Stichtingssteen Van Alphenstichting
Plaats: Urk
Locatie: Wijk 2-2
Maker:
materiaal: natuursteen
Jaar: 1881
Beschrijving:
Tegen de gevel van museum Het Oude Raadhuis staat een steen die herinnert aan de Van Alphenstichting. In de 19e eeuw hadden oude vissers, maar ook vissersweduwen, het niet altijd gemakkelijk. De kerk kon slechts iets ter ondersteuning doen. Daarom werd er een commissie in het leven geroepen die tot doel had een fonds of een inrichting te stichten voor hulpbehoevende oude vissers van boven de 70 jaar. De inkomsten zouden gezocht worden uit giften en vrijwillige vaste bijdragen. In 1870 was het fonds een feit.
In 1873 hadden Urker jongens kwikzilver op het strand van Urk gevonden wat naar 'de vaste wal' was gestuurd. Daarop kwamen enkele heren naar het eiland om een nader onderzoek naar het kwik te doen. Onder hen was het liberale Tweede Kamerlid Jhr. Mr. Daniël François van Alphen (1813-1890), die bijzondere sympathie voor het eiland en zijn bewoners kreeg. Hij bezocht het eiland meerdere malen en werd erevoorzitter van voornoemde commissie. Door zijn geldelijke steun aan- en krachtige medewerking in de commissie kon in 1881 op het plein bij de Bethelkerk de naar hem genoemde 'Van Alphenstichting' worden gebouwd. In april 1882 schonken koning Willem III en koningin Emma ieder een bedrag van ƒ 100,- aan de Van Alphenstichting.
De visserswoningen waren destijd erg klein en het lokaal, dat 'het oudemannenhuis' genoemd werd, bood de oude vissers tegen een kleine vergoeding een plaats om netten te boeten en te herstellen. Zo konden ze ook nog wat verdienen. Omdat Urk destijds een groot tekort aan vergaderruimte had, werd het gebouw voor vele doeleinden gebruikt. Vissers- en jeugdverenigingen hielden er hun vergaderingen. Ook vonden er vanuit 'het oude mannenhuis' begrafenissen plaats. Begraven worden vanuit de Bethelkerk was een privilege voor bijzondere personen en gevallen. Toen in 1892 een tyfusepidemie uitbrak werd het lokaal een tijdlang een soort ziekenhuis. En dat gold ook in 1918 toen de Spaanse griep uitbrak.
Voornamelijk in de winter bood de Van Alphenstichting hulp in de vorm van geld, levensmiddelen en brandstof. De stichting voorzag lang in een behoefte. Na de afsluiting van de Zuiderzee veranderde de toestand in de visserij. De haring- en ansjovisnetten, die de ouderen zomer en winter werk verschaften, werden onbruikbaar en waardeloos. Het fonds, door de stichting gesticht en oorspronkelijk bestemd voor de verzorging van de oude vissers, was ontoereikend. In het voorjaar van 1941 werd het laatste restant aan ruim 80 vissers boven de 70 uitgekeerd. De laatste dertig jaar werd de Van Alphenstichting bestuurd door de heren K.K.Koffeman, W.P. Nentjes, F.G. Post en J.K. Koffeman, die allemaal zoons waren van de oorspronkelijke oprichters.
De Bethelkerk nam het pand van de Van Alphenstichting voor ƒ 4000,- over en maakte er een Gereformeerd Jeugdgebouw van. Alleen de gevelsteen in de zuidgevel herinnerde aan de Van Alphenstichting. Bij de sloop van het gebouw werd de stichtingssteen gespaard en door de kerk aan museum Het Oude Raadhuis gegeven. In de steen is de volgende tekst gehouwen:
Het raadsel van het kwikzilver dat Urker jongens in 1873 op het strand van Urk hadden gevonden werd opgelost door professor Pieter Harting (1812-1885). Hij schreef: "De heer P. TENBOSCH, kommandant der Urania, het bekende oefeningsvaartuig der adelborsten, deelt mij namelijk daaromtrent het volgende mede. In 1873 hebben wij, juist op de plaats waar de kwik wordt opgegeven gevonden te zijn, observatien met den artificieelen kwikhorizon gedaan. Tot oefening der adelborsten zes van die horizonten gebruikt hebbende, kan er heel wat kwik gemorst of bij ongeluk gestort zijn. Zij, die op het eerste bericht reeds gedroomd hebben van een kwikzilvermijn op Urk, zullen wellicht deze eenvoudige oplossing met eenige teleurstelling ontvangen".