Republic F-84F Thunderstreak P-163
Plaats: Zeewolde
Locatie: onbekend
Maker: Republic Aviation Corporation
materiaal: diverse materialen
Jaar: 1955
Beschrijving:
In 1952 werd het Commando Tactische Luchtstrijdkrachten door de Koninklijke Luchtmacht opgericht dat bestond uit de squadrons 306, 311, 312, 313, 314, 315 en 316. Deze squadrons werden tussen 1952 en 1956 uitgerust met de Republic F-84G Thunderjet die door de USAF geleverd zijn in het kader van het Mutual Defense Aid Program. Dit programma werd na de Tweede Wereldoorlog door de Verenigde Staten in het leven geroepen om de Europese landen te assisteren bij het opbouwen van hun strijdmachten. Het doel van het programma was ervoor te zorgen dat West-Europa buiten de invloedssfeer van de Sovjet-Unie bleef.
Vanaf 1956 werden de Thunderjets vervangen door de Republic F-84F Thunderstreak, een jachtbommenwerper die tot 1970 in gebruik was bij de Koninklijke Luchtmacht. De KLu kende de Thunderstreaks de letter P toe met een volgnummer. De volgnummers liepen van P-101 tot en met P-300. Het Amerikaanse serienummer bleef echter ook gehandhaafd omdat de toestellen in feite eigendom van de Verenigde Staten waren en bleven. Dit serienummer gaf aan onder welk fiscaal jaar de vliegtuigen vielen. Alle Klu-Thunderstreaks vielen onder de fiscale jaren 1952 en 1953, maar werden pas in 1955 en 1956 gebouwd.
De Republic F-84F Thunderstreak met serienummer 53-6535 kwam op 12 januari 1956 per vliegdek schip in de Rotterdamse haven aan. Na deprocessing en testvluchten werd de P-163 met squadroncode PB-9 op 17 september 1956 op vliegveld Eindhoven overgedragen aan 315 squadron KLu. Na een botsing in de lucht met een andere Thunderstreak stortte de PB-9 op 1 april 1959 in het IJsselmeer.
Het Utrechts Nieuwsblad van woensdag 1 april 1959 meldde: "Thunderstreak neergestort. Vanmiddag omstreeks twee uur zijn boven de Veluwe twee Thunderstreaks F. 84 F. van de Koninklijke Luchtmacht met elkaar in botsing gekomen. Een van de toestellen is neergestort in het IJsselmeer bij Harderwijk. De piloot is gered door een helikopter van het vliegveld Soesterberg. Beide toestellen waren afkomstig van vliegveld Eindhoven. Het tweede toestel is na de botsing weer behouden op de basis Eindhoven teruggekeerd".
En onder de kop "Na botsing met ander toestel. Straaljager in IJsselmeer gestort: piloot gered" plaatste de Leeuwarder Courant het volgende artikel: "Een F 84 F Thunderstreak-straaljager van de vliegbasis Eindhoven is gisterenmiddag boven de Veluwe met een andere straaljager in botsing gekomen en bij Harderwijk in het IJsselmeer gestort. De piloot van het toestel, de eerste luitenant-vlieger F.J. de Jong uit Eindhoven, zag kans het vliegtuig met een schietstoel te verlaten. Ook hij kwam in het IJsselmeer. Een helikopter van de Koninklijke Marine wist hem spoedig te redden. De vlotte redding van de luitenant De Jong is te danken aan het feit, dat er op Soesterberg een jeugdluchtvaartdag werd gehouden, waar o.a. ook deze helikopter demonstraties gaf. Het verongelukte toestel vloog in een formatie van drie straaljagers, welke van schietoefeningen op de Vliehors terugkeerden. Na de botsing boven de Veluwe bleek het toestel van luitenant De Jong schade aan het hoogteroer te hebben opgelopen, waardoor het moeilijk bestuurbaar werd. De piloot zag echter kans de Thunderstreak tot boven het IJsselmeer in de lucht te houden, waarna hij het toestel met de schietstoel verliet. Het andere vliegtuig dat bij de botsing betrokken was keerde behouden op de vliegbasis Eindhoven terug, maar de piloot van de derde straaljager, de kapitein-vlieger L. Walraven bleef cirkelen boven de plaats, waar de luitenant De Jong in het IJsselmeer terecht was gekomen en zond een radiomelding naar Soesterberg. Direct steeg een helikopter op, die de drenkeling nog geen kwartier later oppikte".
In maart en september 1968 en in juni 1970 werden door de bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht resten van de F-84F Thunderstreak in Zuidelijk Flevoland geborgen en in september 1971 werd het wrak geborgen.