U bent hier:: Home > Cultureel Erfgoed > Oostelijk Flevoland > Gemalen, sluizen en stuwen > Kampersluis
« Vorige : Aa-A : Ba-Bor : Bou-Co : Cu-Expressie : Expressio-Geometrie : Geometris-Half : Hall-Kl : Ko-Mar : Mas-Non-figura : Non-figura-Pl : Po-R : Sa-Spe : Spi-S : T-Vl : Vo-Z : Volgende »
- baggerbeugel
- Een baggerbeugel is een ijzeren ring met een net aan een lange houten steel.
- baksteenreliëf
- Een baksteen reliëf is een reliëf in baksteen. Er zijn twee varianten: Er wordt gebruik gemaakt van voorgevormde bakstenen. Bij het vervaardigen van voorgevormde bakstenen moet rekening gehouden worden met het krimpen tijdens het bakproces. Bij de tweede mogelijkheid wordt er gebruik gemaakt van standaardbakstenen die door het combineren van verschillende metselverbanden tot een reliëf worden samengevoegd.
- balustrade-orgel
- Een balustrade-orgel is een orgel dat in zijn geheel aan de voorzijde van de orgelbalkon staat, zodanig dat de balustrade aan weerszijden tegen de zijkant van het orgel aansluit.
- bas-reliëf
- Bas-reliëf of laag-reliëf is een reliëf waarbij de voorstelling nauwelijks uit de ondergrond steekt. Bas-reliëf is het tegengestelde van haut-reliëf (hoog-reliëf) waarbij relatief veel hoogte verschil is.
- basalt
- Basalt is een vulkanisch uitvloeiingsgesteente en wordt gevormd door de stolling van lava. Basalt is meestal zwart van kleur en bestaat uit kleine kristallen. De krimp die optreedt bij de stolling leidt tot typische vijfhoekige zuilen. Door de vorm zijn basaltzuilen als een puzzel in te passen en door onregelmatigheden langs de zuil ontstaat een sterk onderling verband. Basalt is het materiaal waarmee de Afsluitdijk en de dijken rond de Flevopolders zijn aangelegd.
- basiliek
- Het Nederlandse woord basiliek is afgeleid van het Latijnse woord basilica, dat op zijn beurt weer is afgeleid van het Griekse basilikè (Βασιλικής) dat koningszaal betekent. In de klassieke oudheid was een basiliek een openbaar gebouw dat gebruikt kon worden voor allerlei doeleinden: markthal, bankgebouw, beurs, rechtszaal. De basilica was een grote rechthoekige hal. Doorgaans was het een drieschepig gebouw, waarbij het middenschip, dat door zuilen van de zijbeuken was gescheiden, hoger was. Het uitstekende gedeelte had grote vensters waardoor daglicht kon binnenvallen. De basilica had meestal aan één van de korte kanten een halfronde uitbouw, de apsis. De ingang lag doorgaans aan de andere korte kant en had vaak een voorhal. In de 18e eeuw wordt basilica een eretitel voor kerken.
- beeld
- Een beeld is een object in de ruimte en het product van een beeldhouwer. Het is een driedimensionale voorstelling die je van verschillende kanten kunt bekijken. Het wordt ook wel plastiek of sculptuur genoemd.
- Beeldende Kunstenaars Regeling
- Door de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw hadden ook kunstenaars het erg moeilijk om het hoofd boven water te houden. Omdat de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hen niet tegemoet kon komen ontwikkelde hij met de minister van Sociale Zaken een sociaal beleid. Hij deed dat in 1935 door het Voorzieningsfonds voor Kunstenaars in het leven te roepen. Na de Tweede Wereldoorlog startte onder zijn verantwoordelijkheid de Contraprestatie (1949) en de Beeldende Kunstenaars Regeling (1956). De BKR was tot 1 januari 1987 een regeling waarbij gemeenten werk aankochten of opdrachten verstrekten aan beeldend kunstenaars die over onvoldoende inkomsten beschikten. De uitvoering van de regeling werd op vrijwillige basis door de gemeente gedaan, die 75% van de kosten bij het ministerie van Sociale Zaken konden declareren. Als tegenprestatie voor het budget kreeg het Rijk een deel van de kunstwerken. De gemeenten stelden aankoopcommissies samen die beoordeelden of een kunstenaar op basis van zijn inkomen voor de regeling in aanmerking kwam. Vervolgens bekeken zij welk kunstwerk aangekocht zou kunnen worden en voor welke prijs. De BKR was vooral bedoeld als steuntje in de rug, zodat kunstenaars op den duur zelfstandig konden werken. In principe bedroeg de tijd dat een beeldend kunstenaar van de BKR gebruik kon maken 13 weken of ten hoogste 26 weken. Daarna konden de kunstenaars een nieuwe aanvraag indienen, wanneer hij/zij opnieuw over te geringe eigen inkomsten beschikten of zouden gaan beschikken. In Nederland verrezen overal abstracte monumentale objecten waarin constructivistische tendensen kenmerkend zijn. Het materiaalgebruik zoals koel staal en moderne kunststoffen sluit aan bij de tijdgeest uit die jaren. Geheel in de sfeer van de jaren zestig en zeventig veranderde de BKR van een steunmaatregel in een verworven recht. Kon je aanvankelijk een paar weken in de contraprestatie, later was het mogelijk er jarenlang in te zitten. En steeds meer kunstenaars kwamen door de ballotage. Voortdurend probeerde het ministerie de regels aan te scherpen, maar iedere wijziging werd door de kunstenaars zwaar bevochten. In de jaren tachtig besloot het kabinet Lubbers de BKR stapsgewijs af te bouwen. In de loop der jaren hebben een kleine 6000 kunstenaars gebruikgemaakt van de regeling, sommigen maar kort, anderen jarenlang. Onder hen ook grote namen: Armando, Jan Wolkers, Constant en Marlene Dumas. In de Rijkscollectie zitten vijf werken die Karel Appel maakte in de BKR. De kunstenaar zou later glashard ontkennen dat hij er ooit in had gezeten. Toen de BKR-regeling in 1987 ten einde kwam had het rijk 221.000 kunstwerken in bezit. De gemeenten bezaten toen samen zo’n 300.000 werken. Met de afschaffing van de BKR en de verhuizing van het departement Cultuur van het ministerie van WVC naar het ministerie van OCW in 1994 kwam er ook definitief een einde aan de opvatting dat kunst een onderdeel/instrument was van het welzijnsbeleid. Kunst werd weer onderdeel van het cultuurbeleid.
- beeldhouwen
- Beeldhouwen is een ambachtelijke manier van vormgeven, waarbij grote en kleine delen van het materiaal worden weggehakt, -gestoken, -gesneden of -gegutst. Dit wordt ook wel een verspanende techniek genoemd, omdat wat je weghaalt definitief is. Bij beeldhouwen ontstaat een ruimtelijk beeld.
- beeldhouwer
- Een beeldhouwer is een kunstenaar die met hamer en beitel uit steen, hout enz. een driedimensionale voorstelling hakt. Het woord beeldhouwer moet je in de kunst niet altijd letterlijk nemen. Behalve door beeldhouwen kan een driedimensionaal beeld ontstaan door boetseren, construeren of formeren. De 19e eeuwse beeldhouwer ontwierp een beeld, maar voerde het niet zelf uit. De beeldhouwer maakte het ontwerp op ware grootte in klei of gips en liet het uithakken in steen of bij een bronsgieterij afmaken. Rond het einde van de 19e eeuw werd de (steen)beeldhouwer weer de uitvoerder van zijn eigen werk. Volgens Middeleeuws voorbeeld werkte de beeldhouwer 'en taille directe'.
- beeldhouwwerk
- Een beeldhouwwerk is een algemene term voor een driedimensionale voorstelling. De voorstelling kan een vrijstaandbeeld zijn of een reliëf.
- beiaardier
- Een beiaardier is iemand die een beiaard of carillon bespeelt. Het beroep ontstond in de 15e eeuw, toen men het uurwerk had uitgevonden. Om de mensen attent te maken op de tijdklok in de toren, werd voor ieder uur een riedeltje op de klokken gespeeld. Dit riedeltje groeide uit tot een melodie en de man die zich daarmee bezighield, noemde men een beiaardier. De beiaardier voorziet de speelautomaat van een carillon regelmatig van nieuwe melodieën.
- Belgisch hardsteen
- Belgisch hardsteen is miljoenen jaren oud en wordt gewonnen in de Aardennen. Belgisch hardsteen is een zandsteen die ook wel Blauwsteen of Arduin genoemd wordt vanwege de blauwgrijze kleur die de steen heeft. Het zogenaamde afzettingsgesteente heeft de eigenschap dat er relatief veel fossielen in voorkomen die zichtbaar zijn als lichte vlekken, maar soms ook goed herkenbaar zijn.
- Bentheimer zandsteen
- Bentheimer zandsteen is een zuivere en relatief stevig zandsteen, een sedimentair- of afzettings gesteente dat voornamelijk uit zandkorrels bestaat. De formatie waartoe de Bentheimer zandsteen behoort komt bij Bentheim en Gildenhaus aan de oppervlakte. De steen wordt dan ook naar beide plaatsen genoemd. De wording van de formatie vond plaats in de Krijtperiode. Ruim 100 miljoen jaar geleden liep in het gebied een grillige kustlijn van een binnenzee. Door getijden stromingen zijn er dikke zandlagen achter gebleven. Na verschuivingen van de aardlagen, weerstonden de hardste en kalkrijkste delen de verwering het langst en bleven als heuvels in het landschap achter. De Bentheimer zandsteen werd vroeger met de hand gedolven, een zware en tijdrovende bezigheid. De steenhouwers werden meestal per stuk betaald. Om de productie bij te houden, en voor de kwaliteitscontrole, brachten ze na voltooiing van het werk een steenhouwersmerk aan.
- betekenis
- Een kunstenaar wil met het beeld dat hij maakt je iets vertellen. Het beeld en de vormen waaruit het is opgebouwd hebben een betekenis. Door bepaalde vormen en vormaspecten toe te passen benadrukt of verandert hij de betekenis. Door goed te kijken (beschouwen) kun je achter de betekenis komen.
- beton
- Beton werd al in de antieke oudheid gebruikt (Colloseum), maar daarna is het materiaal in de vergetelheid geraakt. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw is het een nieuw materiaal om mee te werken. Het is goedkoop, sterk en je kan er groot mee werken, je kan het in een mal gieten en erin hakken en vijlen als het uitgehard is. Beton bestaat uit water, cement, zand en grind die in een betonmolen gemengd worden. Aan dit vloeibare beton worden hulpmiddelen toegevoegd die het mogelijk maken ongewone plastische vormen te gieten. Door de samenstelling van de specie te veranderen ontstaan wisselende structuren en oppervlakken. Beton is in wederopbouwperiode veel in de beeldhouwkunst gebruikt door de relatief lage prijs van het materiaal en veel kunstenaars gingen ermee experimenteren. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw krijgt ook het bouwen in beton langzaam de overhand.
- betonreliëf
- Een betonreliëf kan zowel los als met de rest van de wand worden gegoten. Voor los gegoten reliëfs wordt het beton in een gipsen mal van het kunstwerk gestort, die na het uitharden wordt verwijderd. Daarna wordt het aan de wand bevestigd. Voor reliëfs die tegelijk met de wand worden gegoten, wordt het negatieve gietmodel direct opgenomen in de gehele bekisting. Verschillende plaatmaterialen of ruw hout kunnen worden gebruikt om bepaalde effecten te bereiken. Na het verwijderen van de mal of bekisting worden eventuele gietnaden en -fouten weggevijld of -geslepen. Gietbellen en ongewenste holtes worden opgevuld. Het betonreliëf, een in Nederland nieuwe techniek, werd daardoor een kenmerkende monumentale kunstvorm voor de wederopbouwperiode.
- betonskelet
- Bij een betonskelet is de constructie (het skelet) gemaakt van beton. Bij skeletbouw worden eerst de dragende en steunende onderdelen geconstrueerd. De muren e.d. hoeven niets te dragen en kunnen van licht materiaal zijn, dat later wordt aangebracht.
- beurtschepen
- In de Nederlanden vond het transport van mensen en goederen eeuwenlang over water plaats. De Zuiderzee speelde bij dit transport een belangrijke rol. De beurtschepen onderhielden verbindingen tussen de oostwal en westwal van de Zuiderzee. Bij beurtvaart voer men op gezette tijden tussen bestemmingen op en neer. Beurtvaart kan dus vergeleken worden met een lijndienst. De beurtvaart was, in tegenstelling tot de wilde vaart, gebonden aan allerlei regels.
- bodemprofiel
- Een bodemprofiel is het beeld van de verticale opeenvolging van alle bodemlagen in een boorpunt of een waarnemingspunt. Kenmerkend voor de Flevolandse bodem is de schelpenlaag die de overgang van het zoete Aelmere naar de zoute Zuiderzee aangeeft. Deze schelpenlaag is rond 1600 ontstaan. Schelpdieren die alleen in zoet water konden overleven, stierven massaal door de verzilting van het water. Schepen die worden bedekt door deze schelpenlaag zijn dus voor 1600 vergaan. Schepen die in of bovenop de schelpenlaag worden aangetroffen zijn na 1600 vergaan.
- boeg
- De boeg is de voorsteven van een schip.
- boetseren
- Bij boetseren of modelleren wordt plastisch materiaal (meestal klei of boetseerwas) bewerkt door te kneden in te drukken, uit te rekken of te buigen. Ook kan er op één plaats materiaal weggehaald worden, dat op een andere plaats weer wordt toegevoegd. Het materiaal geeft de maker een grote vrijheid, ook al moet groot werk vaak inwendig gewapend worden door middel van een soort geraamte, het materiaal wordt daar omheen aangebracht. De belangrijkste gereedschappen die de kunstenaar gebruikt zijn naast zijn handen, mirettes, spatels en plamuurmessen. Een beeld van was, klei of gips kan door middel van gieten, bijv. in brons, duurzaam gemaakt worden.
- boezemschop
- Een boezemschop is een houten schop met aan 3 zijden verhoogde randen, waarmee zeer vochtige modder uit de baggerbak kan worden geschept en verdeeld.
- bomen
- Bomen betekent dat de modderman het uiteinde van een stevige lange stok, de boom, in de bodem plantten en dan werd duwend naar de achterkant gelopen waardoor de schouw naar voren bewoog. Aan weerszijden van de binnenkant van de romp konden daarvoor speciale loopplanken worden gelegd.
- borstbeeld
- Een borstbeeld of buste is een beeldhouwwerk dat enkel het hoofd, de borst en de schouders toont.