Waterloopbos

Waterloopbos
Waterloopbos Waterloopbos Waterloopbos Waterloopbos Waterloopbos Waterloopbos Waterloopbos

Plaats: Marknesse

Locatie: Voorsterweg

Maker: Waterloopkundig Laboratorium

materiaal: diverse

Jaar: 1954 - 1990


Beschrijving:

Het 670 ha grote Voorsterbos is het oudste bos van Flevoland. Omdat het gebied te nat was voor landbouwkundig gebruik besloot de Directie Wieringermeer om hier een boscomplex aan te leggen. De eerste percelen werden in 1944 - 1945 in het kader van bosplan 'De Voorst' als productiebos aangeplant op keileem dat een voortzetting is van de keileemopduikingen van het Hoge Land van Vollenhove die ontstaan zijn in het Saalien, de voorlaatste ijstijd. Het keileem werd gevormd onder het landijs dat destijds het noordelijk gedeelte van 'Nederland' bedekte. Het keileem is door ijsbewegingen gestuwd en vormde ter plaatse ruggen. 
 
Sinds 1927 deed het Waterloopkundig Laboratorium in Delft, met behulp van schaalmodellen, onderzoek naar ingrepen in het waterbeheer. Begin jaren vijftig was het instituut op zoek naar een terrein voor grote openluchtschaalmodellen. Van de 16 onderzochte locaties in Nederland voldeed het perceel in het Voorsterbos aan alle eisen. In 1952 droeg de Rijksoverheid het 86,5 ha grote bosperceel (kavels NS20, NS21, NS22, NS23) over aan het onderzoeksinstituut. In 1961 werden de kavels NS18 en NS19 bijgekocht waarmee de totale oppervlakte op 122,5 ha kwam. Waterloopkundig Laboratorium 'De Voorst' is ontworpen binnen de reeds bestaande, op agrarisch gebruik gebaseerde maatvoering van de Noordoostpolder met landbouwkavels van 300 x 800 m. Binnen dit maatsysteem is een verdere onderverdeling gemaakt in verschillende modelplaatsen en bebouwing. Tientallen jaren deden de wetenschappers van het Waterloopkundig Laboratorium onderzoek in het bos, dat daaraan zijn naam dankt. Het instituut onderzocht onder andere de invloed van waterbouwkundige werken op de loop van het water. Bij elke opdracht die de ingenieurs kregen, werd in het Waterloopbos op schaal een proefopstelling gebouwd. Nederlands grootste waterwerken, de Deltawerken, zijn in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw in dit bos ontworpen en getest. Maar ook de havens van Vlissingen, IJmuiden, Scheveningen, en in het buitenland die van Lagos (Nigeria), Beiroet (toen Syrië) en Marsa-el-Bregha (Libië) werden hier in de polder uitgekiend. In de loop der jaren zijn op 36 constructieplaatsen in het bos schaalmodellen verrezen. In totaal zijn zo'n 200 opdrachten uit binnen- en buitenland uitgevoerd.

In het Waterloopbos is sprake van een natuurlijk verval van ruim 4 m vanaf de inlaatduiker in het Vollenhover Kanaal naar de Zwolse Vaart. In en om het bos werden kanalen en sloten gegraven om water vanuit het hoger liggende randmeer aan te voeren. Dit water werd vervolgens gebruikt om de nagebouwde havens en stuwdammen uit te proberen. Met behulp van een stelsel van waterlopen, kleppen en schuiven bootsten de ingenieurs de werkelijkheid na. De constructieplaatsen waren omdijkt met aarde wallen zodat de modellen in de winter onder water gezet konden worden om bevriezing tegen te gaan. In 1960 werd de eerste hal gebouwd en daarna vonden de onderzoeken steeds meer in deze hallen plaats. Begin jaren zeventig is het model van de Maascentrale het laatste openluchtmodel. Toen de onderzoekers klaar waren met hun onderzoeken, lieten zij de proefopstellingen gewoon in het bos achter. De natuur greep daarop volop haar kansen, goten en geulen, dammen en stuwen raakten weelderig begroeid met allerlei soorten planten. Met de komst van de computer werden schaalmodellen in de jaren 1990 overbodig. Simulaties met computermodellen, die steeds sneller en nauwkeuriger werden, konden een deel van de experimenten vervangen. In 1996 werden de activiteiten van Waterloopkundig Laboratorium 'De Voorst' naar Delft verplaatst. Het onderzoeksinstituut heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de wederopbouw van Nederland. In het Waterloopbos is een groot deel van de waterkundige kennis ontwikkeld die Nederland nog steeds exporteert.

Sinds december 2002 is Natuurmonumenten eigenaar van het bos. Dankzij zijn bijzondere verleden heeft het Waterloopbos niet alleen cultuurhistorische en cultuurtechnische waarde, maar is ook de natuur er erg waardevol. Na de officiële opening op 8 juli 2005 werd het kunstwerk 'Water en Land' door dhr. M. Jager onthuld op het uitzichtpunt bij de stroomgeul aan de Repelweg.

Op 18 maart 2013 heeft minister Jet Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) 89 gebouwen en plaatsen bekend gemaakt die in aanmerking komen om tot rijksmonument te worden. De objecten zijn volgens de minister voorbeelden van de veelzijdige geschiedenis, cultuur, architectuur en kunst van vroeg-naoorlogs Nederland. Het Waterloopkundig Laboratorium in het Waterloopbos is één van de nieuwe rijksmonumenten uit de latere werderopbouwperiode die gekozen is uit 700 suggesties. Het bijzondere cultuurmonument verkreeg in september 2015 de officiele status van rijksmonument. Op 25 maart 2016 heeft Natuurmonumenten tijdens een feestelijke bijeenkomst het bijbehorende monumentenbord ontvangen. Het is bijzonder dat een bos tot rijksmonument is uitgeroepen omdat normaal gesproken het om gebouwen of archeologische monumenten gaat. In september 2018 werd het Deltamonument //  voor het publiek opengesteld.