Portretreliëf ds. A.S. Talma

Portretreliëf ds. A.S. Talma
Portretreliëf ds. A.S. Talma Portretreliëf ds. A.S. Talma

Plaats: Urk

Locatie: Ankerplaats 2

Kunstenaar: Dirk Wolbers

Materiaal: brons

Jaar: 1918 / 1993


Beschrijving:

Onder de luifel, voor de hoofdingang van Talma Haven, hangt een bronzen plaquette van 80 x 70 cm die herinnert aan de naamgever van het zorgcentrum. Aritius Sybrandus (Syb) Talma is in 1864 geboren als zoon van de Hervormde predikant A.W.L. Talma. Syb Talma trad in de voetsporen van zijn vader. Na zijn schoolopleiding aan de Latijnse school in Dordrecht en het gymnasium in Rotterdam studeerde hij van 1882 tot 1887 theologie aan de Universiteit van Utrecht en werd predikant in Heinenoord (1888-1891), Vlissingen (1891-1895) en Arnhem (1895-1901). Op 20 januari 1888 trad Syb Talma in Dordrecht in het huwelijk met Margaretha van Schaardenburg. Mede door zijn schoonvader Jan Gerrit van Schaardenburg, die een rijstpelmolen in Dordrecht bezat, was hij onder de indruk gekomen van de sociale wantoestanden rond de eeuwwisseling. Terwijl veel jonge dominees zich toelegden op het schrijven van een proefschrift, verdiepte Talma zich in de positie van de arbeider. Rond 1892 werd hij lid van het protestantse arbeidersverbond Patrimonium en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), voor een hervormd predikant van de zogenaamde ethische richting een ongewone zaak. Talma zag in het christelijke geloof de basis voor het verbeteren van de onrechtvaardige positie waarin de arbeidersklasse zich bevond. Mede onder zijn invloed ontwikkelde zich binnen de christelijke arbeidersbeweging een strijdbaarder geest, wat in 1909 leidde tot de oprichting van het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). In 1901 verliet Talma zijn gemeente in Arnhem om voor de ARP als kamerlid de Tweede Kamer in te gaan. Het ministerie van Landbouw, Handel en Nijverheid viel hem ten deel in het confessionele kabinet-Heemskerk (1908-1913). Voor Talma was een collectieve verzekeringsplicht voor arbeiders een cruciaal onderdeel van zijn ideaalbeeld van sociale wetgeving. Arbeiders moesten loskomen van armenzorg, kerkelijke diaconie, maar ook staatshulp. Door zijn toedoen haalden diverse arbeidswetten en omstreden sociale verzekeringswetten het Staatsblad. In 1913 nam de Kamer de Invaliditeitswet van minister Talma aan, waarin voor 70-jarige arbeiders een kosteloos ouderdomspensioen van 2 gulden per week werd opgenomen. 

Na de verkiezingsnederlaag van de ARP in 1913 trad Talma uit de politiek en vatte zijn oude beroep van predikant weer op. Op 19 juli 1914 deed ds. Talma zijn intrede bij de hervormde gemeente in Bennebroek. Zijn gezondheidstoestand noodzaakte hem in april 1916 zijn werk neer te leggen. Nog geen 3,5 maand later overleed Syb Talma op 12 juli in het Haarlemse Diaconessenhuis aan hartproblemen, slechts 52 jaar oud. Dominee Talma, de grondlegger van de sociale wetgeving in Nederland, werd op 15 juli in Bennebroek begraven. Al snel na het overlijden van ds. Talma rees in de kringen van Patrimonium en het CNV de gedachte om ter nagedachtenis van hun leidsman en vriend een monument op het graf te plaatsen. Er werd een comité opgericht, onder voorzitterschap van Pieter van Vliet jr., de voorzitter van Patrimonium. Het comité ontving van alle kanten giften. Als spoedig kreeg het comité van beeldhouwer Dirk Wolbers uit Den Haag en architect Jos de Jonge uit Rotterdam een verzoek om het ontwerp te mogen maken. Na enige wijzigingen in het ontwerp werd de opdracht voor het maken van het monument aan Dirk Wolbers verleend. Het monument werd bekostigd uit een inzameling waarvan de maximum bijdrage een kwartje was. In de wijze van inzameling zowel als in het monument kwam de grote dankbaarheid tot uitdrukking, die onder de arbeiders voor Talma leefde. Door de Eerste Wereldoorlog werd de uitvoering vertraagd en kon pas in juli 1918 met het plaatsen van het monumen begonnen worden. Op 26 oktober 1918 werd het monumentale gedenkteken onthuld en overgedragen aan de familie Talma. Twee zandstenen beelden van een knielende jonge- en oude arbeider, die bij de restauratie in 1949 vervangen zijn door bronzen exemplaren, vormen de overgang tussen het liggende en staande gedeelte van het grafmonument. De twee mannen zitten voor een 2,35 m hoge grafzerk met een driehoekige punt. Bovenaan staat in kapitale letters de tekst: DE GEDACHTENIS DES RECHTVAARDIGEN ZAL TOT ZEGENINGEN ZIJN. Daaronder bevindt zich een rechthoekige, bronzen plaquette met in het midden een en profil en naar links kijkend portret van de predikant en politicus Syb Talma. Onder het portretmedaillon staat in reliëf het opschrift: 

DS. A.S. TALMA
GEBOREN TE ANGEREN 17 FEBRUARI 1864
OVERLEDEN TE BENNEBROEK 12 JULI 1916
PREDIKANT BIJ DE N.H. GEMEENTE TE
HEINENOORD, VLISSINGEN, ARNHEM EN
BENNEBROEK - LID DER TWEEDE KAMER
EN VAN 1908 TOT 1913 MINISTER VAN
LANDBOUW, NIJVERHEID EN HANDEL

Voor het reliëf heeft Dirk Wolbers een model van was geboetseerd. Bij de bronsgieter werd van dit model vervolgens een gietvorm uit gips, chamotte, of een mengsel daarvan, opgebouwd. Daarna werd de vorm verhit waardoor het wasmodel wegsmolt en een holte overbleef. Daarin werd het vloeibare brons gegoten. Na afkoeling is het bronsreliëf gereinigd en gepatineerd. Rechts boven het portretmedaillon staat de signatuur DW 18, het monogram van Dirk Wolbers en het jaartal 1918. De plaquette bij Talma Haven draagt in de rechter bovenhoek dezelfde signatuur en hetzelfde jaartal en ook het portret en de tekst zijn identiek. Het reliëf is een bronzen afgietsel van de plaquette van het grafmonument in Bennebroek.

Door het verzekerde pensioenstelsel ontstonden overal ‘rustoorden’ voor ouderen, nu die niet meer aangewezen waren op de armenhuizen. Op 30 augustus 1928 werd in Veenwouden de ‘Christelijke Vereeniging tot verzorging van Ouden van Dagen, Talma Rustoorden’ opgericht met als doel huisvesting, voeding en verzorging van hulpbehoevende ouderen. Datzelfde jaar werd in de geest van wijlen minister Talma in Veenwouden het eerste Talma Rustoord opgezet. Daarna zijn er verzorgingstehuizen geopend in Damwoude (1929), Apeldoorn (1933), Baarn (1936) en Urk (1964). Kocht de vereniging voor de oorlog landhuizen om ze als rusthuis te gebruiken, de na-oorlogse tijd kenmerkt zicht door nieuwbouw. Naast rustoorden richtte Talma Rustoorden ook een tweetal verpleeghuizen op in Veenwouden en Emmeloord. In 1993 werden de Talma-huizen verzelfstandigd. Als herinnering aan de oorsprong van de instellingen kregen de verpleeg- en verzorgingstehuizen in Veenwouden, Balk, Urk, Emmeloord en Apeldoorn deze plaquette van ds. A.S. Talma aangeboden voor in de ontvangsthal. De naam 'Talma Rustoorden' is inmiddels gewijzigd in Stichting Talma Zorginstellingen. Aan de Stichting zijn zeven verpleeg-/verzorgingshuizen verbonden, waaronder Talma Haven. Bron: A.S. Talma Stichting.

In mei 1993 werd gevierd dat het 25 jaar geleden was dat de stichting Rustoorden Talma Urk het eerste verzorgingshuis op Urk opende. Ter gelegenheid van dit feit maakte de kunstenaar Geert Weerstand het mozaïekwerk 'Urker Hoekje' dat in de hal van Talma Haven hangt. Aan het begin van de feestweek werd voor Talma Haven een anker onthuld, dat gemaakt is van Amsterdammertjes.

Kunstenaar

Dirk Johannes Wolbers, geboren op 10 januari 1890 in Haarlem, was de zoon van architect Johannes (Jan) Wolbers (1858-1932), die hem in de praktijk opleidde. De kunstschilder Herman Gerard Wolbers (1856-1926) was zijn grootvader. In 1903 ging Dirk samen met zijn broer Johannes in het Belgische Mons in de leer bij Léon Gobert (1869-1935), beeldhouwer en docent aan de Académie des Beaux-Arts van Mons, waar hij zijn eerste beeldhouwlessen kreeg. Van 1905 tot 1907 kreeg hij les aan de Tekenschool voor de werkende stand in Amsterdam. Op 17 jarige leeftijd deed Dirk Wolbers toelatingsexamen voor de Rijksacademie van beeldende Kunsten in Amsterdam waar hij twee jaar studeerde bij Bart van Hove. Vervolgens vertrok hij weer naar België om gedurende een jaar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel bij Charles van der Stappen zijn opleiding te voltooien. In 1911 won Wolders de derde prijs bij de ‘Prix de Rome’. Na zijn militaire dienstplicht te hebben vervuld vestigde Dirk Wolbers zich in 1916 als beeldhouwer in Den Haag. Voor de Tweede Wereldoorlog vervulde hij een aantal bestuursfuncties, o.a. als penningmeester van ‘Pulchri Studio’(1933-1942) en als voorzitter van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers (1938-1942).

Dirk Wolbers was tekenaar, beeldhouwer en medailleur. Hij werkte in steen en brons. Zijn voornaamste beeldhouwwerken zijn het grafmonument van ds. A.S. Talma (1918) in Bennebroek, zeven grote figuren (1920) voor het Rotterdamse Stadhuis aan de Coolsingel dat op 14 mei 1940 gebombardeerd is, het Watersnoodmonument (1922) - ter nagedachtenis van de watersnoodramp in 1906 - in Tasdijk (Kloosterzande), de granieten beeldengroep 'Veilig in 't Verkeer' (1937) op de Conradbrug in Den Haag, het Oorlogsmonument in Zeist (1946), beeldengroep voor het oorlogsmonument (1950) in Vlaardingen, beeld van Maria de La Quellerie - vrouw van Jan van Riebeeck - (1952) in de Zuid-Afrikaanse stad Kaapstad dat gemaakt is naar een portret uit het Rijksmuseum en het Verzetsmonument (1953) in Deventer. Daarnaast heeft hij kleinplastiek, portretten en penningen gemaakt, o.a. in 1929 in opdracht van de Ned. Ver. Voor Penningkunst een penning tergelegenheid van de tot standkoming van de radiotelegrafische verbinding Holland-Indië. In 1938 ontwierp Wolbers voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken een penning die echter nooit is toegepast. Na de Tweede Wereldoorlog vroeg de Nederlandsche Vereeniging voor luchtbescherming het ontwerp te mogen gebruiken als herinneringsmedaille 1940-1945. De minister gaf zijn goedkeuring. Het ontwerp werd aangepast. De penning met een diameter van 21 mm werd in 1952 geslagen bij 's Rijks Munt. In 1952 ontwierp Wolbers in opdracht van het gemeentebestuur van Den Haag een penning in verband met de toekenning van het ereburgerschap aan staatsman dr. Willem Drees. Op alle penningen is de signatuur DW in de vorm van een monogram terug te vinden.

Dirk Wolbers is op 22 september 1957 als gevolg van een verkeersongeval bij Voorschoten op 67-jarige leeftijd dodelijk verongelukt. Wolbers kwam frontaal in botsing met een vrachtauto. Zijn 62-jarige echtgenote, die bij hem in de auto zat, werd zwaar gewond overgebracht naar het Academisch Ziekenhuis in Leiden.