U bent hier:: Home > Cultureel Erfgoed > Oostelijk Flevoland > Gemalen, sluizen en stuwen > Kampersluis
« Vorige : Aa-A : Ba-Bor : Bou-Co : Cu-Expressie : Expressio-Geometrie : Geometris-Half : Hall-Kl : Ko-Mar : Mas-Non-figura : Non-figura-Pl : Po-R : Sa-Spe : Spi-S : T-Vl : Vo-Z : Volgende »
- non-figuratieve
- Non-figuratieve kunst heeft geen herkenbare voorstelling. Non is het Latijnse woord voor niet. Bij een non-figuratieve sculptuur is de waarneembare werkelijkheid niet het uitgangspunt van de beeldhouwer geweest. Non-figuratief is het tegenovergestelde van figuratief.
- Noors verband
- Bij Noors- of kettingverband bestaat elke laag uit een herhaling van twee strekken en één kop. De koppen (korte smalle zijde van een baksteen) in de volgende laag komen telkens boven de stootvoeg tussen de twee strekken (lange smalle zijde van de baksteen) van de vorige laag. De koppen komen zo recht boven elkaar te liggen. Het verticale patroon van de koppen die door de stootvoegen tussen de strekken aan elkaar geregen lijken, zou dit verband de naam kettingverband hebben gegeven.
- oeil de boeuf
- Een oeil de boeuf is een klein rond, ovaal of achthoekig raam in de gevel of het vooraanzicht van een gebouw. Het begrip uit de historische bouwkunde afkomstig is Frans voor koeienoog. In het Latijn wordt een oeil de boeuf oculus genoemd.
- omgevingskunst
- Omgevingskunst is een in de jaren tachtig sterk naar voren tredende vorm van beeldhouwkunst, die toen ook haar naam kreeg. Daarbij wordt uitgegaan van de gegevens in de omgeving, bijvoorbeeld een aantal bij elkaar staande gebouwen. Daarvoor wordt dan vervolgens een passend kunstwerk ontworpen. Van deze werkwijze kunnen kunstwerken van kolossale afmetingen het resultaat zijn, die soms uit verschillende delen bestaan.
- omgevingsvormgeving
- Omgevingsvormgeving ontstaat midden jaren zestig van de vorige eeuw. Het is vormgeving die een functionele samenhang tussen kunsttoepassing en gebouw of omgeving beoogt. De kunst verfraait niet alleen, maar draagt bij aan de leefbaarheid van de plek. Daarbij wordt rekening gehouden met de functie van de ruimte en de belevingswereld van de gebruiker. De artistiek ingerichte, bebouwde omgeving is hier het kunstwerk. De omgevingsvormgever werkt in een vroeg stadium samen met de architect en schakelt soms andere kunstenaars in.
- open vorm
- In de beeldhouwkunst is een open vorm een vorm waarvan het oppervlak openingen heeft zoals een vorm waar ruimte doorheen gaat of waar ruimte tussen de delen zit. Bij een open vorm spelen licht en schaduw een grote rol.
- Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder
- Als de ontwikkeling van een nieuwe polder nog in de beginfase verkeert, wonen er eigenlijk te weinig mensen voor een verantwoord lokaal bestuur. De bestuurlijke taken werden dan ook uitgevoerd door een zogenoemd Openbaar Lichaam. Op 28 juni 1942 werd het Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder in het leven geroepen. Bij besluit van de secretaris generaal (SG) van Binnenlandse Zaken, Waterstaat en Financiën, Landbouw en Visserij kreeg het Openbaar Lichaam dezelfde taken en bevoegdheden toegewezen als iedere andere Nederlandse gemeente. Hoofd van dit lichaam was de directeur van de Directie Wieringermeer Ir. Sikke Smeding (1889-1967), die de titel landdrost kreeg. Dat was een bijzondere constructie: de ambtelijke functie van directeur van de Directie Wieringermeer gecombineerd met de bestuurlijke functie van de door de Kroon benoemde landdrost van het Openbaar Lichaam. Men noemde het de ‘personele unie’. Een praktisch argument lag hieraan ten grondslag. Zo kon men de beleidsvoornemens van de Directie Wieringermeer en het Openbaar Lichaam beter op elkaar afstemmen. De eerste Poldercommissie voor algemene belangen werd per 1 februari 1946 ingesteld, waarvan de leden door Smeding benoemd waren. De poldercommissie stond de landdrost met raad en daad terzijde. Op 16 juni 1951 werd de Poldercommissie voor het eerst door de bevolking van de Noordoostpolder gekozen. In 1954 volgde Ir. Arie Pieter Minderhoud (1902-1980) Sikke Smeding op als landdrost. Het Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder was de voorloper van de gemeente Noordoostpolder die op 1 juli 1962 werd ingesteld. Mensen die vóór die datum in Noordoostpolder geboren zijn hebben op hun identiteitsbewijs het ‘Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder’ als geboorteplaats staan.
- Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders
- Het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders (OL ZIJP) was een Nederlands overheidsorgaan dat tussen 1955 en 1996 het bestuur vormde van Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland toen in die gebieden nog geen gemeente was ingesteld. Het OL ZIJP werd bestuurd door een landdrost. De landdrost oefenden de bevoegdheden uit die in een normale gemeente behoorden tot de taken van de gemeenteraad, wethouders en de burgemeester. Tot aan de gemeentewording was de landdrost de enige bestuurder. Dronten werd in 1972 de eerste gemeente in de Flevopolders, in 1980 gevolgd door Lelystad en in 1984 door Almere en Zeewolde. Het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders werd bij de instelling van de provincie Flevoland in 1986 opgeheven. Mensen die geboren zijn op het grondgebied van het OL ZIJP hebben deze vermelding in hun paspoort. Zo moet iemand die vóór 1972 in Dronten geboren is als geboorteplaats ‘Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders’ opgeven.
- organisch bouwen
- Het organisch bouwen is een bouwstijl die ontstaan is uit de Spaanse Jugendstil van de architect Gaudí en het gedachtegoed van de Zwitserse antroposoof Steiner. Typerend zijn het gebruik van natuurlijke materialen en aan de natuur ontleende vormen en kleuren
- organische
- Organische vormen zijn vormen die gebaseerd zijn op menselijke, dierlijke of plantaardige vormen. Ze zijn vaak grillig en zien eruit of ze gegroeid zijn. Vaak worden vloeiende, ronde vormen bedoeld, in tegenstelling tot hoekig.
- organische vormentaal
- Kunstwerken met een organische vormentaal (rond, golvend, grillig) zijn afgeleid van een natuurlijke vorm, maar in een ander materiaal vormgegeven.
- overnaads gebouwd
- Overnaads gebouwd wil zeggen dat de huidplanken elkaar overlappen. De planken zijn met behulp van omgeslagen spijkers, houten pennen of klinknagels aan elkaar bevestigd. De sterkte van het schip wordt mede bepaald door de overnaadse huid. Vanaf het begin van de 16e eeuw verandert de bouwwijze van overnaads naar karveel.
- overnaadse bouw
- Bij overnaadse bouw (14e -16e eeuw) overlappen de huidplanken elkaar. De planken zijn met behulp van omgeslagen spijkers, houten pennen of klinknagels aan elkaar bevestigd. Dit in tegenstelling tot karveel gebouwde schepen waar de huidplanken tegen elkaar aan liggen, meestal onderling niet verbonden. De sterkte van het schip wordt mede bepaald door de overnaadse huid.
- patina
- Patina is een groen-grijs, bruin of zwart laagje dat door weersinvloeden zoals zure regen ontstaat op koper en brons. De kunstenaar kan door gebruik te maken van chemische middelen het kunstwerk ook patineren. Patineren met chemicaliën kan zowel koud als warm. Koud patineren gebeurt bij omgevingstemperatuur. Bij de warme methode wordt gewerkt met verhitting, meestal met behulp van een gasvlam. Hoe warmer het brons hoe sneller het oxydatie proces verloopt. Om het patina te beschermen en om een glans aan te brengen wordt het beeld meestal afgedekt met een waslaag.
- patineren
- Bij patineren werken bijtende middelen in op koper of brons, zodat het oppervlak groen, bruin of zwart wordt. Dit oxidatielaagje noem je patina. Patina kan ontstaan door weersinvloeden, maar ook door chemische middelen die de kunstenaar gebruikt. Patineren met chemicaliën kan zowel koud als warm. Koud patineren gebeurt bij omgevingstemperatuur. Bij de warme methode wordt gewerkt met verhitting, meestal met behulp van een gasvlam. Hoe warmer het brons hoe sneller het oxydatie proces verloopt. Een geslaagde patina vertoont een breed scala van kleurschakeringen. Om glans aan te brengen en om het patina te beschermen wordt het beeld meestal afgedekt met een waslaag.
- pendant
- Pendanten zijn tweelingstukken: twee gelijkwaardige, vaak spiegelbeeldige stukken van dezelfde maker en hetzelfde formaat, die bij elkaar behoren, een paar, een stel. Een pendant is één van een stel en gemaakt in samenhang met het tweede exemplaar om samen getoond te worden.
- pendanten
- Pendanten zijn tweelingstukken: twee gelijkwaardige, vaak spiegelbeeldige stukken van dezelfde maker en hetzelfde formaat, die bij elkaar behoren, een paar, een stel. Een pendant is één van een stel en gemaakt in samenhang met het tweede exemplaar om samen getoond te worden.
- percentageregeling beeldende kunst
- De percentageregeling beeldende kunst werd op 1 september 1951 door de ministerraad ingesteld.Met de invoering van deze regeling werd vastgelegd dat 0,5 tot 2% van de totale bouwsom van elk door de overheid gefinancierd gebouw besteed kon worden aan de toepassing van kunst met een hoogwaardige kwaliteit. Hieronder werden kunstwerken met een monumentaal karakter begrepen, die op een vooraf gedefinieerde plaats in, aan of bij het gebouw zouden worden aangebracht. De regeling was ook bedoeld om de kunstenaars in de economisch magere naoorlogse jaren te ondersteunen. De meesten konden niet leven van hun vrije werk en waren afhankelijk van opdrachten. Bij deze percentageregeling is de Rijksbouwmeester verantwoordelijk voor het toepassen van beeldende kunst. In 1953 werd voor rijksscholen en door het rijk gesubsidieerde scholen een eenprocentsregeling van kracht, die in 1955 werd uitgebreid naar middelbare- en hogere scholen. Bij de scholen was het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de percentageregeling. Bijzonderdere scholen hadden de vrijheid om de percentageregeling wel of niet uit te voeren en konden zelf de kunstenaar uitkiezen. De rijksoverheid vond het belangrijk dat de jeugd al vroeg met kunst in aanraking werd gebracht. Veel gemeentes namen deze regeling over. Het intitiatief voor een opdracht in het kader van de eenprocentsregeling voor onderwijsinstellingen moest genomen worden door het school- en/of gemeentebestuur. Als het bedrag niet aan kunst werd besteed kwam dit in een fonds terecht waaruit kunst langs openbare wegen of kunst in gebouwen betaald werd waarvoor het percentage niet toereikend was. Kerkgebouwen die zonder subsidie van de overheid door de kerkgenootschappen zelf gebouwd werden, vielen niet onder deze regeling.
- pilotenlijn
- De pilotenlijn was in de Tweede Wereldoorlog de benaming van een vluchtroute voor mensen die door de Duitse bezetters gezocht werden. In de winter van 1940 vluchtten de eerste krijgsgevangenen uit de Duitse kampen. Zij werden door verzetsmensen opgevangen en verder geholpen. Vanaf 1943 kwam daar ook de hulp aan geallieerde piloten bij. Zij werden via een netwerk van hulpverleners naar België, en via Frankrijk naar Engeland of Spanje geholpen.
- plasticiteit
- Wanneer de aard van het oppervlakte van het beeld heel duidelijk is spreken we van plasticiteit. Plasticiteit is een vorm van ruimtelijkheid. De plasticiteit bij twee dimensionale beelden wordt gesuggereerd. Je kunt het niet voelen maar wel zien. De plasticiteit van driedimensionale beelden is de ruimtewerking van eigen schaduw en heeft vooral te maken met veel reliëf, holtes, plooien en dergelijke. Plasticiteit gaat over natuurlijk (of eventueel kunstmatig) licht dat op en rond een beeldhouwwerk straalt. Bij ruimtelijke beelden kun je die plasticiteit ook voelen, je voelt of iets rond of scherp is, je voelt de bobbels en de bewerking.
- plastiek
- Plastiek komt van het Griekse woord plastiki (πλαστική) dat vormend/gevormde kunst betekent en afgeleid is van het werkwoord plassein dat vormen, kneden, modelleren als betekenis heeft. Een plastiek is een ruimtelijk kunstwerk dat tot stand is gekomen door te boetseren (modelleren) met een plastisch materiaal zoals klei, gips of was. Plastieken kunnen ook ontstaan door het maken van een afgietsel van bijv. brons of beton. Een plastiek is het tegenovergestelde van sculptuur waarbij materiaal verwijdert wordt.
- plastisch kunstwerk
- We spreken van een plastisch kunstwerk als de vorm is gemodelleerd uit een kneedbaar materiaal waardoor de oneffenheden in het oppervlak voelbaar zijn geworden. De plasticiteit (ruimtelijkheid) heeft vooral te maken met veel reliëf, holtes, plooien en dergelijke.
- plastische vorm
- Van een plastische vorm spreken we wanneer de vorm is gemodelleerd uit een plastisch, kneedbaar materiaal.
- platboomd
- Een platboomd vaartuig heeft een platte bodem of vlak en heeft geen kiel.
- plexiglas
- Plexiglas is een transparante kunststof die bij sterke verhitting zacht wordt.