Houtribsluizen

Houtribsluizen
Houtribsluizen Houtribsluizen Houtribsluizen Houtribsluizen Houtribsluizen Houtribsluizen Houtribsluizen Houtribsluizen

Plaats: Lelystad

Locatie: Markerwaarddijk

Architect: Piet Verhave

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1975


Beschrijving:

In 1954 kondigde minister Algera aan dat in 1956 zou worden begonnen met de waterbouwkundige werken voor de Markerwaard. Op de begroting van het Zuiderzeefonds voor 1956 was 2,5 miljoen gulden uitgetrokken, om te kunnen beginnen met de bouwput voor de Houtribsluizen bij Lelystad en een werkhaven en een bouwput bij Enkhuizen. De Markerwaard had voorrang gekregen voor Zuidelijk Flevoland. De polder zou in elf jaar worden drooggelegd, dus niet in negen jaar, zoals aanvankelijk was gedacht. Op 23 oktober 1957 werd ten westen van Lelystad de dijk voor de werkput voor de Houtribsluizen gesloten. Nadat Oostelijk Flevoland was drooggevallen veranderde de plannen. In een periode van bestedingsbeperking vond de regering het goedkoper om eerste Zuidelijk Flevoland in plaats van de Markerwaard in te polderen. De werkzaamheden aan de dijk tussen Lelystad en Enkhuizen werden echter wel voortgezet. Omdat Flevoland grotendeels lage dijken heeft, moest de Houtribdijk gebouwd worden, zelfs al zou er helemaal geen Markerwaard komen. Door toeleveringsmoeilijkheden van de buitenlandse elektronische bewegingsapparatuur liep de bouw van het sluiscomplex vertraging op. Toen baggermaatsehappij Adriaan Volker aan de laatste 700 m van de dijk begon, verdween de doorvaart en moest de scheepvaart gebruik gaan maken van het sluizencomplex bij Enkhuizen en bij Lelystad. Alhoewel de Houtribsluizen nog niet helemaal klaar waren konden op 28 juli 1975 de eerste schepen geschut worden. Nadat het laatste gat in de dijk op 4 september 1975 gedicht was opende minister Westerterp van Verkeer en Waterstaat de Houtribsluizen officieel. Landdrost Han Lammers bepaalde in 1977 dat de dijk de naam Markerwaarddijk kreeg. 

De Houtribsluizen zijn gebouwd naar een ontwerp van architect Piet Verhave van architectenbureau Verhave, Luyt, De Iongh & Slikker. Het sluizencomplex ligt in de Houtribdijk die het IJsselmeer van het Markermeer scheidt. Het complex bestaat uit twee schutsluizen en een spuisluis. De schutsluizen zijn elk 190 meter lang en 18 meter breed. Zij zijn geschikt voor schepen tot 5.000 ton, en voor tweebaks duwvaart. Omdat bij de Houtribsluizen het verval zo klein is dat het hoog- en laagniveau weleens omgekeerd kan zijn, zijn de puntdeuren van de sluiskolken dubbel uitgevoerd, dus vier paar deuren per kolk in plaats van de gebruikelijke twee paar. De deuren zijn van staal en wegen circa 30 ton (30.000 kg). In gesloten toestand steunen de twee 10 m hoge deuren tegen elkaar en vormen samen een punt. Bij een sluis met twee deurstellen draaien de tegenover elkaar opgestelde deuren naar dezelfde kant open in de richting van het hoogste waterpeil. In de sluiskolken van de Houtribsluizen draaien de binneste deuren richting de kolk en de buitenste deuren naar het buitenwater. 

De spuisluis bestaat uit 6 stalen hefdeuren en 7 heftorens. De betonnen heftorens, twee aan elk onderdeel, bestaan uit een gesloten buitenwand en een open binnenwand. Tussen de torens is een trap opgesteld die voert naar de machine ruimte in het bovenste gedeelte van de torens. Op deze hoogte zijn de torens gekoppeld, zodat er één machineruimte is ontstaan. De 6 sluizen zijn samen in staat maximaal 630 kubieke meter per seconde te spuien. Een spuisluis heeft doorgaans één paar smalle deuren, in tegenstelling tot een schutsluis, die op zijn minst twee paar bredere deuren heeft.

De schutsluizen, de spuisluis en de aangrenzende en tussenliggende terreinen zijn overbrugd voor het verkeer. De vaste overspanning bestaat uit een draagconstructie van vrij opgelegde, door dwarsliggers gekoppelde liggers van voorgespannen beton met een samenwerkend brugdek van gewapend beton als druklaag. Over de sluizen ligt een beweegbare brug omdat een onbeperkte doorvaarhoogte noodzakelijk is. De beweegbare bruggen liggen ongeveer zeven meter boven de gemiddelde waterstand en zijn basculebruggen. Een basculebrug is een beweegbare brug waarvan het brugdek open en dicht gaat door zich te draaien om een horizontale as. De basculekelder is aangebouwd aan de kolkwand, de zijkant van de sluiswand. Bediening van sluizen en bruggen gebeurt 24 uur per dag vanuit het hoge centraal geplaatste bedieningshuis.

In de periode van 2010 tot 2012 is het sluiscomplex grondig gerenoveerd. De kolken werden drooggezet en vervolgens zijn de sluisdeuren geconserveerd, werd het beton gerepareerd en technische installaties vervangen. Ook de torens van het spuicomplex en de onderkant van de beweegbare bruggen werden geconserveerd. Het opknappen was nodig om ervoor te zorgen dat de scheepvaart ook in de toekomst vlot door kan blijven varen. Rijkswaterstaat had de werkzaamheden uitbesteed aan de aannemer GMB Civiel BV voor een bedrag van € 600.000,-.

De Houtribsluizen zijn cultuurhistorisch van belang, omdat het samen met de Markerwaarddijk de enige fysieke uitdrukking vormt van het oorspronkelijke idee ook de Markerwaard in te polderen. Architectuurhistorisch zijn de Houtribsluizen van belang vanwege de sterke ritmiek en plastische beeldvorming van de hijstorens. De ensemblewaarde en stedenbouwkundige betekenis van het complex wordt bepaald doordat de sluizen de entree van Lelystad markeren vanuit Enkhuizen. Dit effect wordt versterkt door de 176 meter hoge straaltoren die naast het complex staat.

Architect

Pieter Verhave is op 23 januari 1906 in Amsterdam geboren. Hij heeft in Amsterdam de MTS gevolgd. In 1935 trad hij in dienst bij het bureau van architect  Dirk Roosenburg. In 1946 werd Verhave samen met Jaap Luyt compagnon van Roosenburg en kreeg het bureau de naam architectenbureau Roosenburg, Verhave, Luyt. Verhave was een zakenman, sterk in onderhandelen met opdrachtgevers en in het deelnemen aan tijdrovende bouwvergaderingen, waardoor Roosenburg zijn handen vrij kreeg voor andere bezigheden. Naarmate Roosenburg ouder werd en zich meer terugtrok uit het bureau kregen zijn partners meer verantwoordelijkheid. Na het vertrek van Dirk Roosenburg in 1957 ging het architectenbureau verder onder de naam Verhave-Luyt-De Iongh. Onder Verhave's bezielende leiding groeide het kantoor in twintig jaar uit tot een bureau van zo'n zestig medewerkers en vestigde zich in een eigen pand aan de Bankastraat in Den Haag. Verhave ontwierp onder meer het Philips Hoofdkantoor in Eindhoven en de Houtribsluizen bij Lelystad.

Op zij 70e verjaardag verliet Verhave het architectectenbureau, maar bleef tot zijn 80e actief als adviseur van het bureau. Piet Verhave overleed op 15 januari 1991, acht dagen voor zijn 85e verjaardag.