Republic F-84G Thunderjet K-159

Republic F-84G Thunderjet K-159
Republic F-84G Thunderjet K-159

Plaats: Oostelijk Flevoland

Locatie: onbekend

Maker: Republic Aviation Corporation

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1951


Beschrijving:

Tijdens de Koude Oorlog leverden de Nederlandse luchtstrijdkrachten binnen de NAVO een belangrijk aandeel in de verdediging van West-Europa tegen de strijdkrachten van het Warschaupact. Het benodigde materiaal werd door de Amerikanen in het kader van het Mutual Defense Assistance Program geleverd. Nederland ontving 166 Republic F‑84G Thunderjets. Op 24 april 1952 landden de eerste drie straaljagers op Volkel. Nadat de 1e Tactische Jachtgroep op sterkte was gebracht, kon het Commando Tactische Luchtstrijdkrachten (CTL) de vliegbasis Eindhoven openen. Hier ontstonden 314 en 315 squadron, evenals het ‘maandvliegsquadron’ 316, een eenheid voor reservisten. Alle Thunderjets van de KLu kregen een ”K-registratie” deze was te vinden in kleine letters en cijfers op het staarvlak. Voor de F-84G waren dit de nummers K-22 tot K-187. De beginjaren werden gekenmerkt door veel fatale ongelukken als gevolg van onervarenheid. De Koninklijke Luchtmacht verloor 50 Thunderjets in vijf jaar tijd. Op 12 november 1953 werd de K-159 met serienummer 51-10951 van het 314 squadron tijdens een oefenvlucht vermist.
 
Die dag meldt het ANP. "Sinds vanmorgen wordt een Thunderjet-straaljager van de vliegbasis Eindhoven vermist. Men vreest dat het toestel is neergestort in het IJsselmeer. De familie van de piloot, sergant-vlieger Vis uit Rotterdam, is op de hoogte gesteld. Een vliegtuig van de Opsporings- en Reddingsdienst van de Marine luchtvaartdienst en verscheidene schepen hebben de hele middag gezocht, maar zonder resultaat. Door de hevige golfslag op het IJsselmeer werd zoeken zeer bemoeilijkt. Morgen zal men de pogingen voortzetten".
 
Het Utrecht Nieuwsblad schrijft: "Straaljager vermist. De reddingsboot C.A. den Tex van Nijkerk is uitgevaren om op het IJsselmeer te zoeken naar een vliegtuig dat wordt vermist. Het zou een straaljager betreffen die hedenmorgen het laatst boven Lopik is waargenomen, op 22.000 voet hoogte, terwijl hij vloog in de richting van het IJsselmeer. Nadien is er niets meer vernomen. Men houdt rekening met de mogelijkheid dat het toestel is neergestort tussen Spakenburg en Harderwijk".
 
De volgende dag wordt het volgende artikel geplaatst: "Straaljager ligt in IJsselmeer. Een Thunderjetstraaljager van de vliegbasis Eindhoven is donderdag niet teruggekeerd van een oefenvlucht. Men neemt aan dat het toestel in het IJsselmeer is gestort. Het werd bestuurd door de 23-jarige sergeant-vlieger Joh. C.A. Vis uit Rotterdam. Over zijn lot is niets bekend. Het toestel wordt vermist sinds Donderdagmorgen ca. elf uur, zoals wij in een deel van onze editie al hebben gemeld. Onmiddellijk zijn opsporingsmaatregelen genomen. Een Mitchell van de Opsporings- en Reddingsdienst van de Marineluchtvaart heeft Donderdagmiddag evenals een aantal reddingsboten het IJsselmeer afgezocht. Door de golfslag werd het zoeken zeer bemoeilijkt. Bij het ter perse gaan van deze editie bereikte ons het bericht dat de vermiste straaljager tussen Marken en Urk is gevonden. De staart stak nog boven water uit".
 
Op 19 november kan men in het Utrechts Nieuwsblad lezen: "Men zoekt vergeefs vermiste Thunderjet. Onafgebroken blijft men zoeken naar de Thunderjet welke sinds vorige week Donderdag wordt vermist. Gebleken is dat het harde voorwerp in het IJsselmeer, waarop men bij het zoeken is gestoten, en dat zich ongeveer 1 km ten oosten van de plaats bevond, die een schipper had aangegeven, als vermoedelijke plek waar het toestel was neergestort, geen onderdeel van de Thunderjet uitmaakt. De opsporingswerkzaamheden worden inmiddels met kracht voortgezet".
 
In het Utrechts Nieuwsblad van 23 november staat het volgende: "De Vermiste "Thunderjet". Onderdelen gevonden. De pogingen om door middel van dreggen in het IJsselmeer iets te vinden van de 'Thunderjet' en zijn bestuurder, die vorige week Donderdag, naar aangenomen mag worden in het gebied tussen Urk en Lelystad is verongelukt, zijn nog niet met succes bekroond, doch wel heeft men op de kust van Urk enige aangespoelde onderdelen en uitrustingstukken gevonden waaruit blijkt, dat inderdaad het ongeval in deze omgeving moet zijn geschied. Het dreggingswerk gebeurt onderleiding van de Kon. Marine. Aan boord van de 'Texelstroom' bevond zich een luchtmachtofficier. Twee sleepboten van de Kon. Marine en twee schepen en twee sloepen van de rijkspolitie waren bij het werk ingeschakeld. Omtrent de positie van het vliegtuigwrak is nog niets zeker. De opsporingswerkzaamheden worden voortgezet".
 
In 1957 valt Oostelijk Flevoland droog. In augustus 1968 worden onderdelen van de in 1953 in het IJsselmeer gechraste F-84G door de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht (Klu) in de polder geborgen.