Tjalk ZA89

Tjalk ZA89

Plaats: Almere

Locatie: Brikweg, kavel ZA89

Maker:

materiaal: eikenhout

Jaar: ca. 1760


Beschrijving:

Het stadsbos Pampushout werd kort na de droogmaking van Zuidelijk Flevoland in 1968 aangelegd. Middenin het bos ligt een archeologisch monument. Bij het greppelploegen op kavel AZ89 (tegenwoordig ZA89) aan de Brikweg, werd in 1974 tijdens het graven van een greppel, met een greppelploeg, een scheepswrak aangetroffen. Datzelfde jaar werd door het Centrum voor Scheepsarcheologie in Ketelhaven een verkennend onderzoek uitgevoerd. In 1981 werd het wrak, onder toezicht van het Centrum voor Scheepsarcheologie, gedeeltelijk door de Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis (NJBG) opgegraven. Om het schip zo volledig mogelijk in kaart te brengen werden er drie proefsleuven gegraven. Na de herverkenning is het wrak ingekuild. Door het greppelploegen en uitdroging was het wrak zwaar beschadigd. Het schip had een lengte van 21 m, een breedte van 5,50 m en een diepte van 2 m. Het bleek te gaan om een tjalk, een scheepstype dat behoort tot de grote familie van tjalkachtigen. De tjalk was uitgerust met een enkele mast en getuigd met een spriettuig. Dit scheepstype werd vooral gebruikt voor het transport van bulkgoederen. Het betrof voornamelijk het vervoer van landbouwproducten, bouwmaterialen en brandstoffen. In het wrak op kavel ZA89 werd geen lading aangetroffen. Agrarische producten spoelden makkelijk uit een wrak. Aanwijzingen voor scheepswrakken met een dergelijke lading zijn dan ook zeldzaam. Tot de inventaris van de AZ89 behoorde een ploegschaar. Dat kan een aanwijzing zijn dat het schip gebruikt is voor het vervoer van landbouwproducten van Friesland naar de steden van Holland. De woonruimte van de tjalk bevond zich in het voorschip. Door de vondst van een Gelderse duit uit 1752 en enig aardewerk bij de voorsteven kon het jaar van ondergang van het schip redelijk nauwkeurig bepaald worden op ca. 1760. Getuige de vondst van drie tinnen lepels waren er tijdens de ondergang waarschijnlijk 3 mensen aan boord. 

Op 11 oktober 2011 maakte de directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de heer Cees van 't Veen, namens staatssecretaris Halbe Zijlstra van Cultuur bekend dat elf schepen binnen de grenzen van de gemeente Almere, waaronder Tjalk ZA89, aangewezen waren als archeologisch rijksmonument. Nooit eerder waren zoveel schepen tegelijk als archeologisch rijksmonument aangewezen. De in de vroegere Zuiderzee gezonken schepen zijn zo uniek en belangrijk voor de geschiedenis van Nederland dat ze voor de toekomst beschermd en bewaard moeten blijven. Een archeologisch (rijks)monument wordt in de Erfgoedwet van 1 juli 2011 als volgt gedefinieerd: "terrein dat deel uitmaakt van cultureel erfgoed vanwege de daar aanwezige overblijfselen, voorwerpen of andere sporen van menselijke aanwezigheid in het verleden, met inbegrip van die overblijfselen, voorwerpen en sporen".

Bronnen: Opgravingsdocumentatie scheepswrak ZA89; Tjalkachtigen van de Zuiderzee: Schepen en lading, 1700 – 1900, Het Flevolandschap; Wrakken verstopt in de bodem van de voormalige Zuiderzee.

Kijk voor meer informatie op MaSS