Arado Ar 196A-2 0059
Plaats: Zeewolde
Locatie: Spiekweg nabij Nijkerkerweg
Maker: Arado
materiaal: diveerse materialen
Jaar: 1939
Beschrijving:
Op 31 augustus 1940 verongelukte het Arado Ar 196A-2 watervliegtuig met registratienummer 0059 in het IJsselmeer. Het toestel, gevlogen door Leutnant zur See Ernst-Joachim von Kuhlberg, behoorde tot Bordfliegerstaffel 1./196 (1./B.Fl.St.196). De rompcode van Bord Fliegergruppe 196 was T3 en van Staffel 1 een H. De rompcode van de 0059 was T3+EH.
De Arado Ar 196 was een eendekker watervliegtuig dat met een katapult kon worden afgeschoten. In elke drijver was een brandstoftank van 300 liter ingebouwd. De katapultvliegtuigen van de Kriegsmarine waren bij 1./B.Fl.St.196 (1./Bo.Fl.Gr.196) ingedeeld. Alle grote Duitse oorlogsschepen waren uitgerust met één of meer Arado Ar 196 verkenningsvliegtuigen. De Arado Ar 196 werd behalve voor kustpatrouilles en verkenningsvluchten ook gebruikt voor aanvallen op vijandelijke onderzeeboten en kleine schepen. Het toestel was bewapend met een richtbaar achterwaarts vurend machinegeweer achter in de romp en een vast voorwaarts vurende mitrailleur rechtsvoor aan de zijkant van de romp die gesynchroniseerd door de propeller schoot. In iedere vleugel zat een vast voorwaarts vurend 20 mm kanon en onder de vleugels twee 50 kg bommen. Van de Arado Ar 196A-2 zijn tussen november 1939 en maart 1941 vijfentachtig toestellen gebouwd met werknummers 0032 t/m 0116.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Luftwaffe de waterbasis Schellingwoude bij Amsterdam voor het uitvoeren van gevechtstaken, maar de basis werd ook gebruikt voor opleidingsdoeleinden. Op Schellingwoude verbleven onder meer Arado Ar 196’s van de 1./B.Fl.St.196. De Ardo Ar 196A-2 0059 kon in de avond van 31 augustus 1940 niet op de waterbasis landen omdat de 22-jarige F/Lt. Arthur Richard Hugh Beauman en zijn bemanning in de torpedobommenwerper Bristol Beaufort Mk I met registratienummer L9790 en rompcode OA-G van het No. 22 Squadron een aanval uitvoerde op Schellingwoude. Vanaf februari 1940 was het 22 Squadron begonnen met trainen in aanvalstechnieken op lage hoogte voordat ze op 8 april 1940 verhuisden naar RAF North Coates toen ze met hun operaties begonnen. De toestellen van het No. 22 Squadron bleven vanaf mei aan de grond toen er problemen werden ontdekt in de Beaufort-motoren. Na een gerechtelijk onderzoek en aanpassingen aan de motoren werden de operaties op 31 augustus 1940 hervat.
De Ardo Ar 196 0059 werd tijdens de aanval op Schellingwoude beschoten door de Beaufort van F/Lt. Beauman en de vleugels raakte ernstig beschadigd. Het watervliegtuig maakte om 22.45 uur in het IJsselmeer een noodlanding, 4 mijl (6,44 km) uit de kust van Nijkerk. Lt. zS (zur See) Kuhlberg en zijn waarnemer Uffz. Scheel raakten bij de crash gewond. Sluiswachter Gerrit Kedde, die bij de sluis in de Arkervaart bij Nijkerk woonde, hoorde om hulp schreeuwen. Kedde, burgemeester Zwaantinus Bruins Slot van Nijkerk en twee Duitse soldaten hebben de bemanning met een kleine zeilboot gered. De Arado werd door de Duitsers geborgen. Begin jaren 2000 heeft de Koninklijke Luchtmacht nog twee bommen van 50 kg op de crashlocatie geborgen. Bronnen: artikel Stad Nijkerk door Jaap Vermeer; forum.12oclockhigh.net
F/Lt. Beauman en zijn bemanning worden vermist nadat zij op 5 december 1940 vanaf RAF North Coates in de Beaufort Mk.1 L9936 met nog twee andere toestellen vertrokken waren voor een zogenaamde Rover-patrouille voor de kust van Duitsland, een patrouillevlucht waarbij de vliegtuigbemanning zelf kon bepalen welke doelwitten ze aanviel. Het toestel werd boven Wilhelmshaven voor het laatst gezien.