Avro Lancaster Mk. I W4784

Avro Lancaster Mk. I W4784
Avro Lancaster Mk. I W4784

Plaats: Zeewolde

Locatie: Laakse Hoek

Maker: Metropolitan Vickers

materiaal: Diverse materialen

Jaar: 1943


Beschrijving:

Op 5 maart 1943 beginnen de geallieerden met de operatie 'Strijd om het Ruhrgebied' oftewel 'Battle of the Ruhr'. Gedurende de Tweede Wereldoorlog is het Ruhrgebied het hart van de Duitse industriële oorlogsproductie. In de nacht van 4 op 5 mei 1943 voert de RAF het eerste massale bombardement op Dortmund uit, waar kolenmijnen, staalfabrieken en chemische bedrijven gevestigd zijn. Het grootste aantal bommenwerpers dat ooit in één enkele nacht naar een enkel doel werd uitgestuurd gaat deze avond de lucht in. In totaal stijgen 596 toestellen van de verschillende bases in Engeland op, waaronder 255 Lancasters, 141 Halifaxen, 110 Wellingtons, 80 Stirlings en 10 Mosquito's. De hoofddoelen zijn de staalfabrieken van de Dortmunder Union en Hoesch AG. Bij deze aanval vallen op de gornd 693 doden en meer dan 1000 mensen raken gewond. De industrie krijgt een grote klap te verwerken.

De Duitse afluisterdienst aan het Kanaal heeft het drukke radioverkeer boven Oost-Engeland opgemerkt en daaruit haar conclusie getrokken. De bemanningen van Nachtjagdgeschwader 1 en 2 maken zich op hun bases te Leeuwarden, Bergen, Twente, Deelen, Venlo en Gilze-Rijen klaar om de vijandelijke bommenwerpers te onderscheppen. Als de bommenwerperstroom de Nederlandse kust nadert, bevinden de Duitse nachtjagers zich al in de hun toegewezen wachtruimte, wachtend op bevelen van hun Jägerleitoffiziere. 

Om 22.05 uur stijgt de Avro Lancaster Mk. I met serienummer W4784 en rompcode SR-E van het No. 101 Squadron op van RAF Holme-on-Spalding Moor in Yorkshire. Het toestel wordt gevlogen door de 24-jarige piloot Sgt. William Nicholson, die deze nacht zijn eerste missie vliegt als Captain. De overige bemanningsleden zijn de 35-jarige boordwerktuigkundige Sgt. Bernard William Squires, de 20-jarige navigator F/O Norman Ainsworth, de 20-jarige bommenrichter F/O Harold Keith Wainer, de 21-jarige radiotelegrafist/boordschutter Sgt. Geoffrey Eastwood, de 20 jarige boordschutter Sgt. Dennis William Rowley en de 19-jarige Sgt. George Brick.

Voor de Royal Air Force verloopt de luchtaanval rampzalig. Tijdens de operatie gaan 31 bommenwerpers verloren, het hoogste verliescijfer tot dan toe. Zes Lancasters van het No. 101 Squadron, de ED776, ED830, ED835, W4863, W4888 en de W4784 keren niet terug op hun basis. De Wellington W4784 van Sgt. Nicholson en zijn crew, dat door Metropolitan Vickers gebouwd is, maakt op 13 februari 1943 zijn eerste bombardementsvlucht naar Lorient. Op zijn tweede missie, het toestel heeft slecht 12 uur gevlogen, gaat het mis. Ofw. Fritz Kruse van 3./NJG1 is opgestegen van vliegveld Venlo. Omstreeks middernacht heeft hij radarcontact. Voorzichtig sluipt hij naderbij en neemt de Stirling W4784 onder vuur. Het toestel stort om 00.10 uur in het IJsselmeer neer, 1 km ten noorden van Spakenburg. De zevenkoppige bemanning komt hierbij om het leven. Hun lichamen worden niet geborgen. Hun namen staan bijgeschreven op the Memorial to the Missing, Runnymede in Surrey (Engeland) op de panelen 160, 165, 122, 130, 148, 163 en 143.

De Lancaster W4784 was de derde overwinning van de 32-jarige Ofw. Fritz Kruse die 12 dagen later zelf verongelukt door inslagvuur, nadat de linkermotor van zijn Bf 110 G-4 met werknummer 4888 en radiocode G9+BL het begaf tijdens het opstijgen van zijn thuisbasis vliegveld Venlo. Hij heeft dan 6 overwinningen op zijn naam staan.

Als Zuidelijk Flevoland in 1967-1968 droog begint te vallen komt het wrak tevoorschijn. Een artikel op 20 april 1968 in het Nieuwsblad van het Noorden opent met: "IN DE DROOGVALLENDE IJSSELMEERPOLDER Zuidelijk Flevoland hebben tegenover Spakenburg schooljongens gesold met niet geëxplodeerde brisantbommen, die daar liggen rond het boven water gekomen wrak van één van de in de jongste wereldoorlog neergestorte Amerikaanse vliegende forten."  Het artikel eindigt met: "Van het vliegend fort tegenover Spakenburg en van de Sterling tegenover Harderwijk is nog niets bekend. "En laten de mensen er nu in vredesnaam niet aankomen; al was het alleen maar uit respect voor de gevallen vliegers, die we, als ze er nog liggen, toch eerst moeten vinden en identificeren", zegt expert Zwanenburg van de Luchtmachtbergingsdienst. Waarom men niet nu al begint te bergen, nu het publiek zij het moeizaam en clandestien en met het risico op een ernstig ongeluk al bij de wrakken kan komen? Gewoon omdat er aan berging nog niet gedacht kan worden. Men zou moeten graven en er staat nog altijd een dun laagje water. Elk gaatje dat er gegraven zou worden zou meteen vol water staan. Dat is ook reden waarom men de bommen, die net onder het zand of de modder liggen, niet kan uitgraven, ook al zou men ze kunnen opsporen. Berging van de wrakken en het laten exploderen van projectielen, die onder de grond liggen, kan pas plaats hebben als de grond ontwaterd is. Als er greppels en sloten zijn gegraven en als de zon en het nog in te zaaien riet het oppervlaktewater hebben laten verdampen. Maar dat duurt nog minstens een jaar en zo lang zal het betreden van de pas drooggevallen bodem van Zuidelijk Flevoland een levensgevaarlijk avontuur zijn."