van het No. 408 "Goose" Squadron RCAF nemen deel aan de missie. Deze RCAF Squadrons lijden grote verliezen, 28 toestellen keren niet terug op hun basis, waaronder de Avro Lancaster Mk. II met serienummer DS794 van het No. 426 Squadron. Het toestel, met rompcode OW-W (OW is de code van 426 Sqd), stijgt op 15 februari om 17.47 uur op van RAF basis Lonton-on Ouse in North Yorkshire. Aan boord van het toestel zijn piloot P/O Basil William Pattle, navigator F/Sgt. Peter Labach, radiotelegrafist annex boordschutter P/O Leslie Thomas Prosser, boordwerktuigkundige Sgt. August Bryan Chester, bommenrichter F/Sgt. Lyle Wilmot Hicks, rugkoepelschutter P/O William Kilworthy Murray Love en staartschutter P/O Orville Wesley Hicks. Op de terugweg wordt het toestel op een hoogte van 6400 meter neergeschoten door een op vliegbasis Leeuwarden gestationeerde Duitse nachtjager van II./NJG1. De Lancaster stort om 22.35 uur tussen Elburg en Harderwijk in het IJsselmeer. Bij de crash komen alle 7 bemanningsleden om het leven.
De lichamen van de 22-jarige P. Labach, de 23-jarige L.W. Hicks en de 21-jarige L.T. Prosser worden in het IJsselmeer in de buurt van Harderwijk gevonden en zijn daar op begraafplaats Oostergaarde begraven; British plot 1, graf 62, 60 en 61. Het lichaam van de 25-jarige W.K.M. Love wordt op 16 juni door de schipper van de botter EB15, Peter van der Heide (1898-1966), en zijn zoon Gerard bij Elburg geborgen en daar een dag later op de Algemene Begraafplaats (graf 909) begraven. De 23-jarige W.P. Pattle, de 26-jarige A. B. Chester en de 20-jarige O.W. Hicks worden vermist. Hun namen staan vermeld op het RAF herdenkingsmonument te Runnymede (nabij Londen) in Engeland.
Het neerschieten van de Lancaster DS794 wordt toegekend aan Ofw. Heinz Vinke, die een nogal onorthodoxe wijze van aanvallen had ontwikkeld. Vinke bracht de neus van zijn Messerschmitt in een soort opwaartse kurketrekkerbeweging juist onder de motoren van de vijandelijke bommenwerper. Hij koos voor de motoren omdat hij wist dat deze snel vlam vatten. Het is de 43e bevestigde overwinning van de in totaal 54 voor Vinke die op 26 februari 1944 op 23-jarige leeftijd sneuvelt tijdens een zoek-en reddingsoperatie naar een vermiste collega boven de Noordzee. Waarschijnlijk heeft hij zich vrij dicht onder de Engelse kust gewaagd waar hij door Spitfires is onderschept. Vinke en zijn bemanning worden sindsdien vermist.
Het wrak van de Lancaster DS794 wordt in oktober 1960 op de kavels OZ38/OZ39 bij Biddinghuizen geborgen door de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht (Klu). Dit is het 5e wrak dat na de drooglegging door de dienst in de nog drassige polder geborgen is. Toen de bergers aan hun klus begonnen hadden ze geen idee om wat voor toestel het ging. Gezien de ervaring met munitie in een bommenwerper die in juli 1960 in de polder was geborgen, ging men uiterst voorzichtig te werk. Al snel komt er iets te voorschijn dat op menselijk bot lijkt. De berging wordt stopgezet. De Gravendienst van de Koninklijke Landmacht wordt geraadpleegd. De volgende dag komen ze ter plaatse. Die dag worden bommen ontdekt. Nog een week verloopt voordat de motoren en grote vleugelstukken op 6 oktober 1960 veilig uit de grond getakeld kunnen worden en de laatste resten geruimd zijn. Gedurende de berging zijn de stoffelijke overschotten van 3 bemanningsleden aangetroffen. Omdat ze niet geïdentificeerd kunnen worden krijgen P/O B.W. Pattle, Sgt. A.B. Chester en P/O L.W. Hicks een naamloos graf. Tijdens de opgraving zijn ook 127 brandbommen, 36 fosforrubber bommen, 120 browning 7.7 mm patronen, drie 8.8 mm granaten en een 3.7 mm granaat door de Explosieven Opruimingsdienst geborgen. Bron: In de schaduw van de glorie, S.L. Veenstra.
De bemanningsleden van de Lancaster DS794 worden op het Monument voor geallieerde vliegers in Harderwijk herdacht.
Zie ook: crashroute paal 7 en elburginoorlogstijd.nl