Vrachtschip OH107

Vrachtschip OH107

Plaats: Swifterbant

Locatie: Rendierweg

Maker:

materiaal: eikenhout

Jaar: 16e eeuws


Beschrijving:

Aan de Elandweg, vlakbij de Rendiertocht, werd op 23 maart 1963 een scheepswrak gemeld op kavel OH107. Tijdens de verkenning op 26 maart door H. van Veen en B. van Dalen bleek het te gaan om het restant van een vrachtscheepje voor de binnenwateren. Van 8 november tot 15 november 1989 werd door het NISA een tweede verkenning uitgevoerd. Tijdens de opgraving in de zomer van 1993 werd duidelijk dat het wrak schuin in de bodem was weggezakt waarbij de bakboordzijde het diepst lag, waardoor deze zijde goed bewaard was gebleven. Het bleek te gaan om een scheepje met platboomd vlak. De grootste lengte bedroeg 16,50 m, de breedte 3,80 m en de holte 1,80 m. Het schip had overnaadse boorden en een karveel vlak. Het open ruim en het ontbreken van beschermende wegering, overlangse planken waarmee de romp bekleed is, wezen op het vervoer van bulkgoederen zoals turf, zand en grond. De constructie van de romp vertoonde verwantschap met typen als bok, schuit, westlander en Groninger aardappelpraam. Dit zijn bekende Nederlandse binnenvaartschepen die zowel in Zuid-Holland als ook in de noordelijke provincies voorkomen. Het vondstmateriaal bevestigt dit. Het merendeel van de voorwerpen is typisch Nederlands. Met uitzondering van een kleine glazen fles, bestaat de inventaris uit relatief goedkope voorwerpen.  

Uit de verspreiding van de vondsten kon worden opgemaakt dat het voorschip als woonruimte dienst deed en het achteronder als opslagruimte. Op basis van dendrochronologisch onderzoek werd vastgesteld dat de kapdatum van het hout, dat voor de bouw van het schip gebruikt werd, ligt tussen 1685 en 1693 en afkomstig is uit Saksen en Zuid-Duitsland. 

Aan boord werden twee Haarlemse bakenloodjes gevonden, het ene in de boeg, het andere kwam te voorschijn toen de balken van de scheepsromp bij het NISA werden schoongemaakt. Op de voorzijde staat het wapen van de stad Haarlem bestaande uit een veld met daarin een zwaard, handvat naar beneden, dat geflankeerd wordt door vier zes puntige sterren waarboven een kruis. Links naast het zwaard is de letter C ingeslagen. Op de keerzijde van het bakenloodje met een diameter van 21 mm staat het getal 91, de laatste twee cijfers van het jaartal 1691. Het bakenloodje met een doorsnede van 20 mm heeft aan de achterkant 92 staan. De loodjes waren bestemd voor de betaling van de Sparendamse of Spaarndamse tol en maakte deel uit van de drie tollen die geheven werden op de route 'binnen dunen', oftewel binnendoor, de vaarroute van Spaarndam naar Dordrecht. Op basis van de twee bakenloodjes is vastgesteld dat het schip OH107 in 1692 of kort daarna is vergaan. Aan de hand van verdere inventarisstukken is geconcludeerd dat het schip is vergaan tussen 1692 en 1710. Uitgaande van het bodemprofiel is het schip waarschijnlijk tussen 1700 en 1760 vergaan. 

Kijk hier voor meer informatie

Bronnen: Tijdschrift voor zeegeschiedenis (1998-2), Schepen uit de klei: de 'bruidsschat van Ketelhaven; A late seventeenth century Dutch freighter, wrecked on the Zuiderzee; Opgravingsdocumentatie scheepswrak OH107; www.loodjes.nl