Avro Lancaster Mk. I W4762
Plaats: Zeewolde
Locatie: Slingerweg
Maker: A.V. Roe Aircraft Co.
materiaal: diverse materialen
Jaar: 1942
Beschrijving:
In de periode van maart t/m juli 1943 wordt de zogeheten 'Battle of The Ruhr' gehouden, een campagne van strategische bombardementen. Overdag wordt het Ruhrgebied in Duitsland door de Amerikaanse USAAF gebombardeerd en 's nachts door de Britse RAF. In de nacht van 12 op 13 mei 1943 vindt de vierde luchtaanval op Duisburg plaats. Vanaf verschillende bases in Engeland vertrekt rond middernacht een vloot van 572 bommenwerpers om de grootste Rijnhaven en belangrijke industriestad van Duitsland te bombarderen. Ook de toestellen van het No. 50 Squadron afkomstig van RAF basis Skellingthorpe bij Lincoln (Engeland) nemen deel aan de missie. De Lancaster Mk. I met serienummer W4762 en rompcode VN-?, die op 1 mei 1943 geleverd is aan No. 50 Squadron, stijgt om 23.58 uur op van de thuisbasis. De bemanning van de Lancaster vliegt deze nacht haar 29e operatie, de op één na laatste van hun operationele tour. Daarna zullen de bemanningsleden een half jaar minder gevaarlijk werk krijgen. Voor deze vlucht hebben ze een passagier aan boord. F/O Geoffrey Douglas Priestley, een inlichtingenofficier van de RAF, wil wel eens iets uit de eerste hand meemaken. Bron: G.J. Zwanenburg, Leeuwarder Courant 22-07-1972.
Het is die nacht helder weer met aan de hemel een halve maan die om 3.20 uur onderging. Dat betekent dat het aan te vallen doel waarschijnlijk wat gemakkelijker te vinden is en ook de zogenaamde Pathfinders hun werk goed kunnen doen. De bommenwerpers vliegen over de Noordzee, via Egmond naar een punt boven Winterswijk waar de toestellen naar het zuiden afbuigen naar Duisburg. De luchtaanval veroorzaakt grote verwoestingen. Binnen drie kwartier wordt door de geallieerden 1600 ton aan bommen gedropt. Het centrum van Duisburg en het havengebied raken ernstig beschadigd. Zo'n 1600 gebouwen worden volledig verwoest en in het havengebied zinken 34 schepen. Daarnaast raken er nog zo’n zestig schepen zwaar beschadigd. Vierendertig bommenwerpers gaan tijdens de missie verloren, waarvan 21 boven Nederland. Een verlies van bijna 6%. Van de in totaal 220 bemanningsleden van de toestellen die niet op de basis terugkeren komen 189 om het leven, 29 worden krijgsgevangen gemaakt en 2 weten aan de Duitsers te ontkomen.
De Lancaster Mk. I W4762 met 8 bemanningsleden aan boord wordt op de terugweg naar de thuisbasis op 5600 meter hoogte aangevallen door nachtjager piloot Ltn. Robert Dentzel en Uffz. Rudi Dunger van 12./NJG1, vliegend in de Messerschmitt Bf 110 G-4 met rompcode G9+HZ. De nachtjager is opgestegen van vliegveld Bergen (N-H). Al in een vroeg stadium van de bombardementen op Duitsland ontdekt de Luftwaffe dat een Britse bommenwerper het beste van onderuit kan worden aangevallen. Dit in een hoek van 45° naar de achterkant, vanaf de 8-uurs positie. Hierdoor kan tijdens de klim een jager, die de boordwapens in de neus heeft, ononderbroken blijven vuren op de bommenwerper zonder zelf in het schootsveld van de boordschutter te komen. Om 01.38 uur stort de Lancaster W4762, gevlogen door P/O Francis Hindmarch Huntley, 6 km ten noord-westen van Nijkerk in het IJsselmeer. Boordwerktuigkundige Sgt. Michael Bates, navigator-bommenrichter P/O Charles William Clarke, 2e navigator F/O Geoffrey Douglas Priestley, boordschutter Sgt. Allan Stott, bommenrichter P/O Edward Hough, boordschutter Sgt. Frederick Charles Greening en radiotelegrafist/boordschutter Sgt. H.M. Ivatt zijn tijdens de crash nog in het toestel en vinden de dood. Het stoffelijk overschot van Sgt. A. Stott wordt op 27 mei 1943 door Zilvester Koelewijn, schipper van de BU 20 bij Nulde geborgen en in Bunschoten aan wal gebracht. Op 8 juni bergt de BU 6 van schipper Klaas de Graaf het lichaam van Sgt. M. Bates. Het levenloze lichaam van P/O G.D. Priestley wordt door schipper Hannes Broekhuizen van de EB 64 geborgen. Het ontzielde lichaam van P/O C.W. Clarke spoelt in juni aan. De 28-jarige sergeant Stott, de 23-jarige sergeant Bates, de 32-jarige P/O Clarke en F/O Priestley worden begraven op het Geallieerd ereveld op Rusthof in Oud Leusden (Amersfoort). P/O Huntley vindt op 25 mei zijn laatste rustplaats op het grafveld van de gesneuvelde geallieerde militairen op De Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam (69 C 7). Op 1 juni worden de lichamen van P/O Hough, Sgt. Greening hier ook begraven( 69 C 12 en 13). Sgt. H.M. Ivatt wordt vermist en zijn naam staat bijgeschreven op panel 176 op the Memorial to the Missing, Runnymede in Surrey waar Engeland de bemanningsleden van de R.A.F. herdenkt die geen 'known grave' hebben.
Een uur na de W4762 stort de Short Stirling BF523 ook bij Nijkerk in het IJsselmeer. In oktober 1971 worden aan de Slingerweg door bergingsofficier Gerrit J. Zwanenburg en zijn team onderdelen van de Lancaster W4762 geborgen, zoals de dubbele staartwielen, motoren en propellers, evenals veel stukken legering.
De W4762 is de 7e bevestigde overwinning van Ltn. Robert Dentzel. Hij schiet die nacht nog twee geallieerde toestellen uit de lucht. Dit zijn zijn laatste overwinningen. In de nacht van 25 op 26 juni 1943 wordt de Messerschmitt Bf 110G-4 met werknummer 5319 en rompcode G9 + HZ door F/O H.C. Kelsey in zijn Beaufighter van RAF No. 141 Squadon neergeschoten. De Messerschmitt stort brandend neer op de Bikkersweide ten noordoosten van Vollenhove. Het stoffelijk overschot van de 22-jarige Ltn. Robert Dentzel wordt op 350 m van de crashlocatie gevonden. Radio-operator Rudi Dunger raakt gewond, maar kan zich per parachute redden.